dabora-駄法螺 | grootspraak; opschepperij |
hora-法螺 | opschepperij; bluf; grootspraak |
jimanbanashi-自慢話 | opschepperij; grootspraak |
kien-気炎 | grootspraak; opschepperij |
kochō-誇張 | overdrijving; hoogdravendheid; grootspraak |
kōgen-広言 | grootspraak; opschepperij |
kōgen-高言 | grootspraak; opschepperij |
koshō-誇称 | overdrijving; grootspraak |
kuchihabattai-口幅ったい | grootspraak; opschepperij |
kyosei-虚勢 | bluf; grootspraak; bravoure; dikdoenerij |
ooburoshiki-大風呂敷 | grootspraak; opschepperij; gezwets; bluf |
oogesa-大袈裟 | overdrijving; grootspraak |
sōgo-壮語 | overdrijving; grootspraak; opschepperij |
taigensōgo-大言壮語 | grootspraak; opschepperij |