ineens / in-eens ( bw )
1いちに; いち時期じき [in één keer; tegelijk]
Alles moet ineens betaald worden.
全額を一時に支払わなければならない。
2突然とつぜんに; きゅう [plotseling]
Hij heeft ineens ziijn plan veranderd.
彼は突然自分の計画を変えた。