Kruisverwijzing
schoen
lemma | meaning |
---|---|
agarigamachi-上がり框 | houten plint langs het verhoogde vloerdeel van de kamers in de entree [hal] (waar de schoenen worden uitgedaan en neergezet) van een Japans huis |
agarikamachi-上がり框 | houten plint langs het verhoogde vloerdeel van de kamers in de entree [hal] (waar de schoenen worden uitgedaan en neergezet) van een Japans huis |
asagi-浅葱 | bieslook (Allium schoenoprasum) |
asatsuki-浅葱 | bieslook (Allium schoenoprasum) |
ashigata-足形 | (schoenmakers)leest |
bakken-バッケン | skibinding (clip voor het bevestigen van de ski aan de schoen) |
bindingu-ビンディング | binding (voor het bevestigen van ski aan schoen) |
bōgu-防具 | (bij kendo) beschermende uitrusting (helm, borstbeschermer, handschoenen, riem) |
byō-鋲 | klinknagel; punaise; schoenspijker |
chaibu-チャイブ | bieslook (Allium schoenoprasum) |
dansugutsu-ダンス靴 | dansschoen(en) |
dans・shūzu-ダンス・シューズ | dansschoenen |
dosoku-土足 | met schoenen aan (naar binnen gaan) |
futoi-太藺 | ruwe bies (plant, Schoenoplectus tabernaemontani) |
getabako-下駄箱 | (op)bergmeubel voor schoenen (vaak direct bij de ingang van Japanse huizen en gebouwen) |
gunte-軍手 | witte, katoenen werkhandschoen (oorspronkelijk gebruikt in het leger) |
gurabu-グラブ | handschoen |
gurisēdo-グリセード | glijden langs een berghelling met klimschoenen (zonder ski's) |
gurōbu-グローブ | handschoen |
haihīru-ハイヒール | (schoenen met) hoge hakken |
hakimono-履き物 | schoeisel; schoenen |
haku-佩く | (kleding, schoenen, e.d.) dragen; aandoen |
haku-履く | (schoenen, kousen, broek, e.d.) aandoen; aantrekken; dragen |
hashibirokō-ハシビロコウ | schoenbekooievaar (Balaeniceps rex) |
hīru-ヒール | hiel; hak (van een voet; schoen; kous) |
jikatabi-地下足袋 | (Japanse) canvas schoen voor werklieden (met teenspleet en rubber zool) |
kakato-踵 | de hak (van een schoen) |
kanjiki-樏 | sneeuwschoenen (van hout en touw) |
kataashi-片足 | een paar schoenen [sokken] |
kawagutsu-革靴 | leren schoen(en) |
kemikaru・shūzu-ケミカル・シューズ | schoeisel vervaardigd van synthetische materialen; kunstleren schoenen |
kote-籠手 | een handschoen die beschermd is met metaal of hard leer (wordt o.a. gedragen bij de Japanse zwaardvechtkunst Kendo) |
kutsu-靴 | schoen(en); schoeisel |
kutsubako-靴箱 | schoenendoos |
kutsubako-靴箱 | (op)bergmeubel voor schoenen (vaak direct bij de ingang van Japanse huizen en gebouwen) |
kutsubera-靴箆 | schoenlepel |
kutsubukuro-靴袋 | schoenentas; schoenenzak |
kutsuhimo-靴紐 | schoenveter(s) |
kutsumigaki-靴磨き | het schoenen poetsen |
kutsumigaki-靴磨き | schoenpoetser |
kutsunaoshi-靴直し | schoenreparatie |
kutsunaoshi-靴直し | schoenlapper |
kutsunugi-靴脱ぎ | pplek (in huis) om je schoenen uit te trekken (en neer te zetten) |
kutsuya-靴屋 | schoenenwinkel |
kutsuzoko-靴底 | schoenzool |
kutsuzumi-靴墨 | schoensmeer; schoenpoets; schoencrème |
kutsuzure-靴擦れ | blaar op de voet (van de schoenen) |
kūtū-クートゥー | #KuToo (een woordspeling van kutsu = schoenen en kutsū = pijn), protest van Japanse vrouwen tegen het moeten dragen van hoge hakken op het werk |
kyūban・hīru-キューバン・ヒール | Cubaanse hak (hak met schuinlopende achterkant van een schoen of laars) |
miton-ミトン | want; vuisthandschoen |
mitto-ミット | honkbalhandschoen |
mokashin-モカシン | mocassin (moderne zachte instapschoen) |
nakajiki-中敷き | (bij schoenen) binnenzool; inlegzool |
ōbāshūzu-オーバーシューズ | overschoenen; waterdichte hoezen voor schoenen |
rabāsōru-ラバーソール | (schoenen met) rubberen zool |
rein・shūzu-レイン・シューズ | regenschoenen; waterbestendig schoeisel; regenlaarzen |
rōfā-ローファー | (Eng.: loafer) instapper; lage (instap)schoen |
rōhīru-ローヒール | (schoenen met) lage hakken |
rō・hīru-ロー・ヒール | lage hak (schoenen) |
sagyōgutsu-作業靴 | werkschoen(en) |
seika-製靴 | het vervaardigen van schoenen; het schoenmaken |
shiburetto-シブレット | bieslook (Allium schoenoprasum) |
shitabaki-下履き | schoenen voor buitenshuis |
shūzu-シューズ | schoenen |
sukūnā-スクーナー | schoener (zeilschip) |
sunīkā-スニーカー | gympen; gymschoenen |
supaiku-スパイク | (schoenen met) spikes (nagels of noppen) |
surippon-スリッポン | instapper (schoen) |
surippuon-スリップオン | instapper (schoen) |
taikatebukuro-耐火手袋 | hittebestendige [vuurvaste} handschoen |
tangutsu-短靴 | lage schoenen |
tebukuro-手袋 | handschoen; want |
tozangutsu-登山靴 | bergschoen(en); klimschoen(en) voor bergbeklimming |
tsukaikomu-使い込む | gewend raken aan het gebruik (van); inlopen (van schoenen); langdurig gebruiken |
tsumagake-爪掛け | sneeuwschoen van stro |
uwabaki-上履き | schoenen [slippers; sloffen] voor binnenshuis |
uwagutsu-上靴 | schoenen [slippers] voor binnenshuis |
uwagutsu-上靴 | overschoenen |
weijjihīru-ウェッジヒール | (schoenen) sleehak; platte zool |
wejjisōru-ウェッジソール | (schoenen) platte zool; sleehak |
wōkingu・shūzu-ウォーキング・シューズ | wandelschoenen |