opkomst / op-komst ( de (v) | znw | g.m.v. )
1のぼること [het opkomen (van de zon, e.d.)]
2ひと [verschijning (van mensen)]
een grote opkomst
大入り
een volle zaal
大入り満員
3台頭たいとう; 上昇じょうしょう [groei (van een beweging, invloed, e.d.)]