tijd / tijd ( de (m) | znw | tijden )
1時間 [(tijdsperiode; uren)]
urenlang
何時間も
何時間も
2時 [(tijdstip)]
午後5時に
om 5 uur 's middags
om 5 uur 's middags
Zie ook: uur
Kruisverwijzing
tijd
| lemma | meaning |
|---|---|
| abangyarudo-アバンギャルド | avant-garde; vooruitstrevend; zijn tijd vooruit |
| abuhachitorazu-虻蜂取らず | tussen de wal en het schip vallen [geraken]; noch het een nog het ander (twee dingen tegelijkertijd proberen te doen, maar in geen van beide slagen) |
| afutanūn・doresu-アフタヌーン・ドレス | nette vrijetijdskleding |
| afutā・faibu-アフター・ファイブ | (na vijf uur) na het werk; in je vrije tijd |
| agemai-上米 | belastingheffing in rijst bij de krijgsadel (ter verlichting van de financiële nood tijdens de Tokugawa periode) |
| ageuma-上げ馬 | strijdros met boogschutter tijdens ceremonieën in heiligdommen |
| agezen-上げ膳 | een maaltijd voor iemand opdienen |
| agezen-上げ膳 | een maaltijd geserveerd krijgen |
| agezu-上げず | bijna altijd |
| aida-間 | interval; terwijl; korte tijd |
| aidoku-愛読 | voorliefde voor lezen; met plezier [vaak; regelmatig] een bepaald boek [tijdschrift] lezen |
| aijitsu-愛日 | tijd belangrijk [kostbaar] vinden |
| aikawarazu-相変わらず | onveranderd; zoals gewoonlijk; zoals altijd; zoals voorheen |
| aiki-愛機 | eigen apparatuur (camera, computer, vliegtuig, enz.) die iemand altijd graag gebruikt |
| aisan-愛餐 | agapē, de gezamenlijke maaltijd ter nagedachtenis aan het laatste avondmaal van Jezus; een vriendenmaal |
| aiyō-愛用 | favoriete (gebruiks)voorwerp; het voorwerp dat men altijd graag gebruikt |
| akagami-赤紙 | (roodgekleurde) oproep voor dienstplicht (in Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog) |
| akasu-飽かす | tijd noch moeite sparen; veel tijd besteden aan |
| akeban-明け番 | de tweede helft van een nachtdienst; de werktijd vanaf het midden van een nachtdienst tot de ochtend |
| akekureru-明け暮れる | alle tijd doorbrengen (met) |
| akijikan-空き時間 | vrije tijd; rustperiode; adempauze |
| akufu-握斧 | een stenen handbijl (gebruiksvoorwerp uit het stenen tijdperk) |
| akugyaku-悪逆 | in oude tijden één van de acht misdaden (zoals b.v. een poging tot moord op een vorst) |
| akusesujikan-アクセス時間 | toegangstijd (tijd die nodig is om verbinding te maken of gegevens te lezen) |
| akusesu・taimu-アクセス・タイム | toegangstijd (tijd die nodig is om verbinding te maken of gegevens te lezen) |
| ameonna-雨女 | de regenvrouw (een vrouw van wie wordt gezegd dat zij regen brengt [dat het altijd regent als zij komt]) |
| ameotoko-雨男 | de regenman (een man van wie wordt gezegd dat hij regen brengt [dat het altijd regent als hij komt]) |
| anagachi-強ち | (niet) noodzakelijk; (niet) altijd; (niet) helemaal; (niet) kunnen |
| angū-行宮 | tijdelijk verblijf gebouwd voor een keizerlijk bezoek |
| ankokujidai-暗黒時代 | een donkere [moeilijke; zware] tijd [periode] |
| anna-安和 | kalmte en vrede; de naam van een keizerlijk tijdperk in het midden van de Heian-periode, 10e eeuw) |
| annonzoku-アンノン族 | een term die rond 1970-1980 werd gebruikt voor jonge vrouwen die alleen of in kleine groepen reisden (met modetijdschriften en reisgidsen in de hand) |
| anteikabunushi-安定株主 | sterke [loyale] aandeelhouder (die een aandeel voor langere tijd in bezit heeft) |
| antore-アントレ | hoofdgerecht (bij maaltijd) |
| anwa-安和 | kalmte en vrede; de naam van een keizerlijk tijdperk in het midden van de Heian-periode, 10e eeuw) |
| anzaisho-行在所 | een tijdelijke accommodatie gebouwd voor een keizerlijk bezoek |
| aomi-青み | groentegarnering (bij maaltijden) |
| aperitifu-アペリティフ | aperitief(je) ((alcoholhoudend) drankje voor de maaltijd) |
| appu・tsū・dēto-アップ・ツー・デート | up-to-date; modern; bij de tijd; actueel |
| are-あれ | toen; in die tijd |
| asaban-朝晩 | ochtend en avond; dag en nacht; altijd |
| asayū-朝夕 | ochtend en avond; dag en nacht; altijd |
| asobi-遊び | spel; amusement; vrijetijdsbesteding |
| asobihōkeru-遊び呆ける | de tijd doorbrengen met nutteloos vermaak |
| attoiuma-あっという間 | in een zeer korte tijd; in een mum van tijd |
| awasete-合わせて | bovendien; daarbij; tegelijkertijd |
| ayamodoshi-アヤ戻し | pullback, een tijdelijke prijsverhoging terwijl de markt blijft dalen |
| ayaoshi-アヤ押し | pushback, een tijdelijke prijsdaling terwijl de markt in een opwaartse trend zit |
| baiu-梅雨 | regentijd (in Japan in begin juni) |
| bakku・nanbā-バック・ナンバー | oud nummer (van tijdschrift, e.d.) |
| ban-晩 | het avondeten; de avondmaaltijd |
| bandai-万代 | 10.000 jaren; altijd; eeuwigheid |
| bangaku-晩学 | studie laat in je leven; studie [opleiding] (beginnen) op oudere [hoge] leeftijd |
| bangohan-晩御飯 | diner; avondmaaltijd; avondeten |
| bankon-晩婚 | een laat huwelijk; huwelijk op latere leeftijd |
| banmeshi-晩飯 | diner; avondmaaltijd; avondeten |
| bansan-晩産 | op latere leeftijd een kind krijgen |
| bansanka-晩産化 | de trend dat vrouwen op latere leeftijd kinderen krijgen |
| banshoku-晩食 | het 's avonds [laat] eten; de maaltijd 's avonds [laat] eten |
| banshū-晩秋 | eindtijd van de herfst; late herfst |
| barei-馬齢 | leeftijd van een paard |
| barei-馬齢 | (nederig) de eigen leeftijd |
| barokkujidai-バロック時代 | baroktijd |
| basho-場所 | de plaats of tijd waarin een sumo toernooi wordt gehouden; een sumo toernooi |
| bashoku-馬謖 | Ma Su, een Chinese generaal (190 - 228), die leefde in Shu Han tijdens de Drie Koninkrijken periode (221 - 280) |
| batsuyō-末葉 | het einde [slot] (van een tijdperk) |
| bentō-弁当 | een bentobox (met voorverpakte maaltijd) |
| betsuzuri-別刷り | het apart afdrukken van een gedeelte van een tekst [boek; tijdschrift] |
| bihō-弥縫 | tijdelijk herstel; tijdelijke [provisorische] reparatie; het oplappen |
| binbōyusuri-貧乏揺すり | het (tijdens het zitten) zenuwachtig [nerveus] trillen [bibberen; bewegen] met de benen |
| bintēji-ビンテージ | (tijd van de) wijnoogst; wijn van een bepaald jaar; |
| bō-忙 | het druk hebben; geen vrije tijd hebben |
| bodaiji-菩提寺 | een familietempel (de tempel waar een familie (vaak al generaties lang) altijd heengaat voor diensten, begrafenissen, familiegrafbezoek, e.d.) |
| bodaisho-菩提所 | een familietempel (de tempel waar een familie (vaak al generaties lang) altijd heengaat voor diensten, begrafenissen, familiegrafbezoek, e.d.) |
| bōshu-芒種 | (lett. zaad in kafnaald) tijd om graan te zaaien (één van de 24 seizoenen van de zonnekalender, ca. 6 juni) |
| botsunen-没年 | leeftijd bij sterven |
| bunmei-文明 | naam van een Japans tijdperk (1469-1487) |
| burakkuauto-ブラックアウト | black-out; verduistering; tijdelijk verlies van bewustzijn [geheugen; concentratie] |
| buranchi-ブランチ | brunch; gecombineerde ontbijt-lunch maaltijd |
| byō-秒 | seconde (tijd) |
| byōchū-病中 | het ziek zijn; tijdens het ziekbed |
| byōjōshin-平常心 | (zen boeddh.) een (altijd) kalme en alledaagse geest [ziel] |
| chanoko-茶の子 | offergave tijdens een boeddhistische plechtigheid [dienst] |
| chanoko-茶の子 | tussendoortje [lichte maaltijd] tijdens het werk voor het ontbijt (zoals in een boerenbedrijf) |
| chazuke-茶漬け | eenvoudige maaltijd |
| chikagoro-近頃 | dezer dagen; recentelijk; de laatste tijd |
| chikai-近い | dichtbij (afstand, tijd, verwantschap, etc.) |
| chishitsujidai-地質時代 | geologisch tijdperk |
| chōjikan-長時間 | urenlang; lange tijd |
| chōryokuhatsuden-潮力発電 | opwekking van getijdenenergie |
| chōryokuhatsudensho-潮力発電所 | getijdencentrale |
| chōseki-朝夕 | ochtend en avond; dag en nacht; altijd |
| chōseki-潮汐 | getijde (eb en vloed) |
| chūgen-中元 | zomergeschenk (veel Japanners geven tijdens het Obon festival geschenken aan mensen die het afgelopen half jaar veel voor hen hebben betekend) |
| chūgen-中間 | tussentijds; halverwege |
| chūkan-中間 | halverwege; tussenliggend; tussenin; tussentijds |
| chūkanhaitō-中間配当 | interim [tussentijds] dividend |
| chūkankessan-中間決算 | tussenbalans; tussentijds financieel rapport |
| chūnen-中年 | middelbare leeftijd |
| chūrō-中老 | middelbare leeftijd |
| chūseidai-中生代 | mesozoïcum (tijdperk) |
| chūtai-中退 | voortijdig de school verlaten; de schoolopleiding niet afmaken |
| chūton-駐屯 | het (tijdelijk) verblijf van een leger in een bepaald gebied; stationering; legerkamp; bivak |
| daburu・suchīru-ダブル・スチール | dubbele gestolen honk (bij honkbal, de situatie waarbij twee honklopers in één slagbeurt tegelijkertijd een honk stelen) |
| daho-拿捕 | (in oorlogstijd) de tijdelijke inbeslagname van vijandelijke schepen of ladingen |
| dai-代 | generatie; tijdperk; dynastie; regeringsperiode; heerschappij |
| daigen-題言 | inleidende woorden in een boek of tijdschrift |
| daikōkaijidai-大航海時代 | (hist.) tijdperk van de grote ontdekkingen |
| daimonji-大文字 | (afk. voor) de berg(helling) bij Kyoto waar tijdens het festival Gozan no Okuribi vuurpatronen van kanji worden aangestoken |
| daimonjiyama-大文字山 | de berg(helling) bij Kyoto waar tijdens het festival Gozan no Okuribi vuurpatronen van kanji worden aangestoken |
| dainingu-ダイニング | maaltijd; diner |
| deban-出番 | dienst; werktijd; arbeidsduur |
| deddorain-デッドライン | deadline; tijdslimiet; sluitingsdatum |
| deddo・taimu-デッド・タイム | inactieve tijd (van computer; economie, e.a.) |
| demae-出前 | bezorging aan huis van maaltijden bereid door restaurants, cateraars, e.d. |
| demae-出前 | maaltijdbezorgers |
| denwachū-電話中 | tijdens [aan] het telefoneren; in gesprek (van telefoon) |
| desu・matchi-デス・マッチ | (bij professioneel worstelen) een wedstrijd zonder tijdslimiet tot er een winnaar is |
| dōji-同時 | dezelfde tijd; hetzelfde tijdstip |
| dōjini-同時に | tegelijkertijd; gelijktijdig; tegelijk |
| dokomademo-何処までも | overal; altijd; eindeloos |
| dokoro-どころ | (als partikel) een kwestie van...; een plek [tijd] om te...; het niveau [level] van... |
| dokusha-読者 | lezer; abonnee (op tijdschrift, e.d.) |
| dōnen-同年 | dezelfde leeftijd; even oud |
| doroppuauto-ドロップアウト | drop-out; voortijdige schoolverlater; iem. die de samenleving de rug toekeert |
| dōshi-導師 | dienstdoende priester [monnik] (m.n. tijdens een begrafenis) |
| doyōnami-土用波 | hoge golven tijdens de hondsdagen (de warmste tijd van het jaar) |
| ea・pējento-エア・ページェント | het optreden van een vliegtuig tijdens een vliegshow |
| edishon-エディション | editie (van publicatie van tijdschrift, boek, etc.) |
| ehōmaki-恵方巻 | een hele (ongesneden) sushi-rol (wordt gegeten als geluksbrenger tijdens het Setsubun festival) |
| ei-永 | (in kanji combinaties) eeuwig; onbepaalde [lange] tijd [afstand] |
| eigyōjikan-営業時間 | openingstijden; kantooruren |
| eikyūtōdo-永久凍土 | permafrost; altijd bevroren grondlaag |
| einen-永年 | vele jaren; een lange tijd |
| ēji・gurūpu-エージ・グループ | leeftijdsgroep; leeftijdscategorie; leeftijdsklasse |
