fukujūsuru-服従する | gehoorzamen |
fukusuru-服する | gehoorzamen; zich onderwerpen aan; accepteren; zich houden aan |
fushōfuzui-夫唱婦随 | (de opvatting:) een vrouw moet haar man gehoorzamen [moet doen wat haar man vraagt] |
junshusuru-遵守する | naleven; gehoorzamen; zich houden aan; eerbiedigen |
kisuru-帰する | zich overgeven; gehoorzamen |
sakarau-逆らう | niet gehoorzamen; rebelleren |
shitagau-従う | gehoorzamen; (na)volgen |
tatetsuku-盾突く | trotseren; tarten; zich verzetten; niet gehoorzamen; in opstand komen |
ubenau-諾う | toestemmen; instemmen; bevestigen; akkoord gaan; gehoorzamen |