間近 majika
1 nabijheid; buurt
間近の[な]
dichtbij; nabij, vlakbij; bijna; naderend
dichtbij; nabij, vlakbij; bijna; naderend
駅の間近に
vlakbij het station
vlakbij het station
卒業間近の学生
een student die op het punt staat af te studeren
een student die op het punt staat af te studeren
間近に迫っている嵐
een naderende storm
een naderende storm