| ēji・shūtā-エージ・シューター | een age-shooter, een golfspeler die op een 18-holes golfbaan een puntenaantal scoort dat gelijk of lager is dan zijn [haar] leeftijd |
| ekiben-駅弁 | een bentobox (met voorverpakte maaltijd) die in stations wordt verkocht |
| ekohiiki-依怙贔屓 | partijdigheid; het iemand voortrekken; vooroordeel; vooringenomenheid |
| ekohiikisuru-依怙贔屓する | partijdig zijn; bevooroordeeld zijn; iemand voortrekken |
| engoshageki-援護射撃 | iemand steunen [bijvallen] tijdens een discussie |
| enseki-宴席 | (aangewezen) zitplaats tijdens een drinkpartij [receptie, banket, e.d.] |
| essen-エッセン | eten; voedsel; maaltijd |
| essuru-閲する | voorbijgaan; verstrijken (van de tijd) |
| esupuri・nūbō-エスプリ・ヌーボー | (nieuwe geest) kunststroming; kunsttijdschrift (o.a. van Le Corbusier, eerste publicatie in 1920) |
| eto-干支 | de zestigjarige cyclus van de Chinese tijdrekening |
| etsu-閲 | het verstrijken [voorbijgaan] van de tijd |
| fasshonzasshi-ファッション雑誌 | modetijdschrift; modeblad |
| fingā・bōru-フィンガー・ボール | vingerkommetje (om tijdens het eten de vingers te reinigen) |
| fūchō-風潮 | getijdenstroom (veroorzaakt door de wind) |
| fugō-符合 | gelijktijdigheid; overeenstemming |
| fuhen-不偏 | onpartijdigheid; onbevooroordeeld zijn |
| fuhenfutō-不偏不党 | onpartijdigheid; neutraliteit; onafhankelijkheid |
| fūjin-風塵 | stormachtige tijden; oorlog |
| fukōhei-不公平 | partijdigheid |
| funaya-船屋 | botenhuis [boothuis; schuitenhuis] aan een meer (al dan niet met woongedeelte erboven); visserhut (tijdens bevriezing op of aan het water) |
| fun'in-分陰 | een zeer korte tijd (als een lichtflits); moment |
| furekkusutaimu-フレックスタイム | variabele werktijden |
| furokyan-風呂キャン | het niet in bad gaan (vanwege vermoeidheid, tijdgebrek, e.d.) |
| furokyan-風呂キャン | iemand die niet in bad gaat (vanwege vermoeidheid, tijdgebrek, e.d.) |
| fushibushi-節節 | punten; plaatsen; tijdstippen |
| fuyajō-不夜城 | de naam van een stad in (wat nu nu de provincie Shandong is) in China (tijdens de Han dynastie, waarvan werd gezegd dat de zon ook 's nachts scheen) |
| fuyujikan-冬時間 | wintertijd |
| gahō-画報 | rijk geïllustreerd tijdschrift of boek |
| gakkōkyūshoku-学校給食 | schoolmaaltijd; school lunch |
| gakurei-学齢 | schoolgaande leeftijd |
| genchijikan-現地時間 | plaatselijke tijd |
| gendai-現代 | vandaag de dag; hedendaags; de huidige tijd |
| gengō-元号 | (keizerlijke) regeringsperiode [tijdperk] |
| genkō-現行 | de huidige tijd; hetgeen nu gebeurt |
| genpō-減俸 | (tijdelijke) salariskorting |
| genseidai-原生代 | proterozoïcum (geologisch tijdperk van ongeveer 2500 tot 541 miljoen jaar geleden) |
| genshiji-原子時 | atoomtijd |
| gentei-舷梯 | tijdelijke trap of plank (voor het in- en uitstappen van vliegtuigen en schepen); vliegtuigtrap; loopplank, valreep |
| genzaikei-現在形 | de tegenwoordige tijd (van een werkwoord) |
| gen'eki-現役 | voltijd dienstverband (militairen) |
| gen'eki-現役 | voltijd student |
| ginkō-吟行 | het reciteren van een gedicht tijdens een wandeling |
| gobōnuki-牛蒡抜き | het meerdere mensen achter elkaar inhalen tijdens een race |
| gobusata-御無沙汰 | langdurige afwezigheid van communicatie; iemand lange tijd niet bezoeken of schrijven |
| gochisōsama-御馳走様 | dank u voor de traktatie [voor de maaltijd; voor het onthaal; voor de ontvangst] |
| gohan-御飯 | (gekookte) rijst; maaltijd |
| goninbayashi-五人囃子 | vijf hofmuzikantenpoppen, uitgestald tijdens het meisjesfestival (op 3 maart) |
| goro-頃 | rond de tijd dat; ongeveer |
| gōruden・awā-ゴールデン・アワー | primetime (tijd met de grootste luister- of kijkdichtheid van radio of tv) |
| gōruden・taimu-ゴールデン・タイム | (lett. gouden tijd) primetime (zendtijd met de grootste kijk -en luisterdichtheid op tv of radio) |
| gū-寓 | (in kanji combinaties) tijdelijke verblijfplaats; (beleefde term voor de) woning (van iemand); fabel |
| gūkyo-寓居 | tijdelijke verblijfplaats |
| gurinijjihyōjunji-グリニッジ標準時 | (GMT, Greenwich Mean Time) Greenwichtijd (West-Europese tijd) |
| gyakukōsu-逆コース | (plaats of tijd) teruggang; achteruitgang; terugkeer |
| haigaku-廃学 | studiebeëindiging zonder einddiploma; voortijdig stoppen met school of studie |
| hairu-入る | (aan iets) beginnen; overgaan tot; een bepaalde tijd [situatie] (beginnen te) worden |
| haishoku-配食 | maaltijdbezorging (in een instelling) |
| hakaki-破瓜期 | pubertijd (van meisjes) |
| hakanai-儚い | vluchtig; kortstondig; vergankelijk; van voorbijgaande aard; tijdelijk |
| hakenshain-派遣社員 | tijdelijke werknemer; uitzendkracht |
| hakkan-発刊 | periodieke uitgave (van tijdschriften, e.d.) |
| hakku-白駒 | voortgang van tijd; (voorbijgaande) tijd |
| hamanabe-蛤鍋 | een maaltijdsoep [stoofpot] met mosselen [zeevruchten] |
| hanabie-花冷え | een (korte) periode van koud weer in de lente (tijdens de bloei van de kersenbloesems) |
| hanagoyomi-花暦 | bloemen kalender (waarop de bloemen zijn gerangschikt naar bloeitijd) |
| hanagumori-花曇り | bewolkt [mistig] lenteweer (tijdens de bloei van de kersenbloesems) |
| hanamagari-鼻曲がり | mannelijke zalm met een uitpuilende snuit tijdens het voortplantingsseizoen |
| hanamushiro-花筵 | een mat [kleed] waar men op zit tijdens de hanami |
| hanareru-離れる | verschillen (in leeftijd) |
| hanazakari-花盛り | volle bloei; bloeitijd |
| hanazakari-花盛り | (fig.) bloeitijd; hoogtijdagen |
| hanemūn・bebī-ハネムーン・ベビー | kind dat is verwekt tijdens de huwelijksreis |
| hangenki-半減期 | (chemie) halfwaardetijd; halveringstijd |
| hankōjikan-犯行時間 | tijdstip van de misdaad |
| hankōki-反抗期 | opstandige fase [periode] (b.v. tijdens de puberteit) |
| hanmai-飯米 | (consumptie)rijst; rijst (voor het bereiden van maaltijden) |
| hantoki-半時 | (vroeger, in oude eenheid van tijd, een half uur) nu ca. een uur |
| hantoki-半時 | een korte tijd; eventjes |
| haresugata-晴れ姿 | het verschijnen tijdens een bijzondere [formele] gelegenheid |
| hasshō-発祥 | een gunstig voorteken (tijdens de troonbestijging van een keizer) |
| hatagosen-旅籠銭 | (Edo-periode) verblijfskosten in een herberg (logies en maaltijden) |
| hatasashimono-旗指物 | een kleine standaard met vlag, die vroeger door Japanse samoerai op de achterkant van het harnas werd gedragen tijdens het gevecht |
| hatsumonogui-初物食い | iemand die altijd op zoek is naar nieuwe dingen |
| hayaban-早番 | vroege werktijd; vroege (ploegen)dienst; ochtenddienst |
| hayaben-早弁 | eten voor de eigenlijke lunchtijd (bij scholieren vooral, om een langere middagpauze te hebben) |
| hayajini-早死に | vroegtijdige dood; te vroege dood |
| hayajinisuru-早死にする | vroegtijdig [te vroeg] sterven |
| hayaku-早く | vroeg; bijtijds |
| hayame-早め | het vroeger [eerder] zijn (dan de vastgestelde of gebruikelijke tijd) |
| hayari-流行 | tijdelijk (veel)voorkomend verschijnsel |
| heddo・appu-ヘッド・アップ | (honkbal), golf omhoog kijken tijdens het slaan van de bal |
| hei-併 | (in kanji combinaties) parallel; gelijktijdig; naast elkaar; op een rij; combinatie |
| heidoku-併読 | het twee (of meer) boeken, kranten, of tijdschriften tegelijk lezen |
| heihaku-幣帛 | een offer aan de goden tijdens een Shinto-ritueel |
| heiji-平時 | normale omstandigheden [tijden] |
| heiji-平時 | vredestijd |
| heikanjikan-閉館時間 | sluitingstijd |
| heikō-並行 | het gelijktijdig [parallel; naast elkaar] zijn [gaan] |
| heikō-閉校 | schoolsluiting (tijdelijk of voorgoed) |
| heishin-平信 | goed nieuws; goede tijding; gewone [niet dringende] berichtgeving |
| heisho-閉所 | werkzaamheden (qua werktijd per dag) afronden (op kantoor, e.d.) |
| heiten-閉店 | sluiting(stijd) van een winkel (voor de dag) |
| henkeirōdōjikansei-変形労働時間制 | systeem van variabele [onregelmatige] werktijden |
| henpa-偏頗 | partijdigheid; discriminatie; vriendjespolitiek |
| henseiki-変声期 | de leeftijd waarop bij jongens de stem verandert [zwaarder wordt]; de leeftijd dat jongens de baard in de keel krijgen |
| hen'ai-偏愛 | partijdigheid; vooringenomenheid; begunstiging |
| hien-飛燕 | een zwaluw tijdens de vlucht; vliegende zwaluw |
| higan-彼岸 | een 7-daagse boeddhistische viering tijdens zowel de lente- als de herfst equinox |
| higoro-日頃 | gewoonlijk; normaal; altijd |
| hiiki-贔屓 | partijdigheid |
| hijōji-非常時 | crisis(tijd); noodgeval; in geval van nood |
| hijōkin-非常勤 | deeltijd [parttime] werk |
| hikedoki-引け時 | sluitingstijd (bedrijf, school, e.d.) |
| hikegiwa-引け際 | sluitingstijd; vertrektijd (van kantoor naar huis) |
| hikidoki-引き時 | de (juiste) tijd om op te stappen [om weg te gaan] |
| hikimekagibana-引き目鉤鼻 | een schildertechniek voor het tekenen van menselijke gezichten (gebruikt in Yamato-e tijdens de Heian-periode) |
| hikkan-筆管 | penseelhouder (van glas e.d. om het schrijven tijdelijk te onderbreken) |
| hikōjikan-飛行時間 | vliegtijd; vlieguur |
| hima-暇 | vrije tijd; vrije dag; verlof |
| hima-暇 | de tijd die nodig is (om iets te doen) |
| himadoru-暇取る | lang duren; veel tijd kosten; vertraging oplopen |
| himajin-閑人 | iemand die veel vrije tijd [niets te doen] heeft; een luilak |
| himatsubushi-暇潰し | vrijetijdsbesteding; tijddoder; tijd doelloos doorbrengen; jezelf bezig houden |
| himei-非命 | onnatuurlijke [voortijdige] dood |
| hinikunotan-髀肉の嘆 | spijt over het verspillen van tijd; het betreuren van het niets doen |
| hiriri-ひりり | (tijdelijk) verdoofd; gevoelloos; geprikkeld |
| hiru-昼 | overdag; (tussen de) middag; lunchtijd |
| hirumeshi-昼飯 | lunch; lichte maaltijd rond het middaguur |
| hisabisa-久久 | (heel) lang geleden tijd [periode] |
| hisashiburi-久し振り | een tijdje geleden; na een tijdje |
| hiseiki-非正規 | (afk. voor) losse baantjes; tijdelijk [onregelmatig] werk |
| hiseikikoyō-非正規雇用 | losse baantjes; tijdelijk [onregelmatig] werk |
| hitoashi-一足 | korte tijd |
| hitokurō-一苦労 | moeilijke tijd; het moeilijk hebben |
| hitomazu-一先ず | een tijdje [poosje]; voorlopig |
| hitomukashimae-一昔前 | lange tijd geleden; vroeger |
| hitoyasumi-一休み | een pauze; rusttijd |
| hitsuatsu-筆圧 | de druk [kracht] die tijdens het schrijven op (de punt van) een pen of penseel wordt uitgeoefend |
| hitsui-筆意 | mentale houding tijdens het schrijven [kalligraferen] |
| hodonaku-程無く | spoedig (daarna); kort daarna; iets later; over een tijdje |
| hojō-捕縄 | bindtouw om bewegingsvrijheid van verdachten, criminelen, e.d., te beperken tijdens het vervoer van een locatie naar een andere (vgl. een hondenlijn) |
| hōkago-放課後 | na schooltijd |
| hōkenjidai-封建時代 | het feodale tijdperk |
| hoketsusenkyo-補欠選挙 | tussentijdse verkiezing |
| hōki-芳紀 | (een formele term voor vrouwen) huwbare [mooie; jeugdige; aantrekkelijke] leeftijd |
| hōkon-方今 | (op) deze tijd [dit moment]; precies nu |
| hokōshatengoku-歩行者天国 | (lett. voetgangersparadijs) voetgangerszone; voetgangersgebied (ook een rijbaan die (tijdelijk) wordt gesloten voor autoverkeer) |
