Kruisverwijzing
autorit
| lemma | meaning |
|---|---|
| daisensei-大先生 | autoriteit op een bepaald gebied [kunst, wetenschap, e.d.] |
| dātī・furōto-ダーティー・フロート | een systeem waarbij beleidsautoriteiten ingrijpen wanneer er ongewenste fluctuaties optreden op de wisselkoersen |
| dokusaiteki-独裁的 | dictatoriaal; despotisch; autoritair |
| doraibu-ドライブ | het autorijden; autorit |
| hōteidensenbyō-法定伝染病 | meldingsplichtige infectieziekte (besmettelijke ziekte die men wettelijk verplicht moet melden aan de autoriteiten) |
| ifū-威風 | indrukwekkende aanwezigheid; autoriteit [gezag] afdwingende verschijning; waardigheid |
| ikioi-勢い | macht; gezag; autoriteit; invloed |
| iryoku-威力 | macht; gezag; autoriteit; invloed |
| isei-威勢 | macht; invloed; autoriteit |
| jinjiin-人事院 | Nationale Personeelsautoriteit; Nationaal Personeelsbureau |
| jūchin-重鎮 | een vooraanstaande figuur; autoriteit [expert] (in zijn/haar vakgebied) |
| kamisama-神様 | (figuurlijke stijlfiguur om een autoriteit op een bepaald gebied te noemen) expert; groot deskundige; meester |
| kanken-官憲 | autoriteiten; het gezag; de overheid |
| kennō-権能 | autoriteit; macht; bevoegdheid |
| kenpei-権柄 | macht; gezag; autoriteit |
| kenri-権利 | macht; autoriteit; gezag |
| ken'i-権威 | gezag; autoriteit; macht |
| ken'i-権威 | kenner van; expert [meester; autoriteit] in |
| kōatsuteki-高圧的 | onderdrukkend; autoritair; bazig; agressief |
| konkyo-根拠 | autoriteit; gezag |
| kyohaku-巨擘 | autoriteit; grootheid |
| ninmeiken-任命権 | bevoegd gezag; bevoegde autoriteiten |
| nirami-睨み | gezag; autoriteit; invloed (over iets hebben) |
| oshi-押し | gezag; autoriteit |
| ōsoritī-オーソリティー | autoriteit; gezag; overheidsinstantie |
| rosen-路線 | route (voor autorit, treinrels, vliegbestemming e.d.) |
| rōtaika-老大家 | ervaren [gerespecteerde] autoriteit (op een bepaald vakgebied) |
| shōchō-省庁 | de overheid; de autoriteiten |
| taisei-体制 | de gevestigde orde; de autoriteiten; het regime; het bewind |
| taizanhokuto-泰山北斗 | autoriteit; deskundige; beroemdheid |
| tōro-当路 | gezaghebbers; autoriteiten |
| tōsotsu-統率 | leiding; leiderschap; commando; gezag; autoriteit |
| urutoramontanizumu-ウルトラモンタニズム | ultramontanisme (leer binnen de katholieke kerk met nadruk op de autoriteit van de paus) |
| yūshikisha-有識者 | deskundige; autoriteit (in een vakgebied); expert |
| zenken-全権 | complete autoriteit; absolute macht |