| chūshi-注視 | observatie; het observeren [gadeslaan] [staren]; gestaar |
| chūshisuru-注視する | iets observeren; iets gadeslaan; ergens naar staren |
| hāfu・mirā-ハーフ・ミラー | eenrichtingsspiegel (die het licht aan een kant doorlaat en aan de andere kant reflecteert; zo kan men iem. observeren zonder die de waarnemer ziet) |
| kanjiru-観じる | beschouwen; observeren; overdenken |
| kansatsusuru-観察する | observeren; waarnemen; controleren; toezicht houden |
| kanshisuru-監視する | observeren; inspecteren; bewaken; toezicht houden |
| kanzuru-観ずる | beschouwen; observeren; overdenken |
| kengaku-見学 | studiereis; werkbezoek; leren door werkzaamheden te observeren in de praktijk |
| majikku・mirā-マジック・ミラー | eenrichtingsspiegel (die het licht aan een kant doorlaat en aan de andere kant reflecteert; zo kan men iem. observeren zonder die de waarnemer ziet) |
| miiru-見入る | bekijken; kijken [staren; turen] naar; gadeslaan; observeren |
| yachōkansatsu-野鳥観察 | het vogelen; vogels observeren [bestuderen] |