| honban-本番 | (live) optreden (voor een publiek); tijdstip van handeling [actie e.d.]; filmopname |
| honban-本番 | hoogtepunt van een tijdsperiode |
| honran-本欄 | hoofdrubriek (in een krant, tijdschrift, e.d.) |
| honran-本欄 | deze rubriek (in een krant, tijdschrift, e.d.) |
| honshi-本誌 | dit tijdschrift |
| hōrinageru-放り投げる | het tussentijds eindigen; onderbreken |
| hyappatsuhyakuchū-百発百中 | altijd raak schieten; onfeilbaar zijn; het altijd goed doen |
| hyōgaki-氷河期 | ijstijd |
| hyōshi-表紙 | cover; omslag (van een boek of tijdschrift) |
| i-亥 | een oude benaming voor een tijd, n.l. rond 22.00 uur (of tussen 21.00 en 23.00 uur) |
| i-以 | (in kanji combinaties) tijds- of plaatsaanduiding; vanaf; sinds; t.o.v.; volgens; vanwege; door middel van |
| i-移 | (arch.) een circulaire (uitwisseling van documenten tussen overheidsinstellingen ten tijde van het Ritsuryō-systeem) |
| ichidai-一代 | tijdperk |
| ichidanraku-一段落 | tijdelijke afronding; tussendoel (bereikt); tussenstap |
| ichidanrakusuru-一段落する | iets tijdelijk afronden; een belangrijk doel [tussenstap] (in een groter proces) bereiken |
| ichidokini-一時に | tegelijkertijd; in een keer |
| ichidoni-一度に | alles tegelijk; in één keer; tegelijkertijd |
| ichigenkoji-一言居士 | iemand die altijd overal commentaar op heeft |
| ichiji-一時 | voor een poosje [tijdje]; eventjes; tijdelijk |
| ichijikaiko-一時解雇 | (tijdelijk) ontslag; afvloeiing (van personeel); non-actief |
| ichijishinogi-一時凌ぎ | noodoplossing; tijdelijke maatregel |
| ichijiteishi-一時停止 | tijdelijke onderbreking; pauze; schorsing; opschorting; stopzetting |
| ichijiteki-一時的 | tijdelijk; kortstondig |
| ichijitsusenshū-一日千秋 | ongeduldig (wachten); de tijd lijkt eeuwig te duren |
| ichimi-一味 | (Boeddhisme) de eenheid van de veelheid van interpretatieverschillen, die afhankelijk van tijdperk, locatie en individuen ontstaan |
| ichinichisenshū-一日千秋 | ongeduldig (wachten); de tijd lijkt eeuwig te duren |
| ichizenmeshi-一膳飯 | een eenvoudige maaltijd |
| iesu・man-イエス・マン | jaknikker; jabroer (een man die altijd doet wat hem gezegd wordt) |
| ikidaore-行き倒れ | een overleden persoon die op straat ligt (vroeger iem. die stierf tijdens een reis en niet begraven kon worden omdat hij geen gegevens bij zich had) |
| ikihaji-生き恥 | de schaamte die men tijdens zijn leven moet verduren; leven [voortbestaan] in schaamte [schande; oneer] |
| ikitsugi-息継ぎ | een ademhaling (b.v. tijdens zingen of zwemmen) |
| ikkoku-一刻 | een ogenblik(je); moment; tijdje; poosje; minuut |
| ikkokusenkin-一刻千金 | elk moment is belangrijk [kostbaar;dierbaar]; tijd is geld |
| imadoki-今時 | op dit tijdstip; op dit moment |
| imagoro-今頃 | rond deze tijd |
| imajibun-今時分 | tegenwoordig; de huidige tijd |
| imani-今に | eens; spoedig; binnen korte tijd |
| ingō-院号 | erenaam van een keizer (tijdens het leven of postuum gegeven) |
| inishie-古 | oudheid; oude tijden |
| intābaru-インターバル | tussenruimte; tussentijd |
| inu-往ぬ | verstrijken [voorbijgaan] van de tijd |
| iomante-イオマンテ | een Ainu-ceremonie waarbij een bruine beer wordt geofferd (nadat hij een bepaalde tijd in het dorp is grootgebracht) |
| ippan-一飯 | een kom rijst; een maaltijd |
| ironaoshi-色直し | het wisselen van kleding [kostuum] tijdens gelegenheden zoals een huwelijk |
| isei-遺制 | uit vroeger tijden bewaard gebleven systeem; verouderde gewoonten |
| issei-一世 | tijdperk |
| issei-一斉 | gelijktijdigheid |
| isshin'ittai-一進一退 | eb en vloed; voorspoed en tegenspoed; vooruitgaan en achteruitgaan; goede tijden, slechte tijden |
| issokutobi-一足飛び | een sprong in de tijd |
| issui-一炊 | (de tijd voor) één keer rijst koken |
| itadakimasu-頂きます | bedankt voor dit lekkere eten [deze maaltijd] |
| itazura-悪戯 | tijdverdrijf; pleziertje; amusement; hobby (dit zegt men bescheiden over zijn eigen daden) |
| itchō-一朝 | korte tijd [periode] |
| itchōisseki-一朝一夕 | in korte tijd; in een vloek en een zucht; in één dag |
| itchōisshi-一張一弛 | het laten werken, dan laten rusten; de boog kan niet altijd gespannen zijn |
| itoma-暇 | vrije tijd; vakantie; verlof |
| itsudemo-何時でも | te allen tijde; wanneer (dan) ook; altijd; wanneer je maar wilt |
| itsumademo-何時までも | voor altijd; eeuwig; permanent; zolang je wilt |
| itsumo-何時も | altijd; ieder keer; gewoonlijk; constant; voortdurend |
| itsunomani-いつの間に | wanneer; in hoeveel tijd |
| itten-一点 | eerste deel in het oude tijdsysteem, dat een uur in vier delen verdeelt |
| ittoki-一時 | een tijdje; korte tijd; even(tjes) |
| ittoki-一時 | (in de oude Japanse tijdverdeling) een periode van twee uren |
| iwaibashi-祝い箸 | ronde eetstokjes met dunne uiteinden die men gebruikt bij feestelijke maaltijden |
| ī・tī・dī-イー・ティー・ディー | (estimated time of departure) verwachtte vertrektijd |
| ī・tī・ē-イー・ティー・エー | (estimated time of arrival) verwachte aankomsttijd |
| jakkan-弱冠 | 20 jaar; jonge leeftijd |
| jashū-邪宗 | naam voor het Christendom (tijdens het shogunaat) |
| ji-時 | tijd; tijdstip |
| jibun-時分 | tijd; seizoen; tijd (van het jaar); uur |
| jibundoki-時分時 | etenstijd; schafttijd |
| jibutsu-持仏 | een boeddhistisch beeld dat altijd wordt gedragen of in huis bewaard, als beschermgod |
| jidai-時代 | tijdperk; periode |
| jidai-次代 | de volgende generatie; het volgende tijdperk |
| jidaikankaku-時代感覚 | een gevoel voor de tijdgeest; begrip voor de kenmerken [trends] van de tijdsperiode |
| jidaiokure-時代遅れ | verouderd; uit de tijd |
| jidaiseishin-時代精神 | tijdgeest |
| jidaishoku-時代色 | de sfeer [kenmerken; trends] van een bepaalde tijd [periode] |
| jidaishōsetsu-時代小説 | roman die zich afspeelt in de premoderne tijd (voor 1868) |
| jigen-時限 | tijdslimiet; (vooraf) vastgestelde tijd |
| jigen-時限 | tijdseenheid; tijdsduur (b.v. van een lesuur) |
| jigensuto-時限スト | staking van beperkte duur; tijdelijke staking |
| jigensutoraiki-時限ストライキ | staking van beperkte duur; tijdelijke staking |
| jiguchi-地口 | (Muromachi periode) voorgevel-belasting (een tijdelijke belasting op huizen [percelen], in steden als Kyoto en Nara) |
| jiguchisen-地口銭 | (Muromachi periode) een tijdelijke belasting op huizen [percelen] (in steden als Kyoto en Nara) |
| jijin-時人 | mensen van een (bepaald) tijdperk; tijdgenoten |
| jijitsu-時日 | dagen en uren; tijd |
| jikan-時間 | tijd; tijdsperiode |
| jikantai-時間帯 | tijdzone; tijdsperiode; tijdslot |
| jikanwari-時間割 | rooster; tijdschema; dienstregeling |
| jikeiretsu-時系列 | (stat.) tijdreeksanalyse |
| jiki-時期 | tijd; periode; seizoen; timing |
| jiki-時機 | (goede) gelegenheid; kans; goede [geschikte] tijd (om iets te doen) |
| jikoku-時刻 | tijd; tijdstip; uur |
| jikoku-時刻 | goed tijdstip; gelegenheid; kans |
| jikokuhyō-時刻表 | dienstregeling; tijdschema |
| jikū-時空 | ruimtetijd |
| jinaki-地鳴き | (buiten de broedtijd) vogelgezang; getjilp (van vogels) |
| jindai-神代 | tijdperk van de goden; mythologisch tijdperk |
| jinzaihaken-人材派遣 | uitzendwerk; tijdelijk werk |
| jiritsu-而立 | (leeftijd) 30 jaar; 30ste levensjaar |
| jiryū-時流 | tijdgeest; de trend [mode; gang van zaken] van de tijd |
| jisa-時差 | tijdsverschil (tussen verschillende landen, gebieden, etc.) |
| jisashukkin-時差出勤 | variabele [flexibele] werktijden [arbeidstijden] |
| jisei-時世 | tijden; tijdperk |
| jisei-時制 | (grammatica) tijdsvorm; tempus |
| jisei-時勢 | tijdgeest; trend |
| jisshū-実習 | practicum; praktijkscholing; praktijkgerichte training (tijdens werktijd) |
| jitan-時短 | werktijdverkorting; arbeidsduurverkorting |
| jitenjūki-自転周期 | rotatieperiode; omwentelingstijd |
| jitsugetsu-日月 | tijd; dagen en maanden; jaren |
| jiyūjikan-自由時間 | vrije tijd; tijd voor ontspanning |
| jōjitsu-情実 | partijdigheid; bevoorrechting; voortrekkerij; vriendjespolitiek |
| jōjūzaga-常住坐臥 | altijd; constant; de hele tijd; dag in dag uit |
| jōkin-常勤 | fulltime [voltijds] dienstverband [baan] |
| jōmon-縄文 | (afk. voor) Jōmon tijdperk (in Japan, ca. 14000-1000 v.Chr.) |
| jōmondoki-縄文土器 | Jōmon-aardewerk (met touwpatroon, gemaakt tijdens de Jōmon-periode) |
| jōmonjidai-縄文時代 | Jōmon tijdperk (in Japan, ca. 14000-1000 v.Chr.) |
| jōryokuju-常緑樹 | wintergroene boom; altijd groenblijvende boom |
| joseishi-女性誌 | damesblad; vrouwenblad; tijdschrift voor vrouwen |
| jōshigun-娘子軍 | leger dat geheel bestond uit (of werd geleid door) vrouwen (tijdens de T'ang periode in de Chin. geschiedenis) |
| jū-中 | tijdens; gedurende |
| ju-寿 | ouderdom; hoge leeftijd |
| jūden-充電 | (fig.) (mentale, spirituele) oplading (door een rusttijd in te lassen) |
| jūdenjikan-充電時間 | oplaadtijd (van een batterij, accu of telefoon) |
| jūdenkikan-充電期間 | oplaadtijd (van een batterij, accu of telefoon) |
| jukunen-熟年 | middelbare leeftijd |
| jukunenrikon-熟年離婚 | scheiden op latere leeftijd (m.n. na pensionering) |
| junpō-旬報 | publicatie [rapport; tijdschrift] dat elke 10 dagen wordt uitgebracht; tiendaagse uitgave |
| junshoku-殉職 | overlijden tijdens de uitoefening van zijn beroep [dienst] (b.v. brandweer of politie) |
| jurei-樹齢 | de leeftijd [ouderdom] van een boom |
| jūryōsei-従量制 | betaling naar gebruik (een methode waarbij diensten en voorzieningen in rekening worden gebracht gebaseerd op werkelijk gebruikte gegevens en tijd) |
| jūtō-重盗 | dubbele gestolen honk (bij honkbal, de situatie waarbij twee honklopers in één slagbeurt tegelijkertijd een honk stelen) |
| juzō-寿像 | standbeeld (van een persoon, gemaakt tijdens zijn leven) |
| kabā・gāru-カバー・ガール | covergirl; fotomodel op de cover van een tijdschrift |
| kadai-仮題 | voorlopige [tijdelijke] titel |
| kadobi-門火 | vuur dat brand bij de ingang van huizen tijdens het Bon festival, bij begrafenissen of huwelijken |
| kagezen-陰膳 | een maaltijd klaarmaken voor een afwezige persoon (met een gebed voor diens veilige terugkeer) |
| kagū-仮寓 | tijdelijke woning; tijdelijk verblijf |
| kahaku-仮泊 | (scheepvaart) het tijdelijk voor anker gaan |
| kahan-過般 | zojuist; onlangs; recent; een tijdje geleden |
| kaigen-戒厳 | krijgswet (in tijden van oorlog worden bestuurlijke en gerechtelijke bevoegdheden overgedragen aan het leger) |
| kaigen-改元 | verandering van de naam van een tijdperk in Japan (m.n. bij een nieuwe keizerlijke troonsbestijging) |
| kaigenrei-戒厳令 | krijgswet (in tijden van oorlog worden bestuurlijke en gerechtelijke bevoegdheden overgedragen aan het leger); staat van beleg |
| kaikanjikan-開館時間 | openingstijd(en) |
| kaison-海損 | schade aan schepen en lading tijdens de reis; averij |
| kaiten-回天 | bemande (kamikaze) torpedo in gebruik bij de Japanse Marine tijdens de 2de wereldoorlog |
| kajuaru・uea-カジュアル・ウエア | informele kleding; vrijetijdskleding |
