handig / han-dig ( bn )
1器用な; 腕がよい; 手際のいい [vaardig met de handen]
2便利な; 手ごろな; 役に立つ [makkelijk te hanteren]
Kruisverwijzing
handig
| lemma | meaning |
|---|---|
| ageru-上げる | (aan een meerdere) geven; overhandigen |
| benpō-便法 | een handige manier [methode]; snelle oplossing; uitweg |
| benri-便利 | gemak; handigheid; geschiktheid |
| buchōhō-不調法 | achteloosheid; onhandigheid; ontoereikendheid; gebrek aan manieren [kennis] |
| bukakkō-不格好 | vormloosheid; onhandigheid; onbeholpenheid |
| bukitcho-不器用 | onhandigheid; onbekwaamheid; stunteligheid; tactloosheid |
| bukiyō-不器用 | onbekwaamheid; onhandigheid |
| busaiku-不細工 | onhandigheid; stunteligheid |
| chōhō-調法 | bruikbaarheid; handig te gebruiken |
| donkusai-鈍臭い | dom; klunzig; onhandig; dwaas; belachelijk |
| fuben-不便 | ongemak; onhandigheid |
| fuchō-不調 | (afk. voor) achteloosheid; onhandigheid; ontoereikendheid; gebrek aan manieren [kennis] |
| fuete-不得手 | zwak punt; zwakte; onhandigheid |
| futegiwa-不手際 | onhandigheid; geklungel; knoeiwerk; onkunde; wanbeleid |
| gikochinai-ぎこちない | ongemakkelijk; onhandig; onbeholpen; stijf; ruw; bot |
| handī-ハンディー | handig; draagbaar; handzaam; makkelijk te hanteren |
| hebo-へぼ | onhandig persoon; klungel; kluns |
| hebo-へぼ | geklungel, onhandigheid; gepruts; geknoei |
| heta-下手 | onbekwaamheid; onhandigheid; ondeskundigheid |
| heta-下手 | een onbekwaam [onhandig; ondeskundig] persoon |
| hetakuso-下手糞 | onbekwaam [onhandig, slecht; slordig; waardeloos] zijn |
| hidarikiki-左利き | iemand die linkshandig is |
| hidarikiki-左利き | linkshandigheid |
| hikiwatashi-引き渡し | oplevering; overhandiging; afgifte |
| hikiwatasu-引き渡す | overhandigen; afleveren; bezorgen; overdragen; uitleveren |
| hōben-方便 | een handige manier; geschikt middel; hulpmiddel |
| hodokosu-施す | uitdelen; overhandigen; schenken |
| jō-譲 | (in samenstellingen) geven; overhandigen; toekennen; doorgeven; verkopen |
| juju-授受 | geven en nemen; overdracht; overhandiging; uitwisseling |
| kanben-簡便 | eenvoudig [simpel; makkelijk; handig] zijn |
| keiben-軽便 | handig [eenvoudig; praktisch] zijn |
| kiyō-器用 | bekwaamheid; handigheid |
| kōfu-交付 | overhandiging; uitvaardiging; verlening; toekenning; uitgifte |
| kokyū-呼吸 | vaardigheid; truc; handigheid |
| kotsu-こつ | kneep(je); handigheid; truc |
| kumen-工面 | vindingrijkheid; het handig voor elkaar krijgen; het op een creative manier verzamelen van geld [goederen] |
| maewatashi-前渡し | vooruitbetaling; vooruit bezorging [overhandiging] van goederen [bestelling] |
| mamechishiki-豆知識 | basiskennis; oppervlakkige kennis; handige informatie |
| mazui-不味い | onhandig; onbeholpen; stuntelig |
| migikiki-右利き | rechtshandigheid |
| migikiki-右利き | iemand die rechtshandig is |
| miginage-右投げ | (honkbalterm) rechtshandige worp |
| motamota-もたもた | traag en onhandig; treuzelend |
| nagashiuchi-流し打ち | (bij honkbal) een slag van een rechtshandige slagman naar het rechtsveld, of een linkshandige slagman naar het linksveld |
| nareru-慣れる | ervaren [handig] worden; (door ervaring) een expert worden |
| neta-ねた | truc; handigheid; instrument |
| nigate-苦手 | zwakte; zwak punt; onhandigheid; onkundigheid |
| omoi-重い | onhandig; sloom; langzaam |
| pakuru-ぱくる | stelen; wegpakken; afhandig maken (van geld of goederen); zwendelen |
| rakujō-落城 | overhandiging van iets dat men niet kan blijven (be)houden; instemming na aanhoudende verzoeken |
| saiku-細工 | handigheid; listigheid; vindingrijkheid |
| sausupō-サウスポー | linkshandige werper (honkbal); linkshandige bokser; linkerhand |
| shiben-至便 | zeer handig [geschikt; gunstig] |
| shintei-進呈 | het overhandigen [aanbieden] van iets (een gift, e.d.); presentatie |
| shinteisuru-進呈する | overhandigen [aanbieden] van iets (een gift, e.d.) |
| suitchihittā-スイッチヒッター | (Eng.: switch hitter) een honkbalspeler die zowel rechts- als linkshandig kan slaan |
| tadotadoshii-たどたどしい | onhandig; stamelend; niet vloeiend (spreken, e.d.) |
| tatakidaiku-叩き大工 | een beginnende [slechte; onhandige] timmerman |
| tedare-手足れ | bedrevenheid; vaardigheid; handigheid |
| tegoro-手頃 | handformaat; handig; praktisch; makkelijk te hanteren |
| tekuda-手管 | truc; list; handigheid |
| teren-手練 | handigheid; sluwheid; slinksheid |
| teshō-手性 | handigheid |
| teuchi-手打ち | een samurai die eigenhandig iemand lager in rang executeerde |
| teuchi-手打ち | het eigenhandig maken van soba, udon, e.d. (zonder machinale hulp) |
| umaku-うまく | goed; bekwaam; handig |
| uriwatasu-売り渡す | iets aan iemand verkopen (en overhandigen) |
| watashi-渡し | bezorging; aflevering; overhandiging |
| watasu-渡す | overhandigen; afleveren |
| waza-技 | techniek; vaardigheid; handigheid; manoeuvre |
| yakudatsu-役立つ | nuttig [bruikbaar; handig] zijn |
| yarikuchi-遣り口 | manier (van doen); handigheid; truc |
| yokosu-寄越す | verzenden; doorsturen; bezorgen; overhandigen |