bokusōchi-牧草地 | weide; grasland; weiland |
burupen-ブルペン | stierenweide; stierenbox |
fīrudo-フィールド | veld; weide; akker |
fuen-敷衍 | het verduidelijken; uitvoerig bespreken; ergens dieper [uitvoeriger] op ingaan; uitweiden; uiteenzetten |
fuensuru-敷衍する | verduidelijken; uitvoerig bespreken; ergens dieper [uitvoeriger] op ingaan; uitweiden; uiteenzetten |
kusachi-草地 | grasland; grasveld; weide |
kusahara-草原 | grasveld; grasland; weide |
kusawara-草原 | grasveld; grasland; weide |
makiba-牧場 | weide; grasland (voor vee) |
nobanashi-野放し | het (koeien) weiden [buiten laten grazen]; dieren in het wild loslaten; honden los laten lopen |
padokku-パドック | omheinde weide voor paarden (bij een paardenstal of renbaan) |
shibahara-芝原 | grasveld; weide |
sōgen-草原 | grasvlakte; weide; grasveld |
yamahata-山畑 | bergweide; bergakker |