asupīte-アスピーテ | aspit; schildvulkaan |
funka-噴火 | (vulkaan)uitbarsting; eruptie |
funkakō-噴火口 | krater; vulkaanmond |
funkazan-噴火山 | een uitbarstende [actieve] vulkaan |
fun'en-噴煙 | rookwolk (uit een vulkaan) |
gojinka-御神火 | een vergoddelijkte vulkaan; vuur en rook van een vulkaanuitbarsting gezien als een god |
hasseisuru-発生する | gebeuren; zich voordoen; ontstaan; voortkomen (uit); uitbreken (van ziekte, etc.); uitbarsten (vulkaan) |
homāte-ホマーテ | pyroclastische kegel (door een vulkaan uitgeworpen puin) |
kakkazan-活火山 | actieve vulkaan |
kakō-火口 | (vulkaan) krater |
karudera-カルデラ | caldeira (grote krater van een vulkaan) |
kasaikyū-火砕丘 | pyroclastische kegel' scoria-kegel; sintelkegel (door een vulkaan uitgeworpen puin) |
kazan-火山 | vulkaan |
kazanbai-火山灰 | vulkaanas |
kōhai-降灰 | het regenen [neerdalen] van vulkanische as door een vulkaanuitbarsting |
kōkai-降灰 | het regenen [neerdalen] van vulkanische as door een vulkaanuitbarsting |
konīde-コニーデ | stratovulkaan |
saisetsukyū-噴石丘 | pyroclastische kegel; scoria-kegel; sintelkegel (door een vulkaan uitgeworpen puin) |
seisōkazan-成層火山 | stratovulkaan |
shikazan-死火山 | een dode [uitgedoofde] vulkaan |
sukoriakyū-スコリア丘 | pyroclastische kegel; scoria-kegel; sintelkegel (door een vulkaan uitgeworpen puin) |
tatejōkazan-楯状火山 | aspit; schildvulkaan |
yakeyama-焼け山 | een slapende vulkaan |
yamanari-山鳴り | het rommelend geluid van een berg [vulkaan] |