akimaki-秋蒔き | het zaaien in de herfst |
bōshu-芒種 | (lett. zaad in kafnaald) tijd om graan te zaaien (één van de 24 seizoenen van de zonnekalender, ca. 6 juni) |
hachijūhachiya-八十八夜 | de 88ste dag sinds het begin van de lente (wordt beschouwd als een goede dag om te zaaien) |
hayamaki-早蒔き | vroeg (in het seizoen) zaaien |
jikamaki-直播き | directe bezaaiing (het zaaien direct in het veld) |
kennawa-間縄 | een touw dat wordt gebruikt om de plantafstand te markeren bij het zaaien of planten van zaailingen |
makitsuke-蒔き付け | het zaaien; zaad strooien |
maku-蒔く | zaaien |
osomaki-遅蒔き | het laat (in het seizoen) zaaien |
sakuzuke-作付け | het planten [aanplanten; zaaien] van gewassen |
shūkō-秋耕 | het zaaien in de herfst |
tanemaki-種蒔き | het zaaien; zaad (over een akker) strooien |