悪意 akui
1 kwaadaardigheid (t.o.v. iem.); slechte bedoelingen
悪意があってやったわけではないから悪く思わないでほしい。
Ik hoop dat je het me niet kwalijk neemt want ik heb het gedaan zonder slechte bedoelingen.
Ik hoop dat je het me niet kwalijk neemt want ik heb het gedaan zonder slechte bedoelingen.
悪意を抱く
iem. een kwaad hart toedragen
iem. een kwaad hart toedragen
悪意に満ちた批判
een zeer hatelijk [haatdragend] commentaar; hatelijke kritiek
een zeer hatelijk [haatdragend] commentaar; hatelijke kritiek
悪意のない冗談
een onschuldige grap (zonder slechte bedoelingen)
een onschuldige grap (zonder slechte bedoelingen)
2 kwaaddenkendheid; wantrouwen
悪意に解釈する
verkeerd interpreteren; (expres) verkeerd begrijpen
verkeerd interpreteren; (expres) verkeerd begrijpen
発言を悪意に取る
de woorden van iemand verkeerd opvatten
de woorden van iemand verkeerd opvatten
3 kwade opzet; met voorbedachte rade
悪意占有
iets bezitten [in bezit nemen] terwijl je weet dat je er geen recht op hebt
iets bezitten [in bezit nemen] terwijl je weet dat je er geen recht op hebt
Zie ook antoniem: 善意(ぜんい)