| fukokukyōhei-富国強兵 | de natie welvarender maken door het leger te versterken |
| fukubukushii-福福しい | vrolijk [blij; welvarend; mollig] uitziend |
| funō-富農 | rijke [welgestelde] boer; welvarende herenboer |
| han'eisuru-繁栄する | floreren; bloeien; gedijen; welvarend zijn |
| nigiyaka-賑やか | lawaaiig; kleurig; druk; vrolijk; welvarend |
| sakan-盛ん | bloeiend [florerend; bruisend; voorspoedig; welvarend] zijn |
| shōdai-昭代 | roemrijke heerschappij; glorieus tijdperk; vreedzame en welvarende periode |
| suehiro-末広 | het steeds welvarender worden |
| suehirogari-末広がり | het steeds welvarender worden |
| tomu-富む | rijk [welvarend] zijn [worden] |
| yakebutori-焼け太り | rijker [welvarender] worden na een brand |
| yutaka-豊か | rijk, welvarend; overvloedig; volop |