Kruisverwijzing
shinto
| lemma | meaning |
|---|---|
| betsugū-別宮 | ondergeschikte schrijn (binnen een shinto heiligdom) |
| dōsha-同社 | hetzelfde Shinto heiligdom; dat heiligdom |
| fujo-巫女 | tempelmaagd, dienares (en medium) bij een Shinto-schrijn |
| gaien-外苑 | buitentuin (van shintō schrijn, tempel of paleis) |
| gankake-願掛け | gebed; (smeek)bede; verzoek aan Shinto goden of Boeddha's |
| ganmon-願文 | schriftelijk gebed; verzoekschrift (gericht aan een Boeddha, shinto-god, e.d.) |
| gohei-御幣 | een houten staf versierd met twee zigzagvormige papieren slingers (shide), gebruikt bij Shinto-rituelen |
| gongenzukuri-権現造り | een shinto heiligdom waarbij het hoofdgebouw en de hal voor erediensten verbonden zijn door een overdekte gang |
| gōshi-合祀 | de verering van eenzelfde god in meerdere shinto heiligdommen [schrijnen] |
| gōshi-合祀 | de verering van twee of meer goden in een shinto heiligdom [schrijn] |
| gūji-宮司 | hoofd priester van een shinto-heiligdom |
| haiden-拝殿 | een buitenste gebedshal [oratorium] van een shintō heiligdom (voor de hoofdschrijn) |
| hei-幣 | stroken stof voor de goden (Shinto) |
| heiden-幣殿 | offerhal tussen de gebedshal en het hoofdschrijn (van een shintō heiligdom) |
| heihaku-幣帛 | een offer aan de goden tijdens een Shinto-ritueel |
| himachi-日待ち | (lett.: het wachten op de zon) een bijeenkomst waarbij mensen samen bidden en wachten op de opkomst van de zon (Shinto) |
| hitorizumō-一人相撲 | alleen bewegingen uitvoeren van een sumoworstelaar (als Shinto ritueel of als straatoptreden) |
| hokora-祠 | een kleine Shinto-schrijn (langs de kant van de weg) |
| honden-本殿 | hoofdschrijn in een shintō heiligdom |
| hongū-本宮 | hoofdschrijn (binnen een shinto heiligdom); oorspronkelijke schrijn |
| hōnō-奉納 | offering aan shinto goden of Boeddha's (van goederen of demonstraties van dans, oude krijgskunsten, e.d) |
| jichinsai-地鎮祭 | de ceremonie van het zuiveren van een bouwterrein bij de aanvang van de bouw van een Shinto heiligdom |
| jingū-神宮 | (lett. paleis van de goden) een shinto schrijn [heiligdom] |
| jinja-神社 | Shinto-tempel |
| jisha-寺社 | (boeddhistische) tempel en (shintō) heiligdom [schrijn] |
| kagura-神楽 | ceremoniële dans in het Shinto ritueel |
| kagurauta-神楽歌 | kagura-lied (lied gezongen bij de ceremoniële dans in het Shinto ritueel |
| kamidana-神棚 | (plank met) Shinto huisaltaar |
| kamioroshi-神降ろし | aanroeping (in een shinto heiligdom) van een medium aan een god om (tijdelijk) bezit van haar te nemen om voorspellende uitspraken te kunnen doen |
| kanchō-管長 | hoofdabt; hoofdpriester (boeddhisme of Shintoïsme) |
| kankō-還幸 | terugkeer van een heilig voorwerp (shintai) naar een shinto tempel |
| kannushi-神主 | een Shinto priester |
| kanpeichūsha-官幣中社 | kanpei-chūsha (middelste klassering van een Shintō heiligdom) |
| kanpeishōsha-官幣小社 | kanpei-shōsha (lage klassering van een Shintō heiligdom) |
| kanpeitaisha-官幣大社 | kanpei-taisha (hoge klassering van een Shintō heiligdom) |
| kanzukasa-主神 | overheidsfunctionaris die verantwoordelijk is voor Shintō-rituelen (ritsuryō-systeem) |
| katashiro-形代 | een papieren pop die in Shinto rituelen wordt gebruikt voor zuivering |
| kie-帰衣 | aanvaarding van een geloof (shinto, boeddhisme, e.d.) |
| kokuheichūsha-国幣中社 | kokuhei-chūsha (middelste klassering van een Shintō heiligdom in een prefectuur) |
| kokuheishōsha-国幣小社 | kokuhei-shōsha (lage klassering van een Shintō heiligdom van een prefectuur) |
| kokuheitaisha-国幣大社 | kokuhei-taisha (hoge klassering van een Shintō heiligdom in een prefectuur) |
| miko-巫女 | tempelmaagd, dienares (en medium) bij een Shinto-schrijn |
| mikoshi-神輿 | (shinto) palankijn [draagbare schrijn] die voor een religieuze viering door een groot aantal buurtbewoners in een parade gedragen wordt |
| miya-宮 | (shinto) tempel |
| miyai-宮居 | (shinto) schrijn |
