Kruisverwijzing
helling
lemma | meaning |
---|---|
akahada-赤肌 | lege (onbegroeide) plekken in het landschap; kale berghelling |
anagama-穴窯 | anagama-oven (voor aardewerk; tunnelvormig, oorspronkelijk in een helling gegraven) |
bakken-バッケン | (Noors: bakken) skihelling |
ban'eikeiba-輓曳競馬 | soort van Japanse paardenraces (waarbij trekpaarden zware sleeën zandhellingen optrekken) |
ban'eikyōsō-輓曳競走 | soort van Japanse paardenraces (waarbij trekpaarden zware sleeën zandhellingen optrekken) |
chūdan-中段 | het midden [de middelste trede; de overloop] van een trap; het midden van een helling |
chūfuku-中腹 | (halverwege op de) berghelling |
daimonji-大文字 | (afk. voor) de berg(helling) bij Kyoto waar tijdens het festival Gozan no Okuribi vuurpatronen van kanji worden aangestoken |
daimonjiyama-大文字山 | de berg(helling) bij Kyoto waar tijdens het festival Gozan no Okuribi vuurpatronen van kanji worden aangestoken |
danbatake-段畑 | terrasland; terrasvormige kweekvelden (op een berghelling) |
dandanbatake-段段畑 | terrasland; terrasvormige kweekvelden (op een berghelling) |
fēsu-フェース | (berg)helling; rotswand; oppervlak; voorzijde |
ganpeki-岩壁 | berghelling; rotswand |
gare-がれ | puinhelling (helling bestaande uit los gesteente) |
gareba-がれ場 | puinhelling (helling bestaande uit los gesteente) |
gurisēdo-グリセード | glijden langs een berghelling met klimschoenen (zonder ski's) |
inkurain-インクライン | (Eng.: incline) kanaal of spoorlijn over een hellend vlak [berghelling] |
katsuraku-滑落 | het uitglijden [afglijden] (van een helling, e.d.) |
katsurakusuru-滑落する | uitglijden; afglijden (van een helling, e.d.) |
kewashii-険しい | steil (van een helling, e.d.); moeilijk; zwaar |
kōbai-勾配 | hellingspercentage; hellingshoek; gradiënt |
kōbai-勾配 | helling; glooiing; hellend vlak |
kyūhan-急坂 | een steile helling |
kyūkeisha-急傾斜 | stijle [scherpe] helling |
mōguru-モーグル | mogul, een soort freestyle skiën (op bobbelige hellingen) |
nagare-流れ | schuin aflopen; afglijding; helling |
nobori-上り | klim; beklimming; bestijging; opstijgen; opgang; opkomst; het oprijzen; het omhooggaan; opvaart; opwaartse [oplopende] helling |
noborizaka-上り坂 | opwaartse [oplopende] helling; bergopwaarts; groeiend; herstellend (economie); verbetering (weer, gezondheid) |
oka-丘 | heuvel; helling; terp; heuvelrug |
ranpu-ランプ | helling, talud, schans; oprit naar snelweg |
rūpusen-ループ線 | spiraalvormige spoorlijn (b.v. om tegen een steile helling op te rijden) |
saka-坂 | heuvel; helling |
saka-坂 | hellingshoek; stijgingspercentage |
sandō-桟道 | een pad van houten planken (langs een steile berghelling) |
sanpuku-山腹 | helling (heuvel); berghelling |
senka-船架 | scheepshelling; dok; lier om kleine boten op het land te trekken |
shakō-斜坑 | tunnel [schacht] in een hellend vlak [berghelling] |
shamen-斜面 | hellend oppervlak; helling; glooiing |
shūto-シュート | stortkoker, glijgoot; helling |
soba-岨 | steile berghelling [rotswand] |
sowa-岨 | steile berghelling [rotswand] |
suitchibakku-スイッチバック | zigzagspoorweg (op een berghelling) |
sukījō-スキー場 | ski resort; skicentrum; skihelling |
surōpu-スロープ | helling; heuvel |
tsumasakiagari-爪先上がり | een opgaand [omhooglopend] pad; geleidelijk steiler wordende helling |
uraguchi-裏口 | bergbeklimming via de achterzijde van een berghelling |
yamahida-山襞 | plooien [groeven] op de berghelling |
yamajiro-山城 | kasteel op een bergtop [berghelling]; bergvesting |
yamasaka-山坂 | berghelling |
yamayaki-山焼き | het verbranden van (dor) gras op de berghellingen (in de lente) |
yurui-緩い | zacht [langzaam] hellend (dakvlak, helling, e.d.) |