| dai-だい | prefix of suffix in samengestelde woorden |
| gachi-勝ち | (als suffix achter zelfst.naamwoorden of de renyōkeivorm van werkwoorden) de neiging hebben om; iets frequent [vaak] doen |
| gatai-難い | (gebruikt als suffix) moeilijk (te doen) zijn |
| josūshi-助数詞 | counter: een woord of suffix dat wordt gekoppeld aan een telwoord (de verschillende counters geven de soorten van het getelde object aan) |
| masen-ません | suffix dat gebruikt wordt voor ontkenning van werkwoorden in de beleefdheidsvorm (masu) |
| san-さん | meneer; mevrouw; mejuffrouw (erend suffix) |
| setsubigo-接尾語 | achtervoegsel; suffix |
| setsubiji-接尾辞 | achtervoegsel; suffix |