| akatsuki-暁 | dageraad; zonsopkomst |
| de-出 | verschijning; opkomst |
| deashi-出足 | opkomst (van mensen, publiek) |
| deba-出場 | (op het toneel, bij een bijeenkomst, etc.) aan de beurt zijn; opkomst; verschijning |
| deha-出端 | (muzikale begeleiding bij) de opkomst van een acteur op het podium (theater) |
| eikoseisui-栄枯盛衰 | opkomst en ondergang; ups en downs |
| eikyo-盈虚 | opkomst en verval; vooruitgang en achteruitgang |
| fuchin-浮沈 | eb en vloed; ups en downs; opkomst en ondergang |
| fuiri-不入り | (in theater e.d.) kleine opkomst; weinig publiek; een lege zaal |
| himachi-日待ち | (lett.: het wachten op de zon) een bijeenkomst waarbij mensen samen bidden en wachten op de opkomst van de zon (Shinto) |
| hinode-日の出 | zonsopkomst; zonsopgang |
| hitode-人出 | grote opkomst; menigte; publiek |
| kōtei-高低 | fluctuatie; hoog en laag; opkomst en ondergang; stijging en daling |
| nobori-上り | klim; beklimming; bestijging; opstijgen; opgang; opkomst; het oprijzen; het omhooggaan; opvaart; opwaartse [oplopende] helling |
| noborichōshi-上り調子 | opkomst |
| ooiri-大入り | grote opkomst; veel publiek |
| raijō-来場 | aanwezigheid; bezoek; opkomst |
| seisui-盛衰 | voorspoed en tegenspoed; hoogte- en dieptepunten; opkomst en ondergang; wisselvalligheden |
| shusseki-出席 | aanwezigheid; opkomst |
| shutsugen-出現 | verschijning; opkomst; manifestatie |
| shutsujō-出場 | (op het toneel, e.d.) opkomst; verschijning; optreden |
| soroibumi-揃い踏み | (toneel) het samen op de bühne stappen; gezamenlijke opkomst |
| takahiku-高低 | fluctuatie; hoog en laag; opkomst en ondergang; stijging en daling |
| tōjō-登場 | (op het podium, scherm, etc.) opkomst; verschijning; optreden; (op de markt) intrede |
| tōrai-到来 | komst; opkomst |
| tsukinode-月の出 | maansopkomst |
| zangetsu-残月 | de bleke ochtendmaan; de man bij zonsopkomst |
| zōgen-増減 | vermeerdering en vermindering; opkomst en ondergang; schommeling; fluctuatie |