| kakehashi-懸け橋 | een tijdelijke [geïmproviseerde] brug; noodbrug; hangbrug |
| kakki-画期 | overgang van het ene tijdperk naar het andere; verandering van tijdperk; begin van een nieuw tijdperk |
| kako-過去 | het verleden; de voorbije tijd |
| kakokei-過去形 | de verleden tijd (van een werkwoord) |
| kakomi-囲み | kader; omlijning; bijlage (in krant, tijdschrift, etc.) |
| kakuin-客員 | buitengewoon lid (van tijdelijke aard) |
| kakurekirishitan-隠れキリシタン | geheime [ondergedoken] christelijke kerkgemeenschap (tijdens de onderdrukking van het christendom door het Tokugawa shogunaat in de Edo periode) |
| kakushi-客死 | het sterven op reis [tijdens verblijf in het buitenland] |
| kakusode-角袖 | (Meiji-tijdperk) een officier [agent] in burgerkleding |
| kamikaze-神風 | de bijnaam van het speciale luchtmacht-aanvalskorps tijdens de Tweede Wereldoorlog |
| kamioroshi-神降ろし | aanroeping (in een shinto heiligdom) van een medium aan een god om (tijdelijk) bezit van haar te nemen om voorspellende uitspraken te kunnen doen |
| kamiyo-神代 | tijdperk van de goden; mythologisch tijdperk |
| kan-閑 | vrije tijd |
| kan-間 | tussenruimte; interval; (tijdsaanduiding) |
| kanarazu-必ず | beslist; zeker; ongetwijfeld; altijd |
| kanarazushimo-必ずしも | (niet) altijd; (niet) geheel; (niet) alle |
| kanban-看板 | het sluiten (van een winkel, restaurant, e.d.); sluitingstijd |
| kanchū-寒中 | midwinter; midden in de winter; het koude jaargetijde |
| kanegane-兼ね兼ね | reeds; al lang; al een hele tijd |
| kanete-予て | al; eerder, voortijdig; eerder; voordien; vooraf |
| kanetekara-予てから | sinds enige tijd; al een tijdje |
| kangoku-監獄 | (heden) huis van bewaring (voor kort verblijf en soms tijdelijk verblijf voor gedetineerden die op overplaatsing wachten) |
| kanjin-閑人 | iemand die veel vrije tijd [niets te doen] heeft; een luilak |
| kanjitsugetsu-閑日月 | vrije tijd; vrije dagen |
| kanjō-灌頂 | esoterisch-boeddhistisch ritueel (het gieten van geparfumeerd water over iemands hoofd tijdens de overdracht van de Dharma) |
| kanka-閑暇 | vrije tijd |
| kanman-干満 | eb en vloed; de getijden |
| kannomodori-寒の戻り | koude dag(en) in de lente; een (tijdelijke) terugkeer van de winterkou in de lente |
| kanryō-完了 | (taalkunde) de voltooide tijd |
| kanshi-干支 | de zestigjarige cyclus van de Chinese tijdrekening |
| kanshinsei-完新世 | het holoceen (geologisch tijdperk) |
| kapitan-カピタン | opperhoofd van de Nederlandse handelspost in Nagasaki tijdens de Edo-periode |
| kare-彼 | hij of zij; die persoon (tot aan Meiji tijdperk gebruikt); u; jij (arch.); dat (arch.) |
| karei-遐齢 | een lang leven; lange levensduur; hoge leeftijd |
| kari-仮 | tijdelijk [vluchtig; van voorbijgaande aard] zijn |
| karibaraikin-仮払い金 | voorlopige [tijdelijke] betaling |
| kariginu-狩衣 | informele kleding van de hofadel in de Heian periode (oorspronkelijk gedragen tijdens de jacht) |
| karimen-仮免 | tijdelijke vergunning |
| karimiya-仮宮 | een tijdelijk heiligdom [paleis] |
| karishobun-仮処分 | tijdelijke beschikking; tijdelijke beperking |
| karitoji-仮綴じ | tijdelijke inbinding (van boek, e.d.) |
| kariue-仮植え | tijdelijke aanplanting; tijdelijk beplanting |
| kasanaru-重なる | tegelijkertijd gebeuren; elkaar overlappen |
| kasei-河清 | (het helder worden van de (altijd troebele) Gele Rivier (China), een analogie voor:) hopen op iets dat niet verwezenlijkt zal worden |
| kasetsu-仮設 | tijdelijke constructie [voorziening; vestiging] |
| kasha-火車 | (boeddh.) vuurwagen (vervoert dode mensen die tijdens hun leven slechte daden hebben begaan naar de hel) |
| kashi-歌誌 | tanka tijdschrift; tijdschrift met tanka poëzie |
| kashihon-貸本 | uitleen boeken of tijdschriften |
| kashoku-仮植 | tijdelijke aanplanting; tijdelijk beplanting |
| kasō-仮装 | (tijdelijke) conversie; camouflage |
| katagata-旁 | af en toe; tegelijkertijd; voordien; voordat; en |
| katatema-片手間 | vrije tijd |
| katateochi-片手落ち | oneerlijk [eenzijdig; partijdig; vooringenomen] zijn |
| kateiran-家庭欄 | (in krant of tijdschrift) sectie met artikelen over familiezaken (zoals huishouden, tuinieren, kinderopvang, etc.) |
| katsu-且つ | tegelijkertijd; bovendien |
| kazashio-風潮 | getijde waarbij het waterpeil van de zee stijgt als gevolg van harde wind vanuit de zee richting het land |
| kazoe-数え | leeftijd berekend volgens traditioneel Japans systeem (van één jaar oud bij de geboorte, met één jaar toegevoegd bij elk nieuwjaar) |
| kazoedoshi-数え年 | leeftijd berekend volgens traditioneel Japans systeem (van één jaar oud bij de geboorte, met één jaar toegevoegd bij elk nieuwjaar) |
| keika-経過 | het voorbijgaan (van tijd) |
| keikasuru-経過する | (van tijd) voorbijgaan; passeren |
| keiki-刑期 | gevangenistijd; termijn van een gevangenisstraf |
| keikō-携行 | het iets meenemen [bij zich dragen] (tijdens een reis, tocht, e.d.) |
| keisai-掲載 | publicatie (m.n. in een krant, tijdschrift e.d., van een tekst, illustratie, foto etc.) |
| keishoku-軽食 | een lichte [kleine] maaltijd; snelle hap; tussendoortje |
| kemisuru-閲する | voorbijgaan [verstrijken] (van de tijd) |
| ken-兼 | (in kanji combinaties) en; daarbij; daarnaast; tegelijkertijd |
| kengaku-兼学 | het tegelijkertijd bestuderen van de leer van verschillende scholen of sekten |
| kenkei-賢兄 | beleefde aanspreekvorm gebruikt door mannen voor hun leeftijdsgenoten, in brieven, e.d.) beste broer |
| kenkenfukuyō-拳拳服膺 | altijd in gedachten houden; in het geheugen gegrift hebben |
| kenkō-兼行 | het meerdere dingen tegelijkertijd doen |
| kenmon-検問 | politie ondervraging [inspectie] van voorbijgangers op straat, bij een tijdelijke wegversperring e.d. |
| kenmu-兼務 | het twee functies tegelijkertijd bekleden; twee taken [opdrachten] tegelijk uitvoeren |
| kennin-兼任 | het tegelijkertijd dienen; twee posten tegelijk bekleden |
| kenshō-乾象 | hemel; astronomisch verschijnsel; weersomstandigheden (over tijdsduur en plaats) |
| kesshoku-欠食 | een maaltijd overslaan; niet eten |
| kesshokusuru-欠食する | niet eten; een maaltijd overslaan |
| kētaringu-ケータリング | catering; proviandering; maaltijdverstrekking |
| ki-紀 | periode; tijdperk |
| kigen-期限 | periode; termijn; tijdvak |
| kigentsukitegatakaisōba-期限付手形買相場 | markt voor het kopen van facturen met een vaste looptijd |
| kiji-記事 | verslag; nieuws; artikel (in krant, tijdschrift, e.d.) |
| kikan-季刊 | kwartaalpublicatie; publicatie [uitgave] 4 keer per jaar (van een tijdschrift, magazine, e.d.) |
| kikiippatsu-危機一髪 | op een haar na; op het nippertje; nog net op tijd |
| kikō-寄稿 | (geschreven) bijdrage (b.v. aan een krant, tijdschrift, etc.) |
| kikōka-寄稿家 | (aan krant, tijdschrift, etc.) bijdrager; medewerker; inzender |
| kikuzure-気崩れ | (handelsmarkt) tijdelijke inzinking [daling] van de marktprijs |
| kimatte-決まって | altijd; gewoonlijk; meestal |
| kimigayo-君が代 | keizerlijke heerschappij via een familielijn voortgezet in een voortdurende tijdsperiode |
| kindai-近代 | tegenwoordig; de [recente] moderne tijd |
| kinin-帰任 | (na een tijdelijke afwezigheid) het terugkeren naar [opnieuw opnemen van] een functie [betrekking; dienst] |
| kinrai-近来 | deze dagen; de laatste tijd; recent |
| kinsei-近世 | de (vroeg)moderne tijd |
| kinsei-近世 | de laatste tijd |
| kiō-既往 | het verleden; verleden tijd; vroegere tijden |
| kippō-吉報 | goed nieuws; goede tijding |
| kireru-切れる | (tijd) verlopen; verstrijken; vervallen |
| kirokukei-記録係 | iemand die de score [tijd; stukken] bijhoudt; archivaris |
| kisenyado-汽船宿 | (haven)hotel voor stoomboot passagiers (en tijdelijke opslag van hun particuliere baggage) |
| kisetsu-季節 | seizoen; jaargetijde |
| kisho-寄書 | inzending; bijdrage (een artikel voor een krant, tijdschrift, e.d.) |
| kisuru-期する | een tijdslimiet [deadline] instellen |
| kizamu-刻む | verstrijken [wegtikken] van tijd; de maat slaan |
| koa・taimu-コア・タイム | bloktijd (tijd waarin alle werknemers met variabele werktijden aanwezig moeten zijn) |
| kōdoku-購読 | het kopen en lezen van boeken, kranten, tijdschriften e.d.; een abonnement hebben (op een krant of tijdschrift) |
| kōdokusuru-購読する | boeken, kranten, tijdschriften e.d. kopen en lezen; een abonnement hebben (op een krant of tijdschrift) |
| kōhaku-厚薄 | partijdigheid |
| kōhei-公平 | onpartijdigheid; rechtvaardigheid |
| kōheimushi-公平無私 | onpartijdigheid; eerlijk spel |
| koinobori-鯉幟 | traditionele karpervormige wimpels [windzakken] (worden in Japan opgehangen tijdens het Jongensfestival op 5 mei) |
| koki-古希 | 70 jaar (leeftijd) |
| kokontōzai-古今東西 | altijd en overal; van alle tijden en plaatsen |
| kokoroe-心得 | (tijdelijk} een positie bekleden [als plaatsvervanger optreden] |
| kokoromini-試みに | bij [tijdens] een poging; bij wijze van proef [experiment]; om uit te proberen |
| koku-刻 | oude tijdseenheid (in de maankalender) |
| kokugen-刻限 | de vaste [afgesproken] tijd |
| kokuikkoku-刻一刻 | met het verstrijken van de tijd; van uur tot uur; van minuut tot minuut |
| kokushokaidai-国書解題 | catalogue raisonné van de Japanse literatuur vanaf ca. het Nara tijdperk tot het jaar 1867 |
| kokyū-呼吸 | korte tijd; tussentijd; interval |
| konaida-こないだ | onlangs; de laatste tijd; recent |
| konbiniensu・fūdo-コンビニエンス・フード | kant-en-klaarmaaltijden; vlugklaargerechten |
| kondatehyō-献立表 | menukaart; week [maand] overzicht van maaltijden |
| kōnen-高年 | hogere leeftijd |
| konki-今季 | het huidige seizoen [jaargetijde]; dit seizoen |
| konki-婚期 | huwbare leeftijd (m.n. voor vrouwen) |
| konogoro-此の頃 | de laatste tijd; recent; dezer dagen |
| konogoro-此の頃 | toen; toentertijd |
| konomae-この前 | recent; laatst; een tijdje geleden |
| konotokoro-此の所 | de laatste tijd; recentelijk; onlangs |
| kontenporarī-コンテンポラリー | hedendaags; eigentijds; van deze tijd; modern; huidig |
| koōkonrai-古往今来 | door de eeuwen heen; te allen tijde |
| korashimeru-懲らしめる | straffen; iemand een lesje leren; disciplineren; kastijden |
| kōrei-高齢 | gevorderde [hoge] leeftijd |
| kōreika-高齢化 | vergrijzing; veroudering (hoger worden van de gemiddelde leeftijd) |
| kōreikasuru-高齢化する | vergrijzen; verouderen; hoger worden van de gemiddelde leeftijd |
| kōreisha-高齢者 | oude mensen; ouderen; bejaarden; mensen op hoge leeftijd |
| koroai-頃合い | geschikte [goede] tijd; juiste moment |
| korooi-頃おい | tijd; tijdsbestek |
| koseidai-古生代 | paleozoïcum (tijdperk) |
| koshikake-腰掛け | tijdelijke baan |
| koshikata-来し方 | het verleden; vroeger; in vroeger tijd |
| koshio-小潮 | doodtij (getijdekrachten heffen elkaar op, zodat de getijdenverschillen minimaal zijn) |
| kōshō-公傷 | beroepsletsel; blessure opgelopen tijdens het werk |
| kōsokujikan-拘束時間 | werkelijke [feitelijke] gewerkte uren [arbeidsuren; werktijd] |
