| baumukūhen-バウムクーヘン | Duitse laagjescake (lijkt op boomringen) |
| bibun-美文 | mooi [bloemrijk] proza |
| biji-美辞 | bloemrijke taal [retoriek] |
| emu・āru・ai-エム・アール・アイ | (magnetic resonance imaging) MRI-scan |
| emu・āru・ai-エム・アール・アイ | (magnetic resonance imaging) MRI (scan techniek) |
| futokoro-懐 | gebied omringd door bergen; een veilige [beschutte] plek |
| i-囲 | (in kanji combinaties) insluiten; omringen; omcirkelen; omheinen; omvatten; belegeren; omgeving; omtrek |
| ijō-囲繞 | omsingeling; het omringen |
| ijōsuru-囲繞する | omringen; omsingelen |
| kakomu-囲む | insluiten; omringen; omcirkelen; omheinen; omvatten |
| kamigata-上方 | Kyoto en het omringende gebied; de Kansai regio |
| kenran-絢爛 | pracht; bloemrijkheid; oogverblindendheid |
| kingō-近郷 | aangrenzende districten; nabijgelegen dorpen; omringend platteland |
| kojō-孤城 | een belegerd kasteel (omringd door vijanden) |
| matsuwaru-纏わる | (om iets of iemand) heen draaien; omringen; volgen |
| meguru-巡る | omgeven; omringen; om (iets) heen trekken |
| mizusaki-水先 | stroomrichting; koers (van een schip) |
| poketto-ポケット | bij langeafstandslopers een situatie waarin iemand omringd is door andere lopers (en niet de mogelijkheid heeft om zelf het pad te kiezen) |
| shakkei-借景 | tuinarchitectuur waarbij men het omringende, natuurlijke landschap gebruikt als onderdeel van de tuin |
| shimaguni-島国 | eilandstaat; eilandenrijk; een land omringd door zee |
| shimensoka-四面楚歌 | (van alle kanten) omringd [omgeven] zijn door vijanden; verraden [in de steek gelaten] zijn |
| shirin-四隣 | de omringende [omliggende] landen |
| shisō-詞藻 | poëtisch [bloemrijk] taalgebruik; stijlfiguur; poëtische uitdrukking [retoriek] |
| shōdai-昭代 | roemrijke heerschappij; glorieus tijdperk; vreedzame en welvarende periode |
| shūheki-周壁 | omringende muur |
| torikakomu-取り囲む | omringen; omcirkelen; belegeren |
| torimaku-取り巻く | omringen; omcirkelen; insluiten |