| gaburi-がぶり | (onomatopee) met grote happen eten; met grote slokken drinken; alles tegelijk doorslikken [naar binnen werken] |
| marunomi-丸呑み | iets heel doorslikken (zonder te kauwen) |
| nomikomu-飲み込む | slikken; doorslikken; inslikken |
| nomikudasu-飲み下す | doorslikken; opslokken |
| nomu-飲む | innemen; iets doorslikken |
| suikomu-吸い込む | inhaleren; inademen; opzuigen; doorslikken |
| ukai-鵜飼い | het vissen met aalscholvers (ze worden gebruikt om vissen te vangen, met een ring om hun hals zodat ze alleen kleine vissen zelf kunnen doorslikken) |
| unomi-鵜呑み | het iets in zijn geheel doorslikken [inslikken] |