| kōsu-コース | (tijd) verloop; gang; duur |
| kōsu-コース | een gang (van een maaltijd) |
| kōtei-航程 | (van een schip) vaarafstand; vaartijd; zeereis; cruise |
| kotogotoni-事毎に | in alles; altijd; iedere keer |
| koyagake-小屋掛け | de opbouw van een tijdelijke hut [huisje] of (circus)tent; de opbouw van een decor |
| kubukurin-九分九厘 | tien tegen een; negen van de tien keer; bijna altijd; zo goed als zeker |
| kuchie-口絵 | titelplaat; titelprent (illustratie voorin een boek, tijdschrift, e.d.) |
| kuesuchon・taimu-クエスチョン・タイム | vragenuur(tje) (tijd waarin vragen gesteld kunnen worden in het Parlement) |
| kugaku-苦学 | het studeren en tevens (deeltijd) werken |
| kūhatsu-空発 | explosie zonder het beoogde effect; het voortijdig afgaan van een wapen |
| kuibuchi-食い扶持 | de prijs [kosten] voor het eten [de maaltijden] |
| kuidame-食い溜め | het zich volproppen; heel veel eten (zodat je een tijd lang niet meer hoeft te eten |
| kuidamesuru-食い溜めする | zich volproppen; heel veel eten (zodat je een tijd lang niet meer hoeft te eten |
| kuihagureru-食い逸れる | een maaltijd overslaan [mislopen] |
| kuishiro-食い代 | prijs [kosten] voor het eten [de maaltijden] |
| kujū-苦渋 | moeilijke [pijnlijke] ervaring [tijd] |
| kurasu・magajin-クラス・マガジン | gespecialiseerd tijdschrift, bestemd voor een specifieke groep consumenten (qua leeftijd, geslacht, interesses, etc.) |
| kūringu・ofu-クーリング・オフ | bedenktijd (voor contract, aankoop, etc.) |
| kusaichi-草市 | bloemenmarkt tijdens het Obon festival |
| kyokusui-曲水 | een traditioneel gedicht geschreven tijdens een bijeenkomst waarbij de deelnemers een kettinggedicht schrijven wanneer de (wijn)beker voor hen staat |
| kyokusuinoen-曲水の宴 | een traditioneel gedicht geschreven tijdens een bijeenkomst waarbij de deelnemers een kettinggedicht schrijven wanneer de (wijn)beker voor hen staat |
| kyōnen-享年 | overlijdensjaar, leeftijd bij overlijden |
| kyūbutsu-旧物 | (fig.) anachronisme; iets dat tot een andere tijd behoort |
| kyūkō-休校 | (tijdelijke) schoolsluiting |
| kyūrai-旧来 | uit oude tijden |
| kyūsai-休載 | tijdelijke onderbreking van de publicatie van een artikelenreeks (in een krant of tijdschrift) |
| kyūsaisuru-休載する | publicatie(s) (tijdelijk) uitstellen [opschorten] |
| kyūsekkijidai-旧石器時代 | oude steentijd; paleolithicum |
| kyūshoku-休職 | tijdelijk verlof; tijdelijke uittreding; tijdelijke opschorting van werkzaamheden |
| kyūshoku-給食 | schoollunch; middagmaaltijd die op school wordt aangeboden |
| ma-間 | pauze; tijd; tussentijd |
| maai-間合い | interval; tussentijd; pauze |
| made-まで | tot; totdat (tijd) |
| madogiwazoku-窓際族 | een onproductieve werknemer; een incompetente werknemer van middelbare leeftijd (die een zitplaats bij het raam krijgt zodat hij niet in de weg loopt) |
| maeyaku-前厄 | (psychologie) het jaar voorafgaand aan de kritieke leeftijd [periode]; het jaar voor het ongeluksjaar |
| magajin-マガジン | tijdschrift |
| magajin・rakku-マガジン・ラック | tijdschriftenrek; lectuurbak |
| maido-毎度 | elke keer; altijd; constant |
| maishoku-毎食 | (bij) elke maaltijd |
| makanai-賄い | maaltijden; kost; vol pension |
| makegirai-負け嫌い | een hekel hebben aan verliezen; altijd willen winnen; competitief zijn |
| makezugirai-負けず嫌い | een hekel hebben aan verliezen; altijd willen winnen; competitief zijn |
| mandō-万灯 | (boeddh.) rijen hangende lantaarns rondom een heiligdom tijdens het lantaarnfestival |
| mangakissa-漫画喫茶 | theehuis [lunchroom] met een boekenkast met stripboeken, die klanten kunnen lezen tijdens de maaltijd |
| maniau-間に合う | (precies) op tijd zijn |
| mankan-満干 | eb en vloed; de getijden |
| manki-満期 | vervaltijd; vervaldatum (van een contract e.d.) |
| mannen'yuki-万年雪 | eeuwige sneeuw; sneeuw (boven de sneeuwgrens) die niet smelt, maar altijd blijft liggen |
| masse-末世 | een gedegenereerde wereld; tijdperk zonder moraal |
| masse-末世 | tijdperk van verval van de boeddhistische wetten |
| matsudai-末代 | eeuwigheid; het einde der tijden; de wereld na de dood |
| matsuyō-末葉 | het einde [slot] (van een tijdperk) |
| mattanashi-待った無し | niet meer wachten; de tijd is om; nu of nooit; (bij sumo) klaar om te beginnen |
| mazaringu・sandē-マザリング・サンデー | (Eng.: mothering sunday) Moeders Zondag (van oorsprong Christelijke feestdag op de vierde zondag van de vastentijd) |
| meguru-巡る | verstrijken (van tijd) |
| mēru・magajin-メール・マガジン | elektronisch tijdschrift; email tijdschrift; e-magazine |
| midorueiji・shindorōmu-ミドルエイジ・シンドローム | midlifecrisis; middelbare leeftijdssyndroom |
| midoru・tīn-ミドル・ティーン | (Eng. middle teen = mid-teen) in de leeftijd van 15 of 16 jaar |
| migoro-見頃 | de beste tijd om te zien |
| mihakarau-見計らう | zelf de tijd inschatten [indelen] |
| mihariyaku-見張り役 | verspieder; uitkijk; wacht (tijdens criminele ondernemingen) |
| mihiraki-見開き | verspreid over twee pagina's (van een boek of tijdschrift) |
| mijukujishussan-未熟児出産 | vroeggeboorte; vroegtijdige geboorte |
| mikirihassha-見切り発車 | voortijdig vertrek van een trein (voordat alle passagiers aan boord zijn) |
| mikirihassha-見切り発車 | het voortijdig actie ondernemen (voordat er toestemming is) |
| minarai-見習い | leertijd; stage; proeftijd |
| minikomizasshi-ミニコミ雑誌 | tijdschrift met een kleine oplage [een beperkte lezersgroep] |
| minkanryōhō-民間療法 | oude huismiddeltjes; geneesmiddeltjes uit grootmoeders tijd |
| mirai-未来 | (grammatica) de toekomende tijd; futurum |
| misebiraki-店開き | het openen van een winkel (op een bepaalde tijd van de dag) |
| misejimai-店仕舞い | het sluiten van een winkel (op een bepaalde tijd van de dag) |
| mitatsuyokin-未達預金 | niet op tijd aangeleverd [verwerkt] deposito |
| mochijikan-持ち時間 | (om les te geven) het aantal klassen per week; de tijd die men nodig heeft; de verplichte tijd |
| moderunorojī-モデルノロジー | studie [wetenschap] van de moderne tijd [moderne samenleving] |
| mokuhi-黙秘 | zwijgen tijdens ondervraging; zonder onthulling [openbaring] (van de feiten) |
| mokurei-黙礼 | stilzwijgende groet [buiging] (vooral tijdens een plechtigheid) |
| momotose-百歳 | honderd jaar; honderdjarige leeftijd |
| momoware-桃割れ | haarstijl met een perzikvormige knot (uit het Meiji tijdperk) |
| mongen-門限 | avondklok; spertijd |
| monsūn-モンスーン | regentijd; regenseizoen |
| moratoriamu-モラトリアム | tijdelijke opschorting (van uitvoering) |
| morugu-モルグ | archief van een krant of tijdschrift |
| mottainai-勿体ない | verspillend; verkwistend; zonde (van geld of tijd) |
| motte-以て | op (van tijd) |
| muchiuchi-鞭打ち | zweepslag; stokslag (soms lijfstraf of zelfkastijding) |
| mugetsu-無月 | maanloze periode; een tijd waarin de maan niet te zien is |
| muki-無期 | (voor) onbepaalde tijd |
| mukku-ムック | publicatie waarvan de inhoud een boek is en de publicatiemethode van een tijdschrift |
| musabetsu-無差別 | zonder onderscheid; gelijkwaardigheid; onpartijdigheid |
| mushozoku-無所属 | onafhankelijk [onpartijdig; ongebonden] zijn (niet behorend tot een bepaalde geloofsrichting of politieke partij) |
| musoji-六十路 | leeftijd van 60 jaar; iemand van 60 jaar |
| myōgakin-冥加金 | zakelijke belasting tijdens de Edo periode |
| nagaburo-長風呂 | het lang baden; lange weektijd in een badkuip |
| nagai-長い | langdurig; lange tijd |
| naganen-長年 | lange tijd; vele jaren |
| nagara-ながら | (gevoegd achter een ww. geeft het aan een gelijktijdigheid van meerdere handelingen) terwijl; onder het...; al ...nde |
| nagaraku-長らく | langdurig; lang; lange tijd; een tijdlang |
| nagaraunten -ながら運転 | (wetsovertreding) autorijden gelijktijdig met een andere nevenactiviteit (telefoneren, sms-en e.d) |
| nagarazoku-ながら族 | mensen (leeringen; studenten) die de gewoonte hebben tijdens het studeren te luisteren naar muziek, radio enz. |
| nagasa-長さ | tijdsduur |
| nagashio-長潮 | getijde wanneer het verschil tussen eb en vloed het kleinst is |
| nagaya-長屋 | Japans rijtjeshuis dat typisch was tijdens de Edo-periode |
| nagekiakasu-嘆き明かす | lang blijven rouwen; lange tijd doorbrengen in rouw [verdriet] |
| naisu・midi-ナイス・ミディ | leuke [aardige; aantrekkelijke] vrouw van middelbare leeftijd |
| naisu・midoru-ナイス・ミドル | leuke [aardige; aantrekkelijke] man van middelbare leeftijd |
| nakadarumi-中弛み | (tijdelijke) inzinking; verzwakking; verslapping; vertraging |
| nakikurasu-泣き暮らす | zijn dagen huilend slijten; huilend de tijd [je leven] doorbrengen |
| namidabashi-涙箸 | eetstokjes waar druppels afvallen (b.v. soep of saus) tijdens het eten (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| nanaso-七十 | (leeftijd) zeventigjarig; zeventig jaar oud |
| nanasoji-七十路 | (leeftijd) zeventigjarig; zeventig jaar oud |
| nanatsu-七つ | werd vroeger gebruikt voor tijdsaanduidingen: ca. 4 uur in de morgen of middag |
| nanji-何時 | hoe laat; op welke tijd? |
| nanushi-名主 | (in het Edo tijdperk) dorpshoofd; hoofdman van een dorp of plaats (voornamelijk in het Kantō gebied) |
| narawasu-習わす | (als achtervoegsel aan werkwoorden) gewend [gewoon; gebruikelijk] zijn; altijd doen |
| natsuba-夏場 | zomertijd; het zomerseizoen |
| natsugare-夏枯れ | een tijdelijke terugval in de verkoop bij winkels, etc. in de zomer periode; komkommertijd |
| natsujikan-夏時間 | zomertijd (in de zomer wordt de klok 1 uur vooruitgezet om meer profijt te hebben van het lange licht) |
| natsumuki-夏向き | zomertijd; zomer periode |
| nease-寝汗 | nachtzweet; transpiratie tijdens de slaap |
| nebie-寝冷え | kou (gevat tijdens het slapen); koud geworden tijdens de slaap |
| nebiesuru-寝冷えする | kou vatten tijdens het slapen; koud worden tijdens de slaap |
| nechigaeru-寝違える | kramp in de nek krijgen [een stijve nek krijgen] (tijdens het slapen) |
| neguse-寝癖 | slaapgedrag; slaapgewoonte; veel bewegingen tijdens de slaap |
| nenbyakunenjū-年百年中 | het hele jaar door; altijd |
| nenchōsha-年長者 | senior; de oudere in leeftijd |
| nendai-年代 | vroeger tijdperk; oudheid |
| nengaranenjū-年がら年中 | het hele jaar door; altijd |
| nengetsu-年月 | jaren (en maanden); lange tijd |
| nenjū-年中 | altijd; eeuwig(durend) |
| nenkan-年間 | (periode van) een jaar; jaarperiode; tijdperk |
| nenki-年季 | aantal jaren; dienstperiode; leertijd |
| nenki-年期 | aantal jaren; dienstperiode; leertijd |
| nenpai-年配 | leeftijd; ouderdom; jaren |
| nenrei-年齢 | leeftijd; (aantal) jaren |
| nenreisō-年齢層 | leeftijdsgroep |
| nenshi-年歯 | leeftijd; (aantal) jaren |
| neshina-寝しな | (de tijd) net voor het naar bed gaan [voor het slapen gaan] |
| ni-に | (bij tijdsaanduidingen) om; in |
| nichiji-日時 | datum en tijdstip |
| nigiriono-握り斧 | een stenen handbijl (gebruiksvoorwerp uit het stenen tijdperk) |
| niki-二季 | twee seizoenen [jaargetijden] (m.n. lente en herfst) |
