fukisōji-拭き掃除 | het dweilen; schrobben; schoonmaken |
fukisōjisuru-拭き掃除する | dweilen; schrobben; schoonmaken |
kokuru-こくる | wrijven; schrobben |
migaku-磨く | poetsen; borstelen; schrobben; polijsten |
mizushigoto-水仕事 | huishoudelijk werk, zoals schrobben, boenen en wassen |
nukabukuro-糠袋 | een stoffen zak gevuld met rijstzemelen om de huid mee te schrobben tijdens het baden |
sōji-掃除 | schoonmaak; het schoonmaken [vegen; schrobben; boenen] |
sōjisuru-掃除する | schoonmaken; vegen; poetsen; schrobben; boenen |
suru-擦る | wrijven; schuren; schrobben; afstrijken (lucifer); vijlen; polijsten; afdrukken |