| dashi-山車 | paradewagen; festivalwagen; praalwagen |
| eppei-閲兵 | inspectie [monstering; schouwing; parade] van militaire troepen |
| eppeishiki-閲兵式 | militaire parade |
| gaisen-凱旋 | feestelijke overwinningsparade; triomfantelijke thuiskomst (na een overwinning) |
| gyōretsu-行列 | rij; processie; parade; colonne |
| hatagyōretsu-旗行列 | vlaggenparade; vlaggenoptocht; vlaggenprocessie |
| kikan-旗艦 | vlaggenschip (fig.); paradepaardje |
| kōshin-行進 | mars; parade; stoet |
| medama-目玉 | pronkstuk; hoofdattractie; paradepaardje (fig.); meest belangrijke item; kernpunt |
| mentooshi-面通し | osloconfrontatie; opstelling [parade] van verdachten voor identificatie door de ooggetuige(n) |
| menwari-面割り | osloconfrontatie; opstelling [parade] van verdachten voor identificatie door de ooggetuige(n) |
| mikoshi-神輿 | (shinto) palankijn [draagbare schrijn] die voor een religieuze viering door een groot aantal buurtbewoners in een parade gedragen wordt |
| misebirakasu-見せびらかす | pronken (met); showen; paraderen; te koop lopen (met) |
| neriaruku-練り歩く | lopen in een processie [stoet; optocht; parade]; paraderen; marcheren |
| neru-練る | langzaam in een rij marcheren; paraderen; langzaam [rustig] lopen |
| parēdo-パレード | parade; stoet; processie |
| parēdo-パレード | militaire parade |
| shin'yo-神輿 | (shinto) palankijn [draagbare schrijn] die voor een religieuze viering door een groot aantal buurtbewoners in een parade gedragen wordt |