| ejiki-餌食 | slachtoffer; prooi |
| fushōsha-負傷者 | gewonde; slachtoffer |
| gisei-犠牲 | offer; slachtoffer; zondebok |
| giseisha-犠牲者 | slachtoffer |
| higaisha-被害者 | slachtoffer |
| hisaisha-被災者 | het slachtoffer van een ramp |
| iryūhin-遺留品 | (bij politieonderzoek) voorwerpen die zijn achtergelaten door de dader; eigendommen van het slachtoffer; gevonden voorwerpen |
| kōtsūsensō-交通戦争 | (het maatschappelijke probleem van) het groeiend aantal verkeersslachtoffers |
| marugai-マル害 | slachtoffer van een moord |
| okoru-起こる | onstaan [opkomen] van een ziekte, e.d.; ziek worden; een aanval krijgen van; het slachtoffer worden van |
| sensōgiseisha-戦争犠牲者 | oorlogsslachtoffer |
| shishōsha-死傷者 | doden en gewonden; slachtoffers |
| shishōshasū-死傷者数 | aantal slachtoffers |
| toritsuku-取り付く | bezeten [geobsedeerd] zijn; ten prooi vallen aan; het slachtoffer worden van (een ziekte, etc.) |