| dōdōmeguri-堂堂巡り | alsmaar maar weer op hetzelfde terugkomen (in gesprekken); in herhalingen vallen |
| fuki-不帰 | het niet meer terugkomen; doodgaan |
| kaeru-帰る | terugkomen; terugkeren; naar huis gaan |
| modoru-戻る | teruggaan; terugkomen; terugkeren |
| naoru-直る | (op de oorspronkelijke positie) terugkomen |
| sainen-再燃 | het opvlammen; terugkomen; zich opnieuw voordoen; verergering (van ziektesymptomen) |
| senzogaeri-先祖返り | atavisme; erfelijke terugslag (genetische eigenschappen die generaties overslaan en dan weer terugkomen) |
| tachikaeru-立ち返る | terugkomen (ook fig.) |