Kruisverwijzing
mond
| lemma | meaning |
|---|---|
| anguri-あんぐり | met open mond (van verbazing) |
| atai-私 | (eerste persoon enkelvoud, gebruikt door vrouwen of kinderen uit de kasteelstad (shitamachi), of de demi-monde) ik; mij |
| atomikku・sabumarin-アトミック・サブマリン | kernonderzeeër; atoomonderzeeër |
| burēkā-ブレーカー | stroomonderbreker; zekering |
| damarikomu-黙り込む | zwijgen; de mond houden; niets (meer) zeggen |
| damaru-黙る | zwijgen; niets zeggen; stil zijn [worden]; je mond houden |
| dan-談 | gesprek; verhaal; mondeling verslag |
| denshō-伝誦 | mondeling overdracht [overlevering]; vertelling |
| doshitsukensa-土質検査 | bodemonderzoek |
| fukitobasu-吹き飛ばす | een grote mond hebben; opscheppen |
| funkakō-噴火口 | krater; vulkaanmond |
| funmon-噴門 | maagmond of cardia (de aansluiting van de slokdarm op de maag) |
| fusagu-塞ぐ | sluiten (ogen, mond, e.d.) |
| gansō-含嗽 | gegorgel; mondspoeling |
| gansōsuru-含嗽する | gorgelen; de mond spoelen |
| gansōzai-含嗽剤 | mondwater; mondspoeling; spoeldrank |
| genshiryokusensuikan-原子力潜水艦 | kernonderzeeër; atoomonderzeeër |
| gurōbaru-グローバル | mondiaal; wereldwijd |
| guroobaruka-グローバル化 | globalisering; mondialisering |
| hami-馬銜 | bit (metalen mondstuk voor een paard of ander trek- of lastdier) |
| hamondo・orugan-ハモンド・オルガン | hammondorgel (muziekinstrument) |
| hāmonika-ハーモニカ | (mond)harmonica |
| hanauta-鼻歌 | het neuriën; geneurie; gehum; binnensmonds zingen |
| harēsuisei-ハレー彗星 | de komeet Halley (genoemd naar Edmond Halley) |
| hatsugo-発語 | mondelinge uiting [verklaring] |
| hetsurau-諂う | vleien; ophemelen; stroop om de mond smeren; bij iemand in de gunst [in het gevlij] proberen te komen |
| higuchi-火口 | mond [tromp] van de loop van een geweer |
| hikōkensha-被後見者 | pupil; onder voogdij staande minderjarige [onmondige] |
| hitokuchi-一口 | één hap [beet; slok; teug]; een mondvol |
| hōgan-砲眼 | de mond [tromp] van de loop van een geweer |
| hōkō-砲口 | de mond [tromp] van de loop van een geweer |
| hōmon-砲門 | de mond [tromp] van de loop van een geweer |
| hoobaru-頬張る | zijn mond volproppen (met eten) |
| ichiisenshin-一意専心 | volmondig; toegewijd; van ganser harte |
| iitsutaeru-言い伝える | (woord voor woord) doorvertellen; mondeling doorgeven |
| intāpuritā-インタープリター | tolk; (mondelinge) vertaler |
| iriguchi-入り口 | ingang; toegang; monding (van een rivier) |
| jūkō-銃口 | mond; tromp (voorste opening van de loop van een geweer) |
| kaikō-開口 | de mond opendoen; beginnen met spreken |
| kakikomibashi-かき込み箸 | eetstokjes gebruikt om (met de kom tegen de mond gedrukt) eten in de mond te schuiven [lepelen] (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| kanagutsuwa-金轡 | metalen bit (mondstuk voor paarden) |
| kawaguchi-川口 | riviermond; riviermonding |
| keikō-経口 | via de mond ingegaan zijn; oraal zijn |
| kentan-検痰 | sputumonderzoek |
| kikitsugu-聞き継ぐ | mondeling doorgeven |
| kō-口 | (in kanji combinaties) mond; opening; ingang; uitgang |
| kōchū-口中 | mondholte; (binnenin) de mond |
| kōen-口演 | mondelinge verklaring; het dicteren (van een brief e.d.) |
| kōju-口授 | mondelinge overlevering; orale traditie; mondeling onderricht |
| kōkaku-口角 | mondhoek |
