deur / deur ( de (m/v) | znw | deuren )
1ドア; 扉
(van) deur tot deur (huis-aan-huis)
ドアツードア(で)
ドアツードア(で)
Kruisverwijzing
deur
| lemma | meaning |
|---|---|
| agureman-アグレマン | agrement (officiële goedkeuring vooraf van een ontvangend land voor de komst van ambassadeurs en gezanten) |
| akehanasu-開け放す | (van ramen of deuren) wijd openen [opengooien]; open laten staan |
| akehanatsu-開け放つ | (van ramen of deuren) wijd openen [opengooien]; open laten staan |
| akōdion・doa-アコーディオン・ドア | vouwdeur; harmonicadeur; accordeondeur |
| amido-網戸 | hor; hordeur; insectengaas |
| anbasadā-アンバサダー | ambassadeur |
| banpingu-バンピング | een deur ontgrendelen met een speciaal ontwikkelde sleutel (klopsleutel of slagsleutel) |
| chibi-ちび | klein kind; kleintje; onderdeurtje |
| deiriguchi-出入口 | ingang en uitgang; deuropening; (toegangs)poort |
| doa-ドア | deur |
| doa・ai-ドア・アイ | kijkgaatje in een deur (om bezoekers te kunnen zien) |
| fusuma-襖 | fusuma, een Japanse schuifdeur van papier in een houten frame |
| fusumae-襖絵 | schildering op een fusuma (Japanse schuifdeur van papier in een houten frame) |
| gaikōdan-外交団 | corps diplomatique (ambassadeurs en consuls) |
| gaishoku-外食 | het buiten de deur eten; buitenshuis eten; uiteten |
| gaishokusuru-外食する | buiten de deur eten; buitenshuis eten; uiteten |
| garasudo-ガラス戸 | glazen deur |
| genkanguchi-玄関口 | toegangspoort; ingang; voordeur; vestibule |
| gōsei-豪勢 | grandeur; pracht; praal |
| hatchi-ハッチ | vliegtuigdeur |
| hatchibakku-ハッチバック | hatchback, auto met vijfde deur (en carrosserie met korte achterkant) |
| hatchibakku-ハッチバック | hatchback, vijfde deur (van een auto) |
| hikitateru-引き立てる | (deuren, luiken, etc.) dichtschuiven |
| hikiukenin-引受人 | acceptant (van een wissel); assuradeur; borgsteller |
| hitotarashi-人たらし | oplichter; fraudeur |
| itado-板戸 | houten deur |
| jizaitobira-自在扉 | draaideur |
| jōmae-錠前 | (deur)slot; grendel |
| kado-門 | poort; ingang; deur(opening); doorgang |
| kadoguchi-門口 | in- of uitgang van een huis; (kleine) deur in een poort |
| kagonuke-籠抜け | iemand oplichten en dan met geld of goederen (via de achterdeur) ervandoor gaan [wegglippen] |
| kaichō-開帳 | het openen (op bepaalde dagen) van de gordijnen of deuren van een heiligdom, zodat het publiek het verborgen Boeddhabeeld kan zien |
| kaijō-開場 | het opengaan van de deuren van een zaal [theater] (voor een voorstelling) |
| kaitendoa-回転ドア | draaideur |
| kakegane-掛け金 | (deur)klink |
| kakko-各戸 | (lett. elke deur) elk huis |
| kamoi-鴨居 | latei; bovenbalk (voor schuifdeuren) |
| kannonbiraki-観音開き | openslaande deuren [ramen] |
| karakami-唐紙 | fusuma (schuifdeuren), bedekt met Chinees papier |
| karakami-唐紙 | Chinees papier met patronen erop gedrukt (in de Heian periode gebruikt als schrijfpapier, en later voor het bedekken van fusuma (schuifdeuren)) |
| kōshi-格子 | (afk. voor) traliedeur; roosterdeur |
| kōshido-格子戸 | traliedeur; roosterdeur |
| kuchiguchi-口口 | elke ingang [deur] |
| kūpe-クーペ | coupé (tweedeurs carrosserietype voor personenauto's) |
| kyatchā-キャッチャー | knip (op een deur, etc.) |
| manzai-万歳 | entertainers, die vroeger bij Nieuwjaarsfeesten van deur tot deur gingen om de mensen te vermaken |
| matto-マット | mat; deurmat |
| mon-門 | poort; ingang; deur(opening); doorgang |
| monko-門戸 | deur; deuropening; poort |
| monkokaihō-門戸開放 | opendeurpolitiek; opendeurbeleid |
