toegankelijkheid / toe-gan-ke-lijk-heid ( znw | g.m.v. )
1ちかづきやすさ; 接近せっきんできること [benaderbaar (bereikbaar) zijn]
2うごかされやすいこと; 影響えいきょうけやすいこと [openstaan voor]

Zie ook antoniem: ontoegankelijkheid