manifesteren / ma-ni-fes-te-ren ( ww )
1めいする; ひょうする; あきらかにする [duidelijk maken; openbaren]
2あらわれる; あきらかにされる [zich manifesteren]
Zijn goede karakter manifesteert zich in al zijn daden.
彼の善い性格は彼の全ての行為に顕れている。
3デモをする; 示威じい運動うんどうをする [demonstreren; een betoging houden]