| baiasu-バイアス | vooroordeel |
| ekohiiki-依怙贔屓 | partijdigheid; het iemand voortrekken; vooroordeel; vooringenomenheid |
| ekohiikisuru-依怙贔屓する | partijdig zijn; bevooroordeeld zijn; iemand voortrekken |
| fuhen-不偏 | onpartijdigheid; onbevooroordeeld zijn |
| henken-偏見 | vooroordeel |
| henshū-偏執 | vooringenomenheid; vooroordeel; koppigheid |
| kegirai-毛嫌い | een (instinctive) hekel [afkeer] hebben; bevooroordeeld zijn |
| kuwazugirai-食わず嫌い | iets niet lusten zonder het ooit geproefd te hebben; een instinctieve afkeer [vooroordeel] hebben; niet bereid zijn iets (eerst) te proberen |
| sennyūkan-先入観 | vooroordeel; vooropgezette mening |
| yokume-欲目 | partijdigheid; bevooroordeeld [vooringenomen] zijn |
| zezehihi-是是非非 | onbevooroordeeld [eerlijk en rechtvaardig] zijn |