demonstreren / de-mon-stre-ren ( ww )
1論証ろんしょうする; 説明せつめいする [aantonen]
2実物じつぶつ宣伝せんでんする; 実演販売じつえんはんばいする [verkoopdemonstratie doen]
3おもて [laten zien [doorschemeren] (van emoties, e.d.)]
4デモをする; 示威じい運動うんどうをする [aan een (protest) demonstratie deelnemen]