| nikuzure-煮崩れ | het inkoken [zacht koken] van voedsel; het uit elkaar vallen van voedsel tijdens het koken |
| nikuzure-荷崩れ | het omvallen [verschuiven] van lading [vracht] (tijdens transport) |
| nininsankyaku-二人三脚 | tijdelijke samenwerking (voor een bepaalde taak) |
| ninjutsu-忍術 | (één van de tactieken van ninja's tijdens de samoerai periode) een vorm van spionage (door het gebruik van vermommingen, trucs, e.d.) |
| ninozen-二の膳 | de tweede gang (van een maaltijd) |
| ninsanpushibōritsu- 妊産婦死亡率 | kraamvrouwensterftecijfer; percentage vrouwen dat overlijdt tijdens zwangerschap of bevalling |
| nittei-日程 | agenda; dagplanning; rooster; tijdschema; dagelijkse routine |
| nōdai-曩代 | (arch.) voorgaand tijdperk |
| nōhanki-農繁期 | periode met veel landbouwactiviteit; drukke tijd voor landbouwers |
| nōkanki-農閑期 | periode van geringe landbouwactiviteit; stille tijd voor landbouwers |
| nokkudaun-ノックダウン | (boksen) knockdown; (tijdelijk) neergaan |
| noni-のに | toen; wanneer; terwijl; tijdens |
| nukabukuro-糠袋 | een stoffen zak gevuld met rijstzemelen om de huid mee te schrobben tijdens het baden |
| nyūtoraru-ニュートラル | neutraal; onpartijdig |
| nyū・furontia-ニュー・フロンティア | New Frontier, de naam die John F. Kennedy gaf aan zijn regeringsprogramma tijdens de presidentsverkiezingen in 1960 |
| obasan-小母さん | (aanspreektitel voor vrouw van middelbare leeftijd) mevrouw |
| obibangumi-帯番組 | radio- of tv-programma dat op meerdere dagen per week op hetzelfde tijdstip wordt uitgezonden |
| ochazuke-お茶漬け | eenvoudige maaltijd |
| ofure-御触れ | verordening (in de premoderne tijd) |
| ofu・shīzun-オフ・シーズン | slappe tijd; komkommertijd |
| oiraku-老いらく | oudere leeftijd |
| ōji-往時 | het verleden; de vervlogen tijden |
| ōjitsu-往日 | vroegere tijd; oude tijden |
| ōjōgiwa-往生際 | tijd om [weten wanneer] op te geven |
| okashiratsuki-尾頭付き | een hele vis (compleet met kop en staart, geserveerd tijdens religieuze ceremonies) |
| okifushi-起き伏し | altijd; dag en nacht |
| okuriookami-送り狼 | een wolf die iemand die in de bergen of bossen loopt een tijd lang achtervolgt en dan plotseling aanvalt |
| okuru-送る | (de tijd) doorbrengen |
| ōkyū-応急 | noodoplossing; tijdelijke oplossing; lapmiddel |
| omanma-お飯 | (gekookte) rijst; maaltijd |
| omochikaeri-お持ち帰り | afhaalmaaltijd; het afhalen (van eten en drinken) |
| onaidoshi-同い年 | (van) dezelfde leeftijd |
| on・rain・riaru・taimu・shisutemu-オン・ライン・リアル・タイム・システム | OLRT, een software systeem met gecombineerde reactie- en uitvoertijd van een taak die korter is dan de maximale toegestane tijd |
| on・za・jobu・torēningu-オン・ザ・ジョブ・トレーニング | praktijkopleiding; opleiding tijdens het werk |
| ooban-大判 | ōban (Japanse gouden munt uit het Edo-tijdperk) |
| oomidashi-大見出し | grote kop(pen) (over de hele pagina) in kranten of tijdschriften |
| orifushi-折節 | af en toe; soms; van tijd tot tijd |
| oriori-折折 | af en toe; soms; nu en dan; van tijd tot tijd |
| osagari-お下がり | term gebruikt voor de regen of sneeuw die valt tijdens de eerste drie dagen van het nieuwe jaar |
| osomaki-遅蒔き | het dingen laat [niet op tijd] doen |
| otaiko-お太鼓 | iemand die (als beroep) zorgt voor een goede sfeer tussen gasten tijdens een feest; stemmingmaker; grappenmaker; entertainer |
| oyatsu-お八つ | tussendoortje; snack; hapje tussen de maaltijden |
| pankuchuaru-パンクチュアル | op tijd; punctueel |
| pātotaimā-パートタイマー | deeltijdwerker; parttimer |
| pāto・taimu-パート・タイム | deeltijd (part-time) |
| piriodo-ピリオド | periode (tijd) |
| pitchi-ピッチ | het aantal keren dat de armen en benen bewegen tijdens het zwemmen |
| puraimu・taimu-プライム・タイム | primetime (zendtijd met de grootste luister- of kijkdichtheid) |
| raihō-来報 | bezoek om iemand iets mede te delen; persoonlijk overgebracht bericht; boodschap; tijding |
| ran-欄 | (in tijdschrift of krant) kolom; column; sectie |
| rannāzu・hai-ランナーズ・ハイ | runner's high ( een toestand tijdens het hardlopen waarbij ademhaling en snelheid voor het gevoel perfect op elkaar zijn afgestemd) |
| ransei-乱世 | turbulente tijden [periode] |
| rappu・taimu-ラップ・タイム | rondetijd |
| rasotsu-邏卒 | politieagent (begin Meiji tijdperk |
| rei-例 | standaard; gewoon; altijd hetzelfde |
| reikoku-例刻 | de gebruikelijke [reguliere; vaste] tijd |
| reiofu-レイオフ | (tijdelijk) ontslag; afvloeiing (van personeel); non-actief |
| reitōshokuhin-冷凍食品 | ingevroren voedsel; diepvriesproducten; diepvriesmaaltijd |
| reiwa-令和 | Reiwa, naam van het Japanse tijdperk dat is begonnen met de troonsbestijging van Keizer Naruhito (op 1 mei 2019) |
| rejā-レジャー | (Eng.: leisure) ontspanning; vrije tijd; recreatie |
| rejā・māketto-レジャー・マーケット | vrijetijdsmarkt |
| rejā・sutokku-レジャー・ストック | aandelen in de vrijetijds- en toeristenindustrie |
| rejā・uea-レジャー・ウエア | vrijetijdskleding |
| rekijitsu-暦日 | dagen en maanden in een kalenderjaar; jaren; tijd |
| rekijitsu-歴日 | tijdsverloop; tijdpassering; voortgang van tijd |
| rekinen-歴年 | de voortgang van jaren; het verstrijken van de tijd |
| rekishō-暦象 | astronomische almanak met de omlooptijd van hemellichamen (planeten, manen sterren, e.d.) |
| rekisū-暦数 | omlooptijd van een planeet om de zon of maan (als basis voor een kalender) |
| rekisū-暦数 | aantal jaren; jaartal; tijdperk |
| rekuriēshon-レクリエーション | recreatie; vrijetijdsbesteding |
| remu-レム | rem (snelle beweging van de oogbollen tijdens de remslaap) |
| rensai-連載 | publicatie als serie [feuilleton]; een reeks van artikelen [verhalen] die in afleveringen worden uitgegeven (in kranten, tijdschriften, e.d.) |
| rensaimanga-連載漫画 | dagelijks in kranten [tijdschriften] verschijnend feuilleton [stripverhaal; manga] |
| resutoran・shiatā-レストラン・シアター | theaterrestaurant; een restaurant met een show [optreden] tijdens het diner |
| rinji-臨時 | tijdelijk [voorlopig; interim] zijn |
| rinjiidō-臨時異動 | tijdelijke overplaatsing |
| rōba-老馬 | een oud paard; paard op leeftijd |
| rōdōjikantanshuku-労働時間短縮 | werktijdverkorting; arbeidsduurverkorting |
| rōdōsaigai-労働災害 | arbeidsongeval; ongeluk op [tijdens] het werk |
| rōgan-老眼 | presbyopie; verziendheid op oudere leeftijd |
| rōgo-老後 | (op) oudere leeftijd; de oude dag |
| rōjaku-老弱 | lichamelijke zwakheid op oudere leeftijd; ouderdomsklachten |
| rōjaku-老若 | oud en jong; ouderdom en jeugd; alle leeftijden |
| rōjō-籠城 | het verdedigen van een kasteel (tijdens een belegering); verschansing |
| rōjō-老嬢 | oude vrijster; vrouw die op oudere leeftijd nog steeds alleen [ongetrouwd] is |
| rokkotsu-肋骨 | benaming voor decoratief lint op legeruniformen (tijdens de Russisch-Japanse Oorlog 1904-1905) |
| romansugurē-ロマンスグレー | romantisch grijs, een uitdrukking voor een aantrekkelijke man van middelbare leeftijd (met hier en daar wat grijs haar) |
| rōnen-老年 | oude [hoge; gevorderde] leeftijd; ouderdom |
| rōnō-老農 | boer [landbouwer; agrariër] op leeftijd |
| ronsaku-論策 | betoog [essay] om een bepaald eigentijds probleem op te lossen |
| rōnyaku-老若 | oud en jong; ouderdom en jeugd; alle leeftijden |
| rōnyakunannyo-老若男女 | alle mensen ongeacht leeftijd of geslacht; mannen en vrouwen van alle leeftijden |
| rōrei-老齢 | gevorderde leeftijd; ouderdom |
| rosu・taimu-ロス・タイム | verspilde tijd |
| rosu・taimu-ロス・タイム | blessuretijd (sport) |
| ryojō-旅情 | gevoelens [stemming] tijdens het reizen |
| ryoshū-旅愁 | weemoedigheid [melancholie] tijdens het reizen |
| ryū-留 | (in kanji combinaties) stoppen; stilstaan; verblijven; verblijf(plaats); (tijdelijke) standplaats; distilleren |
| ryūnen-立年 | 30 jaar (leeftijd) |
| sabiayu-錆鮎 | ayu (vissen) tijdens de paaitijd (in de herfst) |
| sage-下げ | (afk. voor) dalend getijde; eb |
| sageshio-下げ潮 | dalend getijde; eb |
| sai-才 | jaar (klasse-aanduider voor leeftijd) |
| sai-歳 | jaar (klasse-aanduider voor leeftijd) |
| saichō-最長 | de oudste leeftijd |
| saigetsu-歳月 | tijd; jaren |
| saikai-再会 | reünie; hereniging; bijeenkomst (van alumni e.d.) na een lange tussentijd |
| saikin-最近 | de laatste tijd; recentelijk; dezer dagen |
| saikuru-サイクル | cyclus; omlooptijd |
| sairyōrōdōsei-裁量労働制 | discretionair arbeidssysteem (waarin lonen worden betaald op basis van vooraf bepaalde hoeveelheid gewerkte tijd i.p.v. van de werkelijke werkuren) |
| saishō-最少 | de jongste leeftijd |
| saitankikan-最短期間 | de kortste tijd [periode] |
| saiwa-再話 | het opnieuw vertellen (van een legende, oud verhaal, e.d.); een nieuwe [eigentijdse] versie van een oud verhaal |
| sakari-盛り | bloeitijd; bloeiperiode; beste tijd |
| sakari-盛り | paartijd (bij dieren) |
| saku-朔 | de kalender voor het nieuwe jaar die de keizer in China (in vroegere tijden) aan het eind van het jaar aan vorsten gaf |
| samā・taimu-サマー・タイム | zomertijd |
| samue-作務衣 | samue, werkkleding van Japanse boeddhistische monniken (tegenwoordig ook gedragen als vrijetijds- of werkkleding) |
| sannen-三年 | (fig.) lange tijdsperiode |
| sanpushibōritsu-産婦死亡率 | kraamvrouwensterftecijfer; percentage vrouwen dat overlijdt tijdens zwangerschap of bevalling |
| santōseiji-三頭政治 | driemanschap; triumviraat (ten tijde van het Romeinse Rijk) |
| santsū-産痛 | weeën; baringspijn; pijn tijdens de bevalling |
| san・baizā-サン・バイザー | zonneklep (in auto); zonneklep (met band om het hoofd, b.v. tijdens het sporten) |
| sashikuru-差し繰る | aanpassen van een rooster, schema of tijd, zodat het je goed uit komt |
| sashishio-差し潮 | vloed; hoogtij; hoog getijde |
| satsu-冊 | (boek)deel [band, blad, etc.] (woord voor het tellen van boeken, tijdschriften) |
| satsukibare-五月晴れ | mooi weer in mei (tijdens het regenseizoen) |
| sei-青 | blauw; groen; jong (in leeftijd) |
| seidōkijidai-青銅器時代 | bronstijd; bronzen tijdperk |
| seigenjikan-制限時間 | tijd(s)limiet; deadline |
| seikatsukyū-生活給 | loon berekend op basis van de kosten van levensonderhoud van de werknemer (rekening houdend met leeftijd, dienstjaren en gezinssituatie) |
| seiki-世紀 | eeuw; tijdperk |
| seinen-生年 | leeftijd |
| seishinnenrei-精神年齢 | mentale [geestelijke] leeftijd |
| seishō-斉唱 | in koor; gelijktijdigheid |
| seishun-青春 | lente; (warme) lentetijd |
| sekijitsu-昔日 | vroegere tijd; oude tijden |
| sekkijidai-石器時代 | het steentijdperk; de steentijd |
| sekondo-セコンド | seconde (tijd) |
| senchurī-センチュリー | eeuw; tijdperk; 100 jaar |
| sengokujidai-戦国時代 | Sengoku periode (tijdperk van de oorlogvoerende staten in Japan, 1467-1568) |
| sengokujidai-戦国時代 | tijdperk van oorlogvoerende staten in China (770-221 v. Chr.) |
| sengyō-専業 | voltijdbaan; hoofdberoep; gespecialiseerd beroep |
| sengyōshufu-専業主婦 | (voltijd) huisvrouw |
| senji-戦時 | oorlogstijd; periode van oorlog |
| senjichōhatsu-戦時徴発 | vordering in oorlogstijd |
| senjisangyō-戦時産業 | oorlogsindustrie; industrie in oorlogstijd |
