separeren / se-pa-re-ren ( ww )
1かくする [isoleren]
mensen met corona-infectie separeren [isoleren]
コロナ感染者を隔離する
2ぶんする [uit elkaar halen]
plastic afval separeren [scheiden]
プラスチックごみを分離する
3別居べっきょする [uit elkaar gaan]

Zie ook: isoleren

Zie ook: scheiden