| arakasegi-荒稼ぎ | het veel geld binnenharken; woekeren; speculeren; profiteren |
| binjō-便乗 | opportuniteit; het gebruik maken van; profiteren |
| gyofunori-漁夫の利 | het profiteren [krijgen] van iets waar anderen hun best voor doen [waar anderen om vechten] |
| hiekisuru-裨益する | ten goede komen; baat hebben; voordeel halen; profiteren |
| jōjiru-乗じる | gebruik [misbruik] maken van; profiteren; uitbuiten |
| sayatori-鞘取り | arbitrage; transactie die wordt uitgevoerd om te profiteren van het prijsverschil tussen verschillende leverdata en markten) |
| sunekajiri-脛齧り | (lett. bijten in het onderbeen) het klaplopen; parasiteren; profiteren (van iem.); teren op |
| takaru-集る | profiteren van anderen; teren op de zak van anderen |
| tokusuru-得する | ergens van profiteren; ergens voordeel uit halen; winst maken |