winst / winst ( de (v) | znw | winsten )
1儲け; 利益 [financieel]
2勝利 [sport, e.d.]
Kruisverwijzing
winst
| lemma | meaning |
|---|---|
| aiboshi-相星 | (sumoworstelaars die) evenveel winst -en verliespartijen hebben als de ander |
| ararieki-粗利益 | brutowinst |
| baibaisaeki-売買差益 | handelswinst; winst uit koop- en verkoop |
| baikyakueki-売却益 | verkoopwinst; winst uit verkoop |
| bēguru-ベーグル | (tennis) setwinst of -verlies met 6-0 |
| chōkeshi-帳消し | het wegstrepen (winst of verlies); compenseren |
| eigyōson'eki-営業損益 | operationele winstmarge; winst en verlies in bedrijfsvoering [handel, e.d.] |
| ekikin-益金 | winst; opbrengst; profijt |
| ekonomikku・animaru-エコノミック・アニマル | economisch dier (term gebruikt voor mensen die alleen economische winst nastreven) |
| gein-ゲイン | winst; profijt; voordeel |
| genkairieki-限界利益 | dekkingsbijdrage; marginale winst |
| gen'eki-減益 | een winstdaling |
| gezerushafuto-ゲゼルシャフト | (sociologie) Gesellschaft; winstmaatschappij (een samenleving gebaseerd op eigenbelang) |
| haitō-配当 | dividend; winstuitkering |
| hieki-裨益 | voordeel; profijt; winst |
| hitomōke-一儲け | het maken van winst; eenmalige winst |
| hotto・manē-ホット・マネー | (Eng.: hot money) geld dat tussen financiële instellingen wordt uitgewisseld in een poging de rente of vermogenswinst te maximaliseren |
| ikkakusenkin-一攫千金 | in één klap rijk worden; in één keer enorme winst behalen |
| isshitsurieki-逸失利益 | gederfde winst (vermogensschade die bestaat uit het gemis van winst) |
| jisshū-実収 | nettowinst; netto opbrengst; netto inkomen |
| jitsueki-実益 | netto winst; gerealiseerde winst |
| jitsugyō-実業 | (winstbeogende) onderneming |
| jōtoshotoku-譲渡所得 | vermogenswinst |
| junri-純利 | nettowinst; netto resultaat [opbrengst] |
| junrieki-純利益 | nettowinst; nettoresultaat |
| kabubaikyakueki-株売却益 | winst op verkoop van aandelen |
| kachi-勝ち | overwinning; zege; winst |
| kachimake-勝ち負け | winnen of verliezen; overwinning of nederlaag; winst of verlies |
| kachime-勝ち目 | winstkansen; kans op overwinning |
| kanemōke-金儲け | het geld verdienen; winst maken |
| kawasesaeki-為替差益 | valutawinsten; (wissel)koerswinsten |
| kawasesaitei-為替裁定 | winst maken door verschillen in wisselkoersen |
| keijōrieki-経常利益 | reguliere [terugkerende] winsten (voortvloeiend uit de gewone bedrijfsactiviteiten van een onderneming) |
| kōekihōjin-公益法人 | (jur.) een rechtspersoon [stichting; instelling] van algemeen nut [openbaar belang]; een stichting zonder winstoogmerk |
| koteishisanbaikyakueki-固定資産売却益 | winst op de verkoop van vaste activa |
| kyapitaru・gein-キャピタル・ゲイン | vermogenswinst; koerswinst |
| kyori-巨利 | enorme winst; veel profijt |
| kyūkinzumō-給金相撲 | (in een sumo toernooi) de beslissende partij die bepaalt of de worstelaar meer winst of meer [8] verliespartijen heeft |
| mājin-マージン | winstmarge |
| mākuappu-マークアップ | winstmarge |
| marumōke-丸儲け | een duidelijke [afgetekende] winst |
| mōkaru-儲かる | winstgevend zijn; rendabel zijn |
| mōke-儲け | winst; opbrengst; inkomsten |
| mōkeru-儲ける | verkrijgen; (geld) verdienen; winst maken; inkomsten genereren |
| ooana-大穴 | een grote [onverwachte; verrassende] winst |
| ozzu-オッズ | winstkansen; waarschijnlijkheid om te winnen (bij een weddenschap b.v.) |
| pei-ペイ | rendabel [winstgevend] zijn |
| purasu-プラス | winst; voordeel |
| rieki-利益 | winst; opbrengst; profijt |
| riekijōyokin-利益剰余金 | ingehouden winst |
| riekiritsu-利益率 | winstpercentage |
| riekishakai-利益社会 | (sociologie) Gesellschaft; winstmaatschappij (een samenleving gebaseerd op eigenbelang) |
| rigai-利害 | voordeel en nadeel; winst en verlies |
| rigui-利食い | winstneming (op de beurs) |
| rijun-利潤 | rendement; opbrengst; winst |
| rijunritsunokeikōtekiteikanohōsoku-利潤率の傾向的低下の法則 | de wet van de tendentieuze daling van de winstvoet |
| rizayakasegi-利鞘稼ぎ | speculatie; het speculeren (met winstmarges) |
| saisan-採算 | winst uit onderneming; handelswinst |
| saisankakaku-採算価格 | kostendekkende [winstgevende] prijs |
| saisansei-採算制 | systeem van aparte winstberekening (per afdeling of regio) |
| shōbu-勝負 | winnen of verliezen; overwinning of nederlaag; winst of verlies |
| shōhai-勝敗 | winnen of verliezen; overwinning of nederlaag; winst of verlies |
| shōri-小利 | kleine omzet [winst; opbrengst] |
| shūeki-収益 | verdiensten; inkomsten; opbrengst; omzet; winst |
| shūkyōhōjin-宗教法人 | religieuze organisatie [onderneming] (zonder winstbejag) |
| shutoku-取得 | aankoop; verwerving; aanwinst; verkrijging |
| sōgōgachi-総合勝ち | (judo) overwinning door samengestelde winst |
| sontoku-損得 | winst en verlies; voordeel en nadeel |
| son'ekikeisansho-損益計算書 | winst- en verliesrekening; resultatenrekening |
| tairi-大利 | grote omzet [winst; opbrengst] |
| takara-宝 | (fig.) schat; juweel; aanwinst |
| tokusuru-得する | ergens van profiteren; ergens voordeel uit halen; winst maken |
| tonosamashōbai-殿様商売 | amateuristische handel (sarcastische term voor een bedrijfspraktijk waarbij geen inspanning of vindingrijkheid wordt getoond om de winst te vergroten) |
| tsumitatekin-積立金 | ingehouden winst; winstreserve |
| umami-旨み | kennis; bekwaamheid; smaak (van kunst, etc.); winst |
| uriagesōrieki-売上総利益 | brutowinst |
| wari-割り | winst; opbrengst |
| yosōrieki-予想利益 | geschatte [verwachte] winst |
| yūeki-有益 | voordelig [nuttig; winstgevend; leerzaam] zijn |
| yūkashōkenjōtoeki-有価証券譲渡益 | winst gemaakt op overdracht van effecten |
| yūri-有利 | winstgevend [lucratief; nuttig; voordelig; gunstig] zijn |
| zenkikurikoshirieki-前期繰越利益 | ingehouden winsten aan het begin van een periode |
| zenshōyūshō-全勝優勝 | (sumo-term) toernooiwinst zonder één verliespartij |
| zōeki-増益 | grotere [toegenomen] winst [opbrengst] |