| kōki-口気 | uitademing (via de mond); adem |
| kōkin-口琴 | mondharp; mondtrom |
| kōkō-口腔 | mondholte |
| kōkō-港口 | havenmond; havenmonding |
| kokō-虎口 | (lett. mond van de tijger) een zeer gevaarlijke plek [plaats] of situatie |
| kokunaika-口腔内科 | mondheelkunde; stomatologie |
| kōnaien-口内炎 | stomatitis; mondslijmvliesontsteking; aft(e) |
| kōshō-口承 | mondelinge overlevering |
| kōtōkeiyaku-口頭契約 | mondelinge overeenkomst [afspraak] |
| kotozuke-言付け | (mondeling) bericht; (doorgegeven) boodschap |
| kōyaku-口約 | mondelijke overeenkomst [afspraak] |
| kuchi-口 | mond; bek |
| kuchi-口 | mond van een rivier |
| kuchiatari-口当たり | mondgevoel; smaak |
| kuchibiru-唇 | (v.d. mond) lip; lippen |
| kuchibue-口笛 | (met de mond) het fluiten; gefluit; fluitje |
| kuchigatame-口固め | mondelinge belofte |
| kuchikazu-口数 | aantal mensen; aantal gezinsleden; aantal monden te voeden |
| kuchikomi-口コミ | mondelinge overlevering; mondeling commentaar |
| kuchimoto-口元 | mond; lippen |
| kuchimoto-口元 | rond de mond; de vorm van een mond |
| kuchinamezuri-口舐めずり | (na het eten van iets lekkers) je mond [lippen] aflikken |
| kuchinaoshi-口直し | iets eten of drinken om de vieze (na) smaak uit de mond te krijgen |
| kuchisusugu-漱ぐ | gorgelen; de mond spoelen |
| kuchitsuki-口付き | vorm van de mond |
| kuchiutsushi-口移し | het mond-op-mond [bek-op-bek] voeden |
| kuchiutsushi-口移し | het [oraal] van mond tot mond doorgeven |
| kuchiyakusoku-口約束 | mondelinge belofte [afspraak]; zijn woord (geven) |
| kuchizamishii-口寂しい | (lett. eenzame mond) hongerig zijn; trek [zin] hebben (in eten, een sigaret, etc.) |
| kuchizawari-口触り | gevoel in de mond [op de tong]; smaak |
| kuchizutae-口伝え | mondelinge overlevering; orale traditie; mondeling onderricht |
| kuchizute-口伝て | mondelinge overlevering |
| kuden-口伝 | mondelinge overlevering; orale traditie; mondeling onderricht |
| kuju-口授 | mondelinge kennisoverdracht |
| kunkoku-訓告 | reprimande; (mondelinge of schriftelijke) waarschuwing |
| kurōbarisuto-グローバリスト | globalist (voorstander van mondiale globalisering) |
| kutsuwa-轡 | bit (mondstuk voor paarden) |
| kuwaeru-銜える | iets in de mond (tussen de tanden of lippen) houden [hebben; nemen] |
| marunomi-丸呑み | iets accepteren zoals het is; een gegeven paard niet in de mond kijken |
| mausupīsu-マウスピース | mondstuk (van een blaasinstrument) |
| mausupīsu-マウスピース | mondstuk (van een sigaret, e.d.) |
| mazuru-マズル | mond [tromp] van de loop van een geweer |
| menmon-面門 | (zen boeddhisme) mond; gezicht |
| mitarashi-御手洗 | een plaats waar pelgrims voorafgaand aan het bezoek van een heiligdom hun handen en mond reinigen. |
| mitarashi-御手洗 | (afk. voor) een rivier die vlakbij een heiligdom stroomt (en ook door pelgrims wordt gebruikt om hun mond met water te spoelen) |
| mitarashigawa-御手洗川 | een rivier die vlakbij een heiligdom stroomt (en ook door pelgrims wordt gebruikt om hun mond met water te spoelen) |
| mizuhamigaki-水歯磨き | mondwater |
| mizuhamigaki-水歯磨き | mondspoelling |
| mondo-モンド | Mondo (wereld), een filmgenre met een sensationele weergave van vreemde culturen, vaak over taboeonderwerpen zoals seks en dood |