| miyamairi-宮参り | bezoek aan een Shinto-schrijn [heiligdom] (met baby's, binnen 30 dagen na hun geboorte) |
| motomiya-元宮 | de hoofd-schrijn binnen het shinto heiligdom |
| natsumatsuri-夏祭り | festivals [plechtigheden] in Shintō tempels, die worden gehouden in de zomer |
| negi-禰宜 | een shinto-priester |
| okimono-置物 | ornament in een nis of op een boeddhistisch [shintoïtisch] altaar |
| ōnusa-大幣 | een houten staf met meerdere slingers van stof of papier (shide), gebruikt bij Shinto-rituelen |
| ryōbu-両部 | (afk. voor) syncretisme tussen Shintoïsme en Boeddhisme (van Shintoïsme vanuit het perspectief van het Shingon-boeddhisme) |
| ryōbushintō-両部神道 | syncretisme tussen Shintoïsme en Boeddhisme (gebaseerd op een interpretatie van Shintoïsme vanuit het perspectief van het Shingon-boeddhisme) |
| ryōnagare-両流れ | dakstijl voor de hoofdschrijn van een shinto heiligdom (waarbij de dakranden (voor-achter of links-rechts) glooiingen hebben aan beide zijden) |
| ryōnagarezukuri-両流造 | dakstijl voor de hoofdschrijn van een shinto heiligdom (waarbij de dakranden (voor-achter of links-rechts) glooiingen hebben aan beide zijden) |
| saiji-祭事 | (Shinto) ritueel; ceremonie; dienst |
| saijin-祭神 | (shintō) godheid van een heiligdom |
| saitansai-歳旦祭 | nieuwjaarsfeest (een Shinto ritueel om het nieuwe jaar in te wijden, gevolgd door een sake (rijstwijn) ceremonie en mochi (gestampte rijst) ceremonie |
| sansankudo-三三九度 | (bij Shinto-huwelijksritueel) het drinken van kopjes sake door het bruidspaar (eerst de man 3, dan de vrouw 3, dan de man weer 3 kopjes, totaal 9) |
| sekimonshingaku-石門心学 | moraalfilosofie, die het confucianisme, boeddhisme en shintoïsme combineerde, gesticht door Ishida Baigan (1685-1744) |
| shaden-社殿 | hoofdgebouw van een shinto heiligdom |
| shagōhyō-社号標 | pilaar [aanduiding] met de naam van een shinto heiligdom |
| shahō-社宝 | kunstbezit van een (shintō) heiligom |
| shaji-社寺 | shintō heiligdom [schrijn] en boeddhistische tempel |
| shide-四手 | zigzagvormige papieren slingers, gebruikt bij Shinto-rituelen |
| shidō-祠堂 | een kleine constructie [klein gebouw] waar Shinto goden of Boeddha's worden geëerd |
| shikan-祠官 | een Shinto priester |
| shinbashira-心柱 | (Tenrikyō shintō) hoofdpriester; leider |
| shinbutsubunri-神仏分離 | (1868) de scheiding van Shinto en Boeddhisme (van shinto goden en boeddha's, van boeddhistische tempels en shinto heiligdommen) |
| shinbutsushūgō-神仏習合 | (theoretische) samenvloeiing van shinto en boeddhisme |
| shinden-神殿 | shinto heiligdom [schrijn] |
| shingaku-心学 | moraalfilosofie, die het confucianisme, boeddhisme en shintoïsme combineerde, gesticht door Ishida Baigan (1685-1744) |
| shinji-神事 | eredienst en rituelen voor shinto goden |
| shinjin-神人 | (in Okinawa) een meisje die in een Shintō-heiligdom werkt |
| shinkyō-神橋 | een brug op het terrein van een (shinto) heiligdom |
| shinme-神馬 | heilig paard (in een shinto schrijn) |
| shinshiki-神式 | shinto ritueel [ceremonie] |
| shinshoku-神職 | Shinto priesterschap |
| shinshoku-神職 | Shinto priester |
| shintai-神体 | heilig voorwerp (dat wordt aanbeden) in een Shinto tempel |
| shintō-神道 | Shinto, (etnische) religie van Japan |
| shin'yo-神輿 | (shinto) palankijn [draagbare schrijn] die voor een religieuze viering door een groot aantal buurtbewoners in een parade gedragen wordt |
| shōtai-正体 | (shinto) de geest van een god(heid) die in een voorwerp huist |
| shugendō-修験道 | Japans berg ascetisme (een samensmelting van verschillende religieuze stromingen, zoals Boeddhisme en Shinto) |
| shukubō-宿坊 | ruimte voor shinto-priesters voor religieuze reiniging [purificatie] e.d |
| taisha-大社 | grote [belangrijke] shinto tempel [schrijn] |
| tayū-大夫 | Shinto priester (van een lage rang) |
| torii-鳥居 | toegangspoort tot een Shintō heiligdom |
| ujiko-氏子 | parochiaan [gemeentelid] van een shinto heiligdom |
| yashiro-社 | een shinto heiligdom [schrijn] |