| senjū-専従 | volledige [voltijds] baan; iem. die fulltime werkt |
| senka-戦渦 | de chaos [staat van beroering] in oorlogstijd |
| senkoku-先刻 | zojuist; een tijdje terug; even geleden |
| sennen-千年 | zeer lange tijd |
| sennin-専任 | voltijd aanstelling; voltijdbaan |
| sennō-先王 | deugdzame koning in vroegere tijden |
| sensōkeiki-戦争景気 | oorlogshausse; economische opleving door [tijdens] de oorlog |
| sen'ō-先王 | deugdzame koning in vroegere tijden |
| setsuzan-雪山 | een altijd witte berg |
| sewamono-世話物 | eigentijdse stukken (Edo-periode) in Japanse traditioneel theater (zoals in kabuki, joruri en bunraku) |
| shasetsu-社説 | hoofdartikel (in krant of tijdschrift) |
| shattāsokudo-シャッター速度 | (fotografie) sluitertijd |
| shattā・chansu-シャッター・チャンス | beste sluitertijd om een foto te nemen |
| shibaraku-暫く | een tijd(je); voorlopig |
| shibashi-暫し | even; eventjes; voor een tijdje |
| shibirehime-痺れ姫 | (Kabuki) rol waarbij de acteur lange tijd beweegt noch spreekt in de rol van een prinses |
| shibōjikoku-死亡時刻 | het tijdstip van overlijden |
| shijō-紙上 | ruimte op een pagina (van een krant, tijdschrift e.d.) |
| shijū-始終 | de hele tijd; van begin tot eind; altijd |
| shikenkijutsu-試験期日 | examendatum (en tijd) |
| shimogaredoki-霜枯れ時 | een slappe tijd voor zakendoen (aan het eind van het jaar) |
| shina-支那 | China (een oude benaming, werd in oorlogstijden ook wel denigrerend gebruikt) |
| shinansha-指南車 | oud Chinees rijtuig (met een kompas waarvan de naald altijd het Zuiden aangeeft) |
| shinia-シニア | senior (de oudere in leeftijd) |
| shinidoki-死に時 | tijd(stip) van overlijden; tijd [passend moment] om te sterven |
| shiniisogu-死に急ぐ | zich haasten naar de dood; snel op weg zijn naar de dood; op weg naar een voortijdige dood zijn |
| shinwajidai-神話時代 | het tijdperk van de goden; het mythische tijdperk |
| shio-潮 | getijde; getij; tij; eb en vloed |
| shirokujichū-四六時中 | de klok rond; dag en nacht; de hele tijd; altijd |
| shitanui-下縫い | het los [tijdelijk] aan elkaar naaien; rijgsteken |
| shitatameru-認める | nuttigen; eten; de maaltijd gebruiken |
| shitauchi-舌打ち | gesmak (tijdens het eten) |
| shitsumujikan-執務時間 | werktijd; kantooruren; spreekuren |
| shiyōkikan-試用期間 | proeftijd (b.v. bij arbeidsovereenkomst); evaluatieperiode |
| sho-暑 | warmste tijd (van het jaar); hete zomer; hondsdagen |
| shōdai-昭代 | roemrijke heerschappij; glorieus tijdperk; vreedzame en welvarende periode |
| shōgaisupōtsu-生涯スポーツ | levenslang sporten; sport die je altijd kan doen (ongeacht leeftijd) voor de gezondheid en recreatie |
| shōgun-将軍 | shogun; groot opperbevelhebber; legerleider; generaal; veldheer (met tijdelijk mandaat van de keizer) |
| shoken-書剣 | pen (lett.: boek) en zwaard (voorwerpen die geleerden en schrijvers vroeger altijd bij zich hadden) |
| shokkan-食間 | tijd tussen de maaltijden |
| shōkō-小康 | een (tijdelijke) verbetering in het ziekteverloop |
| shōkō-消光 | het doorbrengen van tijd |
| shōko-鉦鼓 | bronzen bel (gebruikt tijdens boeddhistische rituelen) |
| shokugo-食後 | na de maaltijd; na het eten |
| shokuhi-食費 | de prijs [kosten] voor het eten [de maaltijden] |
| shokuji-食事 | maaltijd |
| shokujisuru-食事する | eten; een maaltijd nuttigen |
| shokutaku-嘱託 | tijdelijke aanstelling; parttime werk |
| shokuzen-食前 | voor de maaltijd; voor het eten |
| shōnen-生年 | (iemands) leeftijd |
| shōrai-将来 | de (nabije) toekomst; de komende tijd |
| shorō-初老 | de middelbare leeftijd; begin van de ouderdom; vroegoud zijn |
| shōshi-小子 | (onder het Ritsuryo-systeem) een jongen in de leeftijd van 4 tot 16 jaar |
| shōshi-小誌 | klein magazine [tijdschrift] |
| shōshi-小誌 | dit [ons] tijdschrift |
| shōsō-尚早 | voorbarigheid; ontijdigheid |
| shotchū-しょっちゅう | de hele tijd; van begin tot eind; altijd |
| shūgyō-終業 | einde van de werkdag; kantoor sluitingstijd |
| shūkakuki-収穫期 | oogsttijd |
| shūkanshi-週刊誌 | weekblad (tijdschrift dat wekelijks verschijnt) |
| shukyō-酒興 | vermaak tijdens een drankfeest; vermakelijkheden |
| shumi-趣味 | hobby; tijdverdrijf |
| shunjū-春秋 | jaren; leeftijd |
| shuppatsujikan-出発時間 | vertrektijd |
| shuppatsujikoku-出発時刻 | vertrektijd |
| shūshi-終始 | het einde en het begin; de hele tijd |
| shūshi-終始 | van begin tot eind; voortdurend; onveranderlijk; altijd |
| shūshinjikan-就寝時間 | bedtijd; tijd om naar bed te gaan; slaaptijd |
| shusshi-出仕 | (in de Meiji periode) een ambtenaar in proeftijd; tijdelijke boventallige ambtenaren |
| shuturumu・unto・dorangu-シュトゥルム・ウント・ドラング | (psychologie) sturm-und-drang (onrustig overgangstijdperk in adolescentie) |
| shūya-庄屋 | (in het Edo tijdperk) dorpshoofd; hoofdman van een dorp of plaats (voornamelijk in het Kantō gebied) |
| sō-壮 | de leeftijd vol kracht, energie en gezondheid; iemand van ca. 30 jaar; iemand in de bloei van zijn leven |
| sofuhōzu-ソフホーズ | sovchoz, collectieve staatsboerderij ten tijde van de Sovjet-Unie |
| sohan-粗飯 | slechte [armoedige; eenvoudige] maaltijd |
| sōkei-早計 | vroegtijdigheid; voorbarigheid |
| sōki-総記 | indeling [classificatie] van een bibliotheekbestand (van boeken, kranten, tijdschriften, etc.) |
| sōkō-糟糠 | eenvoudige maaltijd; grof [niet verfijnd] voedsel |
| sōkon-早婚 | een vroeg huwelijk; huwelijk op jonge leeftijd |
| sonobashinogi-其の場凌ぎ | een tijdelijke maatregel; noodoplossing; een aktie ondernemen voor een tijdelijke oplossing |
| sonosetsu-其の節 | toen; op dat moment; in die tijd (verleden) |
| sorarizēshon-ソラリゼーション | solarisatie (fotografische inversie, waarbij zwart-wit in fotografisch werk wordt omgekeerd door tijdens het ontwikkelen enigszins te overbelichten) |
| sore-それ | toen; op dat tijdstip |
| sōseiji-早生児 | vroeggeboorte; voortijdige geboorte; te vroeg geboren baby |
| sōzan-早産 | vroeggeboorte; voortijdige geboorte; prematuur |
| sueki-須恵器 | Sue aardewerk, Japans blauwgrijs aardewerk (geproduceerd vanaf het late Kofun-tijdperk tot de Heian-periode) |
| suenagaku-末長く | voor altijd; voor eeuwig; nog vele jaren; voorgoed |
| suezen-据え膳 | een maaltijd voor iemand opdienen |
| sugosu-過ごす | (tijd) doorbrengen [besteden] |
| suien-炊煙 | kooklucht; rookwalm tijdens het koken [uit de keuken] |
| sukima-隙間 | interval; pauze; vrije tijd |
| sukoshi-少し | eventjes; korte tijd |
| sukuranburukōsaten-スクランブル交差点 | schuine oversteekplaatsen; kruispunt waar voetgangers gelijktijdig in alle richtingen kunnen oversteken |
| sumashi-澄まし | (bakje) water om sake kopjes af te spoelen (tijdens een feest of banket) |
| sunakku-スナック | hapje; tussendoortje; lichte maaltijd |
| sungeki-寸隙 | vrij ogenblik [moment]; vrije tijd |
| sun'in-寸陰 | een zeer korte tijd; moment |
| supan-スパン | tijdsinterval |
| supotto・komāsharu-スポット・コマーシャル | reclamespotje dat op bepaalde tijdstippen wordt uitgezonden |
| supuritto・taimu-スプリット・タイム | tussentijd; rondetijd |
| suwappukyōtei-スワップ協定 | een ruilovereenkomst, waarbij de centrale banken van landen hun valuta tijdelijk aan elkaar verstrekken (om de wisselkoers te stabiliseren) |
| tabegoro-食べ頃 | etenstijd; een goede tijd om te eten |
| tabigokoro-旅心 | de gevoelens [stemming] tijdens het reizen |
| taburoido-タブロイド | tabloid (een formaat voor kranten en tijdschriften, 420-297 mm) |
| tachi-立ち | tijdsverloop |
| tadanaka-直中 | precies terwijl [tijdens; ten tijde van] |
| taezu-絶えず | onophoudelijk; voortdurend; constant; altijd; gestaag; ononderbroken; zonder te stoppen |
| taigaku-退学 | het vroegtijdig de school [universiteit] verlaten (de opleiding niet afmaken) |
| taigakusha-退学者 | drop-out; een voortijdige schoolverlater; iemand die stopt met de studie |
| taikomochi-太鼓持ち | iemand die (als beroep) zorgt voor een goede sfeer tussen gasten en geisha tijdens een feest; stemmingmaker; animator |
| taikun-大君 | andere naam voor de shogun die tijdens de Edo-periode voor het buitenland werd gebruikt |
| taimā-タイマー | schakelklok; tijdschakelaar |
| taimā-タイマー | tijdwaarnemer; tijdopnemer |
| taimingu-タイミング | de tijd opnremen |
| taimu-タイム | tijd |
| taimuragu-タイム・ラグ | vertraging; tijdsverloop; tijdsinterval; pauze |
| taimurī-タイムリー | tijdig; op tijd |
| taimu・appu-タイム・アップ | de tijd is om; de tijd is voorbij |
| taimu・auto-タイム・アウト | wachttijd (computer) |
| taimu・kapuseru-タイム・カプセル | tijdcapsule (een capsule gevuld met informatie, bedoeld om mensen in de toekomst te helpen een beeld te krijgen van een bepaalde tijdsperiode) |
| taimu・kīpā-タイム・キーパー | tijdwaarnemer |
| taimu・mashin-タイム・マシン | tijdmachine |
| taimu・ragu-タイム・ラグ | vertraging; tijdsverloop |
| taimu・rekōdā-タイム・レコーダー | prikklok; tijdregistratie |
| taimu・rimitto-タイム・リミット | tijd(s)limiet; deadline |
| taimu・sābisu-タイム・サービス | beperkte verkooptijd; tijdelijke aanbieding |
| taimu・sēru-タイム・セール | beperkte verkooptijd; tijdelijke aanbieding |
| taimu・suitchi-タイム・スイッチ | schakelklok; tijdschakelaar |
| taimu・sukejūru-タイム・スケジュール | tijdschema; rooster; dienstregeling |
| taimu・tēburu-タイム・テーブル | dienstregeling; tijdschema |
| taimu・tonneru-タイム・トンネル | tijdtunnel (fantasie-tunnel als een soort tijdmachine) |
| tairei-頽齢 | (iemands) oude dag; laatste jaren; gevorderde [hoge] leeftijd |
| taisho-大暑 | de heetste tijd van het jaar (rond 23 juli van de zonnekalender) |
| taishosha-退所者 | gevangene die zijn tijd heeft uitgezeten en zijn vrijheid terugkrijgt [wordt vrijgelaten] |
| taiyōnensū-耐用年数 | levensduur (tijd dat iets mee kan, b.v. van machine, auto, e.d.) |
| taizaichū-滞在中 | tijdens het verblijf |
| tajitanan-多事多難 | onrust; beroering; zware [moeilijke] tijden; problemen |
| takayōji-高楊枝 | het uitgebreid (rustig; op het gemak) gebruiken van een tandenstoker na de maaltijd |
| tamaya-霊屋 | ruimte waar een overledene tijdelijk ligt opgebaard tot de begrafenis |
| tanaage-棚上げ | het op de plank houden [tijdelijk niet verkopen] (van producten) |
| tanjijitsu-短時日 | een paar dagen; korte tijd |
| tanjikankinmusei-短時間勤務制 | systeem van werktijdverkorting [verkorte werktijden] |
| tanjitsugetsu-短日月 | een korte tijd [periode] |
| tān'araundo・taimu-ターンアラウンド・タイム | doorlooptijd; omlooptijd; keertijd |
| tatsu-経つ | verstrijken; voorbijgaan (van de tijd) |
| tayori-便り | bericht; nieuws; tijding |
| tēburu・supīchi-テーブル・スピーチ | korte toespraak aan tafel tijdens een diner |
| teiban-定番 | standaardproduct (een product waar altijd vraag naar is, ongeacht trends) |
| teigaku-停学 | (tijdelijke) schorsing voor het volgen van klassen [colleges] |
| teigakuteikijidōkashitsuke-定額定期自動貸付 | automatische lening met vaste looptijd |
| teiji-定時 | vastgesteld [vooraf bepaald] tijdstip; vaste tijd |
| teijisei-定時制 | systeem van parttime onderwijs (m.n. in avonden en weekends); deeltijdopleiding |
