contact / con-tact ( het (o) | znw | contacten )
1接触; コンタクト [aanraking]
2連絡 [verbinding]
3仲介者 [contactpersoon]
Zie ook: contactpersoon
Kruisverwijzing
contact
lemma | meaning |
---|---|
ai・kontakuto-アイ・コンタクト | oogcontact |
ataru-当たる | raken; aanraken; in contact [aanraking] komen (met) |
autoretto-アウトレット | stopcontact |
bosen-母線 | spanningsrail; stroomrail; contactrail |
buin-無音 | een lange stilte; lang zonder contact (b.v. briefwisseling, e.d.); het niets van zich laten horen gedurende een lange periode |
fureau-触れ合う | met elkaar in contact komen; elkaar aanraken |
furiau-振り合う | elkaar aanraken; contact maken |
hizazume-膝詰め | face to face; vis-à-vis; direct [recht] tegenover elkaar; rechtstreeks [persoonlijk] contact |
igunisshon-イグニッション | (in een auto) ontsteking; contactknop |
igunisshonkī-イグニッションキー | contactsleutel |
ikichigai-行き違い | het elkaar voorbij lopen [passeren] (zonder ontmoeting; contact) |
inshin-音信 | bericht; nieuws; brief; contact; communicatie |
jinmyaku-人脈 | persoonlijke [zakelijke] contacten; netwerk |
kairi-乖離 | vervreemding; het uit elkaar groeien; het verwateren van een contact |
kaotsunagi-顔繋ぎ | het (regelmatig) contact houden [bij elkaar komen] |
kone-コネ | (persoonlijke) contacten; connectie(s); relatie(s) |
konekushon-コネクション | relatie(s); (persoonlijke) contacten |
kunniringusu-クンニリングス | (oraal-genitaal contact) cunnilingus [cunnilinctus]; het beffen |
madoguchi-窓口 | contactpersoon; degene die achter het loket zit |
megao-目顔 | oogopslag; blik; oogcontact |
meishi-名刺 | vissitekaartje; naamlkaartje (ook met beroep-, contactgegevens e.d.) |
mekubase-目配せ | het knipogen; met oogcontact [een blik] (iets) te kennen geven |
mekubasesuru-目配せする | knipogen; met oogcontact [een blik] (iets) te kennen geven |
mokurei-目礼 | groet door een oogcontact |
omotekata-表方 | (in het theater) personeel dat in direct in contact staat met de bezoekers (kaartverkopers, begeleiders etc) |
onshin-音信 | bericht; nieuws; brief; contact; communicatie |
renraku-連絡 | verbinding; contact; communicatie |
renrakusuru-連絡する | contact maken (met); communiceren; laten weten |
sashikomi-差し込み | stekker; contactdoos (electra) |
seishō-政商 | een zakenman met politieke contacten [invloed] |
sesshoku-接触 | contact; aanraking |
sesshokusuru-接触する | aanraken; aantikken; contact maken; in contact komen (met) |
setten-接点 | contact; raakpunt; verbinding |
soketto-ソケット | (elektriciteit) fitting; contactdoos |
sukinshippu-スキンシップ | intimiteit [huidcontact] tussen moeder en kind |
tāminaru-ターミナル | (techniek) aansluitklem; contactklem |
tantōsha-担当者 | leidinggevende; de verantwoordelijke persoon; coördinator; contactpersoon |
tezuru-手蔓 | verbinding; contact |
ukiagaru-浮き上がる | het contact verliezen; uit het oog verliezen; vervreemden |
yukichigai-行き違い | het elkaar voorbij lopen [passeren] (zonder ontmoeting; contact) |