Kruisverwijzing
generatie
lemma | meaning |
---|---|
akka-悪化 | achteruitgang; verslechtering; degeneratie; neergang |
bebiibūmā-ベビーブーマー | babyboomer(s) (generatie mensen geboren na de tweede wereldoorlog, ca. 1946-1960) |
bīto・jenerēshon-ビート・ジェネレーション | beatgeneratie (jaren 50) |
dai-代 | generatie; tijdperk; dynastie; regeringsperiode; heerschappij |
daidai-代代 | vele [opeenvolgende] generaties |
dejinere-デジネレ | iemand die lichamelijke en geestelijke tekenen van degeneratie vertoont |
fudai-譜代 | opeenvolgende generaties |
hensei-変性 | degeneratie; denaturatie (biochemie) |
ichidai-一代 | generatie |
ifū-遺風 | overgeleverde traditie; lessen en kennis doorgegeven door vorige generaties |
issei-一世 | de eerste van een koning of keizer waarbij de naam van de vorst tevens in de volgende generaties voorkomt (b.v.: Willem I der Nederlanden) |
issei-一世 | generatie |
jenerēshon-ジェネレーション | generatie |
jūdai-十代 | de tiende generatie; 10 generaties |
kagyō-家業 | binnen een familie (van generatie op generatie) doorgegeven beroepen en technieken |
kaisei-回生 | (elektriciteit) regeneratie (versterking door terugkoppeling) |
kaiseizōfuku-回生増幅 | regeneratieve versterking (bij lasers) |
kashoku-家職 | een beroep dat (van generatie op generatie) is doorgegeven in de familie; familiebedrijf |
kōsei-後世 | de eeuwen hierna; toekomstige generaties; nageslacht |
kōshin-後進 | junior; jongere(n); jongere generatie |
matsudai-末代 | alle [toekomstige] generaties |
nendai-年代 | generatie |
nisei-二世 | tweede generatie Japanner (of Koreaan); kind van een Japanner die in het buitenland is geboren (en die nationaliteit heeft) |
nisei-二世 | tweede generatie (binnen een familie) |
nisetaijūtaku-二世帯住宅 | één huis dat opgedeeld is in twee huishoudens (zodat twee generaties, ouders en kinderen, apart kunnen wonen) |
ōhanhensei-黄斑変性 | maculadegeneratie (oogziekte) |
rekidai-歴代 | opeenvolgende generaties; van vroeger tot nu; |
rekka-劣化 | verval; aantasting; verslechtering; degeneratie |
ressei-列世 | opvolgende generaties; generaties lang |
rōho-老舗 | winkelonderneming met een lange geschiedenis, die van generatie op generatie wordt voortgezet |
rosuto・jenerēshon-ロスト・ジェネレーション | verloren generatie (m.n. na de eerste WO) |
saisei-再生 | reanimatie; regeneratie |
sanze-三世 | drie generaties (vader, zoon, kleinzoon) |
sanze-三世 | derde generatie Japanner (in het buitenland) |
sedai-世代 | generatie |
sedaikōtai-世代交代 | generatiewisseling; verjonging (b.v. van personeel in een bedrijf) |
seinen-青年 | de jeugd; jongere(n); jongere generatie; een jong iemand; teenager; tiener |
senzogaeri-先祖返り | atavisme; erfelijke terugslag (genetische eigenschappen die generaties overslaan en dan weer terugkomen) |
seze-世世 | generaties lang; vele generaties; generatie na generatie |
shinchintaisha-新陳代謝 | vernieuwing; regeneratie |
shinise-老舗 | winkelonderneming met een lange geschiedenis, die van generatie op generatie wordt voortgezet |
shinsedai-新世代 | nieuwe generatie |
shodai-初代 | de eerste generatie |
suenoyo-末の世 | latere generaties; latere jaren; in de toekomst |
suitai-衰退 | atrofie; degeneratie |
yangā・jenerēshon-ヤンガー・ジェネレーション | jonge(re) generatie |
yoyo-代代 | vele [opeenvolgende] generaties |
zendai-前代 | vorige generatie; vroeger [eerder] tijdperk |
zenerēshon-ゼネレーション | generatie |