| monkokaihōseisaku-門戸開放政策 | opendeurpolitiek; opendeurbeleid |
| monpi-門扉 | de deur(en) van de poort |
| monzenbarai-門前払い | weigering om binnen te laten [wegsturing] van een bezoeker aan de deur |
| morijio-盛り塩 | een hoopje zout bij de voordeur (van restaurants, etc.) als gelukaanbrenger |
| naigenkan-内玄関 | zijdeur; zijingang |
| ningoku-任国 | het land waar je wordt benoemd als ambassadeur, gezant of consul |
| nokkā-ノッカー | deurklopper |
| noren-暖簾 | een traditioneel Japans gordijn, hangend in een deuropening (m.n. in winkels, restaurants, e.d.) |
| obizan-帯桟 | horizontale balken in een constructie (zoals bij een schuifdeur) |
| ōpun・doa-オープン・ドア | open deur; openstaande [geopende] deur |
| ōpun・doa-オープン・ドア | opendeur-; vrijhandel |
| orido-折り戸 | vouwdeur; harmonicadeur |
| otoshi-落とし | een stuk hout dat in een gat in de drempel wordt gezet om te voorkomen dat de deur opengaat |
| rakugaki-落書き | graffiti; gekrabbel (op muren, deuren, omheiningen, schuttingen, e.d.) |
| ranma-欄間 | een traliewerk of opengewerkt paneel (voor licht of ventilatie, boven schuifdeuren) |
| rippa-立派 | pracht; grandeur; elegantie |
| sagishi-詐欺師 | fraudeur; bedrieger; oplichter; zwendelaar |
| sedan-セダン | sedan (vierdeurs personenwagen) |
| sedo-背戸 | achterdeur; achterpoort; achteringang; achteruitgang |
| shisetsu-使節 | gezant; ambassadeur |
| shōji-障子 | traditionele Japanse schuifdeur gemaakt van een houten raamwerk met (rijst)papier |
| sugido-杉戸 | een deur gemaakt uit één stuk cederhout; cederhouten deur |
| suimon-水門 | sluis; sluisdeur |
| taishi-大使 | ambassadeur |
| takiguchi-焚き口 | branddeur (b.v. van een keukenfornuis) |
| tategu-建具 | traditionele Japanse (houten) (schuif) deuren, ramen, screens, kasten, etc. |
| tateguya-建具屋 | Japanse timmerman (maker van traditionele schuifdeuren, kasten, etc.) |
| to-戸 | deur |
| tobakuchi-とば口 | ingang; deuropening |
| tobira-扉 | deur; openslaande deuren; poort |
| tobukuro-戸袋 | opbergruimte (aan de rand van de dorpel) voor stormdeuren [luiken] van traditionele Japanse huizen |
| toguchi-戸口 | deur; deuropening |
| toguruma-戸車 | rolwiel van een schuifdeur [schuifwand] |
| tokumeizenkentaishi-特命全権大使 | buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur |
| tomegu-留め具 | sluiting; gesp; haak; knip; grendel; veerslot (van een deur) |
| toritsugi-取り次ぎ | ontvangst; (de deur) opendoen; bezoek binnenlaten |
| toritsugu-取り次ぐ | gasten ontvangen; de deur opendoen; de telefoon aannemen |
| tsuiren-対聯 | duilian (Chinese nieuwjaarsversiering, bestaande uit twee rode langwerpige stroken met kalligrafie die aan weerszijden van een deur worden gehangen) |
| tsumado-妻戸 | een dubbele deur aan de gevelzijde van een villa (Heian periode) |
| tsumado-妻戸 | (dubbele) houten deur van een huis (m.n. naar de tuin) |
| uchigenkan-内玄関 | zijdeur; zijingang |
| uraguchi-裏口 | achterdeur; achteringang |
| uraguchi-裏口 | (fig.) achterdeur; illegaal binnenkomen; op frauduleuze wijze doen; toegang (tot universiteit, bedrijf, e.d.) zonder te voldoen aan toelatingseisen |
| urakido-裏木戸 | achterpoort; achteringang; achterdeur |
| uwabari-上張り | bekleding; behang; bedekking (van schuifdeuren, plafonds, muren, e.d.) |
| yarido-遣り戸 | schuifdeur |
| yobirin-呼び鈴 | bel; zoemer; deurbel |
| yōjinbō-用心棒 | (deur)grendel; staaf voor het vergrendelen van deur of poort |
| zenkentaishi-全権大使 | gevolmachtigd ambassadeur |