| teiki-定期 | periodiek; vastgesteld tijdsbestek; vastgestelde termijn [periode] |
| teikikankōbutsu-定期刊行物 | periodiek tijdschrift |
| teikoku-定刻 | afgesproken [vastgestelde] tijd; tijdschema |
| teikuauto-テイクアウト | afhaalmaaltijd; het afhalen (van eten en drinken) |
| teinen-定年 | (wettelijke) pensioenleeftijd; pensioengerechtigde leeftijd |
| teinentaishoku-定年退職 | pensionering; het met pensioen gaan vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd |
| teisha-停車 | het (tijdelijk) stoppen van een voertuig (voor een stoplicht, halte, station, etc.) |
| teishoku-停職 | schorsing van de dienstverband; tijdelijke verwijdering uit het ambt |
| tekiidō-定期異動 | verplaatsing voor bepaalde tijd |
| tekiseigo-敵性語 | de taal van de vijand [tegenpartij] (m.n. het Engels tijdens WOII) |
| tekizu-手傷 | een wond [verwonding] (opgelopen tijdens een gevecht) |
| tekki-適期 | juiste tijd; geschikte periode (b.v. om te planten of te oogsten) |
| tekkijidai-鉄器時代 | het ijzertijdperk; de ijzertijd |
| tema-手間 | tijd en moeite |
| tema-手間 | werk dat veel tijd en moeite vergt |
| temadoru-手間取る | meer tijd en moeite kosten dan verwacht |
| temahima-手間暇 | arbeid en tijd; moeite en tijd |
| temashigoto-手間仕事 | werk dat veel tijd en moeite kost; stukwerk |
| tenbun-天文 | Tenbun tijdperk (1532-1555 ) |
| tencha-点茶 | het bereiden van groene (poeder)thee (tijdens de theeceremonie) |
| tenka-天下 | titel voor een shogun tijdens de Edo-periode |
| tenkan-天冠 | traditioneel hoofddeksel gedragen tijdens boogschieten te paard, kagura-dans, e.d. |
| tenkataihei-天下泰平 | universele vrede; wereldvrede; (tijd van) vrede en voorspoed |
| tensu-テンス | tijdsvorm; tempus (grammatica) |
| tesuki-手隙 | vrije tijd hebben; geen werk hebben; niet bezig zijn |
| tesusabi-手遊び | tijdverdrijf; pleziertje; afleiding |
| tetsuide-手序で | tegelijkertijd; ... terwijl je toch bezig bent |
| tetta-てった | informele, korte vorm van ていった (-te + iru, verleden tijd) |
| tī・pī・ō-ティー・ピー・オー | passende kleding voor de tijd, plaats en gelegenheid |
| tōban-当番 | dienst; surveillance; (in) diensttijd; (op) wacht; wachter |
| tōchakujikan-到着時間 | aankomsttijd |
| tōchakujikoku-到着時刻 | aankomsttijd |
| tōchakuyoteijikoku-到着予定時刻 | geschatte [verwachte] aankomsttijd |
| tōji-当時 | op dat moment; destijds; toentertijd |
| toki-時 | tijd; tijdstip; wanneer; toen |
| tokidoki-時時 | soms; af en toe; bij tijden; van tijd tot tijd |
| tokinashi-時無し | geen vaste [vastgestelde] tijd; aldoor; de hele tijd |
| tokiori-時折 | soms; bij tijd en wijle; nu en dan |
| tokiyo-時世 | tijdperk |
| tokiyo-時世 | trend [mode; stroming] van een tijdperk |
| tokoshie-常しえ | eeuwigheid; voor altijd |
| tokusen-特選 | eervolle onderscheiding (door een jury tijdens een wedstrijd) |
| tomodaore-共倒れ | gezamenlijke [gelijktijdige] ondergang; wederzijdse vernietiging |
| tōni-疾うに | lang geleden; een tijd geleden |
| tookarazu-遠からず | binnenkort; weldra; binnen afzienbare tijd |
| toriaezu-取り敢えず | voorlopig; tijdelijk |
| tōryū-逗留 | lang verblijf (tijdens een reis) |
| tōryū-逗留 | vrije tijd; verblijftijd |
| tose-年 | het telwoord voor het tellen van kalenderjaren of leeftijden |
| toshi-年 | jaar (leeftijd) |
| toshigai-年甲斐 | de wijsheid der jaren; wijsheid overeenkomstig leeftijd |
| toshigoro-年頃 | leeftijd |
| toshiha-年端 | leeftijd; (aantal) jaren |
| toshikakkō-年格好 | schijnbare leeftijd; ongeveer zo oud |
| toshikasa-年嵩 | het ouder zijn; oudere leeftijd |
| toshima-年増 | een vrouw van middelbare leeftijd; een oudere vrouw |
| toshimawari-年回り | leeftijd |
| toshimawari-年回り | geluk behorend bij een bepaalde leeftijd (er wordt gezegd dat de ongeluksleeftijd bij mannen 42 is en bij vrouwen 33) |
| toshinami-年波 | leeftijd; het ouder worden; op leeftijd raken |
| toshinokoro-年の頃 | geschatte leeftijd; ongeveer zo oud |
| toshitsuki-年月 | jaren (en maanden); lange tijd |
| tōsho-投書 | (in krant of tijdschrift) ingezonden brief; lezersbrief |
| tōtei-到底 | (wordt altijd gevolgd door ontkenning) helemaal (niet); totaal (niet); absoluut (niet) |
| tōza-当座 | huidig; voorlopig; tijdelijk |
| tsu-つ | (herhaling bij parallelle acties; klassiek literair, in Modern Japans wordt tari gebruikt) en; heen en weer; over en weer; tegelijkertijd |
| tsūbō-痛棒 | stok gebruikt tijdens Zen meditatie training (om onoplettende leerlingen een tik te geven) |
| tsubusu-潰す | verspillen (tijd, talent, etc.) |
| tsuideni-序でに | terloops; bij gelegenheid; terwijl; tegelijk; tegelijkertijd; en passant |
| tsūji-通事 | vertaler, tolk (meer specifiek voor het Nederlands in Nagasaki tijdens de Edo periode) |
| tsukaisutejidai-使い捨て時代 | wegwerp tijdperk |
| tsūkan-通巻 | nummer van een deel van een reeks [serie] (boeken, tijdschriften, etc.) |
| tsukihi-月日 | (het verstrijken van) de tijd |
| tsuneni-常に | altijd; onophoudelijk; voortdurend; constant |
| tsutomeageru-勤め上げる | zijn diensttijd volmaken [afmaken; voltooien] |
| tsuyubare-梅雨晴れ | zonnige periode tijdens het regenseizoen |
| tsuyubie-梅雨冷え | koud weer [koudegolf] tijdens het regenseizoen |
| tsuyuiri-梅雨入り | begin van de regentijd; begin van het regenseizoen |
| tsuyuzamu-梅雨寒 | kou tijdens het regenseizoen |
| uchikake-打ち掛け | (tussentijds) stoppen [pauzeren] met een spel (b.v. go) |
| uchini-内に | tijdens, onder het...; voordat (met ontkenning) |
| uchisugiru-打ち過ぎる | voorbijgaan (van tijd) |
| uēbu-ウエーブ | golfbeweging; wave (van het publiek in stadions tijdens sportwedstrijden of concerten) |
| uīkurī-ウイークリー | weekblad; tijdschrift dat wekelijks verschijnt |
| ukimi-浮き身 | (tijdens het zwemmen) het op de rug in het water drijven |
| ukimi-浮き身 | gezelschapsdame voor handelsreizigers (tijdens hun verblijf) |
| ukishizumi-浮き沈み | goede en slechte tijden; ups en downs; stijgen en dalen |
| uma-午 | (oude tijd notatie) uur van het paard (rond het middaguur) |
| ushirokizu-後ろ傷 | verwonding aan de rug opgelopen tijdens het vluchten (in het oude Japan een beschamend eerverlies) |
| uwanori-上乗り | het begeleiden [de begeleider; opzichter] van goederen [vracht; lading] tijdens transport |
| wakahage-若禿 | vroegtijdige kaalheid; kaalheid op jonge leeftijd |
| wakashiraga-若白髪 | vroeg grijs; grijs haar op jonge leeftijd |
| wakazukuri-若作り | zich jong kleden; zich jonger kleden dan de eigen leeftijd |
| wāku・shearingu-ワーク・シェアリング | deeltijdbanen; deeltijdse arbeid |
| wansutoppu・shoppingu-ワンストップ・ショッピング | koopgedrag waarbij consumenten tegelijkertijd boodschappen en andere diensten doen op één locatie |
| wasan-和算 | Japanse wiskunde (een aparte wiskunde vorm, ontwikkeld in Japan tijdens de Edoperiode) |
| yagate-軈て | na een tijdje; spoedig; binnenkort; gauw; uiteindelijk |
| yakata-屋形 | tijdelijke woonplek [behuizing] |
| yakudoshi-厄年 | ongeluksjaar [leeftijd] (voor mannen 25, 42 en 61; voor vrouwen 19, 33 en 37) |
| yakumae-厄前 | (psychologie) het jaar voorafgaand aan de kritieke leeftijd [periode]; het jaar voor het ongeluksjaar |
| yamaboko-山鉾 | decoratief praalstuk dat wordt rondgedragen tijdens een festival |
| yamibaito-闇バイト | zwartwerk; illegaal deeltijdwerk (soms met criminele doeleinden) |
| yashi-野師 | straatventer [straathandelaar]; straatartiest (tijdens festiviteiten) |
| yasurau-休らう | (lit.) (tijdelijk) verblijven; bezoeken |
| yatchaba-やっちゃ場 | markt voor groente en fruit in Tokio (zo genoemd vanwege de uitroepen tijdens de veiling: yatcha, yatcha) |
| yō-幼 | kindertijd; peutertijd |
| yōchō-膺懲 | straf; tuchtiging; kastijding |
| yojitsu-余日 | resterende tijd (tot); aantal dagen (tot) |
| yoka-余暇 | vrije tijd; recreatie |
| yokasangyō-余暇産業 | recreatiebranche; vrijetijdsindustrie |
| yokume-欲目 | partijdigheid; bevooroordeeld [vooringenomen] zijn |
| yononaka-世の中 | tijden; tijdperk |
| yori-より | (startpunt van tijd of plaats) vanaf; sinds |
| yōshōki-幼少期 | kindertijd; jeugd |
| yōsui-羊水 | vruchtwater (vloeistof in de baarmoeder tijdens zwangerschap) |
| yotsu-四つ | (oude naam voor) de tijd rond 10 [22] uur |
| yowarime-弱り目 | [moment] tijd van zwakte; verzwakte toestand |
| yoyo-代代 | (boeddh.) levenstijd [tijdperk; wereld] in het verleden, heden en toekomst |
| yoyū-余裕 | marge; overschot; (genoeg) ruimte [tijd; geld] |
| yudan-油断 | onoplettendheid; onzorgvuldigheid; onvoorbereid zijn (etymologie: het licht gaat uit door het niet op tijd bijvullen van de lampolie) |
| yūge-夕餉 | avondmaaltijd |
| yūhan-雄藩 | een machtige (feodale) clan (tijdens de Edo-periode) |
| yūkan-有閑 | het veel vrije tijd [ontspanning] hebben |
| yukibara-雪腹 | (door kou tijdens sneeuwval) lumbago; spit |
| yukidaore-行き倒れ | een overleden persoon die op straat ligt (vroeger iem. die stierf tijdens een reis en niet begraven kon worden omdat hij geen gegevens bij zich had) |
| yukima-雪間 | terwijl het sneeuwt; tijdens de sneeuwval |
| yukiyama-雪山 | een altijd witte berg |
| yūnagi-夕凪 | (tijdelijke) windstilte 's avonds aan zee (bij de wisseling van zeewind en landwind)) |
| yunibāsaru・taimu-ユニバーサル・タイム | universele tijd; wereldtijd |
| yutori-ゆとり | genoeg tijd [tijd over] (hebben) |
| yū・bōto-ユー・ボート | U-boot (Unterseeboot, Duitse onderzeeboot [onderzeeër] in gebruik tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog) |
| zanji-暫時 | korte tijd; even; een moment |
| zasshi-雑誌 | tijdschrift |
| zendai-前代 | vorige generatie; vroeger [eerder] tijdperk |
| zenjin-前人 | voorganger; mensen uit vroegere tijden; voorouders |
| zenkindai-前近代 | pre-moderne tijdperk |
| zenko-前古 | vroeger; oude tijden; oudheid |
| zennichisei-全日制 | systeem van regulier dagonderwijs (op weekdagen); voltijd opleiding |
| zenseiki-全盛期 | hoogtijdagen; gouden tijdperk; periode van bloei |
| zensen-全線 | (tijdens een oorlog); het hele front; alle frontlinies |
| zen'yōsuru-善用する | goed gebruik maken (van); je tijd goed gebruiken [benutten] |
| zetchōki-絶頂期 | hoogtepunt; toppunt; tijdperk van bloei; gouden tijdperk |
| zōkan-増刊 | speciale uitgave van een tijdschrift of boek |
| zokkan-続刊 | voortzetting van de publicatie; een reeds gepubliceerd boek of tijdschrift blijven uitgeven |
| zokkiya-ぞっき屋 | modern antiquariaat; een winkel die afgeprijsde artikelen verkoopt (m.n. boeken of tijdschriften) |
| zokusai-続載 | publicatie als serie [feuilleton]; een reeks van artikelen [verhalen] die in afleveringen worden uitgegeven (in kranten, tijdschriften, e.d.) |
| zokutō-続投 | het blijven doorwerken (zonder eindtijd of aflossing) |
| zonnen-存念 | iets waar je altijd aan denkt; iets dat je nooit vergeet |
| zuiji-随時 | immer; te allen tijde; altijd |
| zutto-ずっと | steeds; de hele tijd; aldoor |
| zutto-ずっと | veel; een heleboel; een groot stuk; een lange tijd |