Kruisverwijzing
verslaan
lemma | meaning |
---|---|
batsu-伐 | (in kanji combinaties) hout hakken; (de vijand) verslaan |
datōsuru- 打倒する | verslaan; ten val brengen; omverwerpen |
esukēpu-エスケープ | een les overslaan op school (door de klas uit de sluipen) |
gaishūisshoku-鎧袖一触 | de vijand gemakkelijk verslaan (lett. de vijand verslaan met één klap van een armstuk van een harnas); (fig.) winnen met één hand op de rug |
gōma-降魔 | (Boeddh.) het verslaan [overwinnen] van de duivel |
jōshō-常勝 | onoverwinnelijkheid; onverslaanbaar zijn; voortdurende overwinningen |
kakiotosu-書き落とす | bij het schrijven iets (per abuis) weglaten [overslaan] |
kamoru-鴨る | een tegenstander makkelijk [listig] verslaan |
keotosu-蹴落とす | naar beneden [onderuit] schoppen; verslaan |
kesshoku-欠食 | een maaltijd overslaan; niet eten |
kesshokusuru-欠食する | niet eten; een maaltijd overslaan |
kirifuseru-切り伏せる | (vijand) verslaan; vellen; afmaken |
kokufukusuru-克服する | overwinnen; verslaan; onderwerpen; te boven komen |
kuihagureru-食い逸れる | een maaltijd overslaan [mislopen] |
makasu-負かす | (iem.) overwinnen [verslaan]; (van iemand) winnen |
mikaesu-見返す | een oude vijand verslaan |
moraibi-貰い火 | overslaand vuur; overslaande brand |
moraibisuru-貰い火する | overslaan van vlammen; verspreiden van vuur |
nadegiri-撫で切り | het verslaan [vernietigen] van vele tegenstanders tegelijk |
nozoku-除く | uitzonderen; uitsluiten; weglaten; overslaan; (fig.) aan de kant zetten |
nukasu-抜かす | weglaten; overslaan |
nuki-抜き | het weglaten; overslaan; schrappen; achtereenvolgens verslaan |
nuku-抜く | weglaten; overslaan |
semeotosu-攻め落とす | een vijandelijk leger aanvallen en verslaan |
senzogaeri-先祖返り | atavisme; erfelijke terugslag (genetische eigenschappen die generaties overslaan en dan weer terugkomen) |
shōsho-消暑 | afkoelen; de zomerhitte verslaan |
sukippu-スキップ | overslaan |
taosu-倒す | verslaan |
tobikyū-飛び級 | het (een klas) overslaan |
tobikyūsuru-飛び級する | (een klas) overslaan |
uchikatsu-打ち勝つ | verslaan; overwinnen |
uchikuzusu-打ち崩す | verslaan; overwinnen; vernietigen |
uchitoru-討ち取る | verslaan; doden |
yaburu-敗る | verslaan; overwinnen |
yattsukeru-やっつける | en aanval plaatsen; aanvallen; achter iemand aangaan; (neer)slaan; verslaan; opruimen; vermoorden |