| hanamichi-花道 | (fig.) moment van een glorieuze terugtreding [aftreden; pensionering] |
| inkyo-隠居 | pensionering; het met pensioen gaan; het leiden van een stil [teruggetrokken] leven |
| intai-引退 | terugtreding; pensionering |
| jukunenrikon-熟年離婚 | scheiden op latere leeftijd (m.n. na pensionering) |
| kokubetsushiki-告別式 | afscheidsceremonie bij pensionering of aftreden |
| sekando・raifu-セカンド・ライフ | een tweede leven (met name na pensionering) |
| sodaigomi-粗大ごみ | (humoristisch) een nietsnut (m.n. een echtgenoot die na pensionering thuis rondhangt en verder niets onderneemt) |
| taishoku-退職 | pensionering; ontslagname |
| teinentaishoku-定年退職 | pensionering; het met pensioen gaan vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd |
| tettai-徹退 | terugtrekking; aftocht; ontslag(neming); pensionering |