大食 taishoku
1 vraatzucht; gulzigheid; grote eetlust; het veel eten; zich volproppen
Spreekwoord(en)/gezegde(s)
大食腹に満つれば学問腹に入らず
Je kunt niet studeren met een volle maag. (lett. als je maag vol zit, komt er geen wetenschap [kennis] in de hersenen)
Je kunt niet studeren met een volle maag. (lett. als je maag vol zit, komt er geen wetenschap [kennis] in de hersenen)