abunagaru-危ながる | bang zijn (om te); aarzelen; terugdeinzen |
atozusarisuru-後退りする | terugkrabbelen; terugtrekken; terugdeinzen |
atozusaru-後退る | terugdeinzen; terugwijken; achteruit deinzen [wijken] |
hirumu-怯む | terugdeinzen; ineenkrimpen; aarzelen |
shirigomisuru-尻込みする | terugdeinzen; terugschrikken; aarzelen |
susaru-退る | terugtreden; terugdeinzen; terugschrikken; (zich) terugtrekken |
tajirogu-たじろぐ | terugdeinzen; aarzelen; terugschrikken |
tajitaji-たじたじ | wankelend; weifelend; aarzelend; haperend; onzeker; terugdeinzend |