往来おうらい ōrai
1 het verkeer; het komen en gaan
多くの人が往来する。
Vele mensen komen en gaan.
2 weg; straat
往来の真ん中で転んだ。
Hij viel in het midden van de weg.
3 relatie; verkering; omgang; communicatie
4 correspondentie; briefwisseling