| mondoeiga-モンド映画 | Mondo, een filmgenre met een sensationele weergave van vreemde culturen, vaak over taboeonderwerpen zoals seks en dood |
| neburibashi-ねぶり箸 | eetstokjes waaraan wordt gelikt of die in de mond gehouden worden (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| nozuru-ノズル | tuit; mondstuk; spuitmond |
| ochoboguchi-おちょぼ口 | klein rond mondje; getuite lippen |
| omoneru-阿る | (Iemand) vleien; naar de mond praten |
| ooguchi-大口 | open mond; grote mond |
| oshidamaru-押し黙る | zwijgen; stil zijn; je mond houden |
| oshikomibashi-押し込み箸 | eetstokjes die worden gebruikt om eten in de mond te duwen (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| pakupaku-ぱくぱく | (onomatopee) herhaaldelijk openend en sluitend (van de mond); naar lucht happend |
| pokanto-ぽかんと | met open mond |
| pokarito-ぽかりと | gapend (gat); met open mond |
| pokatto-ぽかっと | gapend (gat); met open mond |
| rao-ラオ | bamboebuisje dat de ganzenhals van een kiseru (tabakspijp) verbindt met het mondstuk (oorspronkelijk werd hiervoor bamboe uit Laos gebruikt) |
| rau-ラウ | bamboebuisje dat de ganzenhals van een kiseru (tabakspijp) verbindt met het mondstuk (oorspronkelijk werd hiervoor bamboe uit Laos gebruikt) |
| sashibashi-刺し箸 | eetstokjes gebruikt om in eten te prikken en het daarna in de mond te stoppen (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| seien-声援 | (mondelinge) aanmoediging; gejuich |
| sekaiteki-世界的 | internationaal; wereldwijd; mondiaal |
| shinkui-身口意 | (in Boeddhisme) een woord voor het menselijk handelen, n.l. doen, spreken en denken (lett. lichaam, mond en geest) |
| shitazawari-舌触り | hoe iets [voedsel] op de tong [in de mond] aanvoelt |
| shukke-出家 | toetreding tot het boeddhisme (uittreding uit de mondaine wereld) |
| sosogu-注ぐ | stromen in; uitmonden |
| suikuchi-吸い口 | mondstuk (van een sigaret, e.d.) |
| teiden-停電 | stroomuitval; stroomstoring; stroomonderbreking |
| teiginsuru-低吟する | neuriën; zachtjes [binnensmonds] zingen |
| toranokuchi-虎の口 | (lett. mond van de tijger) een zeer gevaarlijke plek [plaats] of situatie |
| tsūben-通弁 | (arch.) het tolken; mondelinge vertaling; tolk |
| tsugumu-噤む | zwijgen; stil zijn; het zwijgen ertoe doen; je mond (dicht)houden; zich stil houden |
| tsūyaku-通訳 | (mondelinge) vertaling; het tolken |
| tsūyakusuru-通訳する | tolken; (mondeling) vertalen |
| ugai-含嗽 | gegorgel; mondspoeling |
| ugai-嗽 | gegorgel; mondspoeling |
| ugaigusuri-嗽薬 | mondwater; mondspoeling; spoeldrank |
| ugaisuru-含嗽する | gorgelen; de mond spoelen |
| ukiyo-浮き世 | deze vergankelijke wereld (waarin wij leven); het vergankelijke [voorbijgaande; mondaine] leven |
| utaguchi-歌口 | mondstuk van een blaasinstrument |
| waniguchi-鰐口 | (spottende term voor iemand met) een brede [grote] mond |
| wankō-湾口 | de ingang [monding] van een baai |
| yakudoku-訳読 | mondelinge vertaling; lezen en vertalen tegelijk |
| yakudokusuru-訳読する | mondeling vertalen; lezen en vertalen tegelijk |
| yodare-涎 | spuug; kwijl; mondvocht |
| yūkara-ユーカラ | (Ainu: Yukar) yukar, mondeling overgedragen Ainu-legenden |
| yūsei-幽棲 | afgezonderd leven (weg van de mondaine wereld) |
| zekku-絶句 | het stoppen met praten; geen woorden (ervoor) hebben; met de mond vol tanden staan |